In 1430, 1433 of 1435 bouwde de stad Antwerpen de watermolen van de 'Watermolenbrug' d.i. de actuele Hessenbrug (tussen de Paardenmarkt en Falconrui). In 1444 werden er "vele onkosten aan gedaan" (De Moy). In de kroniek van Van Caukercken, die als bouwjaar 1433 stelt (naar nog een andere kroniek) lezen we: "Dit jaer maelde voor de eerste reyse eenen watermeulen gestaen opt Clapdorp (de toenmalige benaming voor een deel van de Paardenmarkt). Desen heeft gestaen op de brugge by het Hessenhuys dewelcke van outs heet de Watermeulenbrugghe". Deze getijden-watermolen werd afgebroken omdat zijn locatie een binnenwater zonder getijdenwerking was geworden.

Deze getijwatermolen werd vervangen door een andere  aan de "Watermolenbrug" (huidige Hessenbrug), aan de Pisternepoort in de Nieuwstad.

In 1481 was er groot gebrek aan meel in de stad omdat de watermolens wegens de vorst niet malen konden. [Prims-GvA, Kronijken 1477-1555].

Deze "Watermolen op Klapdorp - II" werd in 1670 afgebroken.

De Moy Hendrik, stadssecretaris
Van Caukercken, Kroniek
Prims Floris, Asia 31, p. 362-363
Torfs, Nieuwe, dl. 2, 1865, p. 89 noot 2.
Mertens en Torfs, II, 376; III, p. 168.
Prims-GvA, Kronijken 1477-1555.
Georges Kockelberg, "Historische molenvermeldingen in en om Antwerpen. Een blik op de 1000-jarige geschiedenis der Antwerpse molens", Antwerpen, 1986;
Herman Holemans & P.J. Lemmens, "Molens van de Voorkempen en van Groot-Antwerpen", Nieuwkerken, 1983.