Gheysens molen (naar de 19de-eeuwse molenaarsfamiie Gheysen) was een houten korenwindmolen op molenwal aan de westzijde van de Steenstraat (nr. 9), de vroegere Roeselarestraat, net voorbij de tweesprong met de Gullegemstraat, waar thans nog het gebouw van een mechanische maalderij (ingericht als handelszaak) staat.

De staakmolen werd wellicht in de Franse tijd opgericht. Hij werd in 1834 ingedeeld als een "windkorenmolen" van 2e categorie en belast met 266 frank.

Rond 1830 was de molen in het bezit van molenaar Pieter Jacob Gheysen-Forment (+1847). Zoon Charles Louis Gheysen-Devos nam de molen over. Na zijn overlijden in 1897 verkochten zijn kinderen Alfons, Alberic en Marie Gheysen de molen aan een molenaar te Luingne bij Mouscron. Deze liet de molen in 1903 afbreken en in stukken verplaatsen naar Luingne, waar hij weer werd heropgericht.

De voormalige laat 19de-eeuwse mechanische maalderij bestaat nog en is heden ingericht als handelszaak. Het gebouw bestaat uit verankerde bakstenen bestanddelen onder pannen zadeldaken, U-vormig gegroepeerd rondom een verhard erf. Verderop gelegen voormalige vlasschuur van drie parallelle beuken onder zadeldak, doen nu dienst als opslagplaats voor de handelszaak. Deze gebouwen zijn opgenomen in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed. Op de binnenplaats zien we nog een ingemetselde moelnsteen.

Zie verder:  Luingne. Petit Moulin, Moulin Vandekerckhove

Lieven DENEWET & Pierre MATTELAER

Mailbericht Macheld Gheysen, 08.03.2015 .
Als afstammeling van de maaldersfamilie Gheysen, ben ik trots op ons verleden.
De officiële naam van onze familie is Gheysen en niet Gheysens. In de spreektaal wordt vaak Gheysens gebruikt, zoals ook te zien is op het plakkaat van de handelszaak die er nu staat.
Er waren evenwel ook Gheysens die maalderijen hadden...

L. Devloo, "Heule. Het dorp van Tineke en Stijn Streuvels", Antwerpen (VAB Vlaamse toeristische bibliotheek, nr. 93), 1968;
A. Van Doorselaer, J. Viérin, E. Warlop, N. Maddens, P. Vancolen, "De geschiedenis van Kortrijk", Tielt (Lannoo), 1990, 544 blzn.;
Pierre Mattelaer, "De molens van Bissegem en Heule", in: De Leiegouw, XL, 1998, p. 173-192.
N. Maes, J. Roelstraete, L. Soete, "Het tinekespad Heule", Deerlijk (Wandelclub Vakantiegenoegens), 1980, 39 blzn.;
J. Roelstraete, "Heule", in: De Leiegouw, XX (1978), p. 333-350.
J. Roelstraete, I. Callens, L. Ghilgemyn, C. Decaluwé, "Landelijk leven en hoevengids Groot Kortrijk". Deel 6 "Heule", Tielt (Lannoo), 1994, 255 blzn;
L. Slosse, "Heule", in: Rond Kortrijk, Roeselare, 1903-1904, II, 595-649.
Stijn Streuvels, "Heule", Kortrijk, 1942;
I. Van Steenkiste, "Proef eener geschiedenis der Gemeente Heule", Kortrijk, 1889 (herdrukt, van een inleiding voorzien door J. Roelstraete en een alfabetische index van de persoonsnamen, Handzame (Familia et Patria), 1981), 221 blzn.
E. Van Hoonacker, "Duizend Kortrijkse straten", Kortrijk, 1986.
Mailbericht Macheld Gheysen, 08.03.2015 (afstammeling van de maaldersfamilie Gheysen)