Molenzorg

Kester (Gooik), Vlaams-Brabant


Prentkaart 1950. Coll. Viviane Musch-Heuwelx, Kester
Collectie
Verdwenen Belgische Molens
Naam

Tombergmolen
Molen te Tomberg
Molen Walravens

Ligging
Molenstraat 28
1755 Kester (Gooik)

noordoostzijde
Kesterveld
kadasterperceel B141
LC 133.10 O; 161.30 N


toon op kaart
Type
Staakmolen met open voet
Functie
Korenmolen
Gebouwd
1234 (?) / voor 1703
Verdwenen
1952 - september, sloop
Beschrijving / geschiedenis

De Molen te Tomberg of Tombergmolen was een grote standaardmolen  op de hoog gelegen Tomberg, aan de noordoostzijde van de Molenstraat (nr. 28) in Kester.

Volgens de traditionele overlevering en de indicatie op een oude prentkaart, werd de molen reeds gebouwd in 1234, aldus een zeer oude windmolenvermelding. Er bestaan hier echter geen archivalische bewijzen van.
De molen werd vernieuwd in 1703.

Uit een prijsschatting van 1730, op initiatief van molenaar Arent Oirins, blijkt dat de molen toen twee steenkoppels had en in het totaal geschat werd op 3051 gulden.

Eigenaars-molenaars na 1830:
- voor 1834, eigenaar: Van Lierde-Bellemans Jan-Baptist, molenaar te Kester
- later, erfenis: de weduwe en de kinderen: a) Maria Philippina, echtgenote Bellemans François, b) Dominique, molenaar te Kester, c) Pierre Jean, landbouwer te Kester, d) Jeanne, echtgenote Orins Charles Louis, molenaar te Oudenaken, e) Jan-Baptist, winkelier te Sint-Kwintens-Lennik en f) Jeanne Cathérine, religieuse te Leuven (overlijden van Jan-Baptist Van Lierde)
- 17.11.1840, verkoop: Van Lierde-Bellemans Pieter Francis, landbouwer te Kester (notaris Muller)
- 26.02.1867, deling: Van Lierde-Van der Perre Felix, pachter te Kester (notaris Hap)
- 09.11.1895, verkoop: Walravens-Vossen Jozef Frans Julien, molenaar te Kester (notaris De Meersman)
- 15.11.1934, verkoop: a) Walravens-De Camps Leon Theophile, molenaar te Kester en b) Walravens-Emelinckx Arthur Joannes, molenaar te Kester (notaris Van Rossum)

De standaardmolen werd zeer lang uitgebaat door de familie Van Lierde (1741-1893), die de molen op 8 juni 1811 aankocht van de hertog van Arenberg.

Tot in de jaren 1940 maalde de familie Walravens, afkomstig van de Hertboommolen in O.L.Vr.-Lombeek op de molen te Tomberg.

Op 12 april 1944 werd de molen beschermd als monument. Na de oorlog geraakte hij in verval: op 28 oktober 1948 volgde de deklassering en in september 1952 de sloop (molenkast neergehaald). Of hoe een beschermingsbesluit geen behoud kon garanderen.

Intussen werd nog met 2 steenkoppels -1 natuurstenen koppel voor tarwebloem en 1kunststenen koppel voor diermeel- gemalen in een mechanische maalderij dat vóór de windmolen stond. Maar ook dit gebouw overleefde de geschiedenis niet, en evenmin het ouderlijk woonhuis. Vanaf 1961 werd gemalen met een cilindermolen in een nieuw gebouw. Deze bleef tot ca. 2010 in gebruik.

Lieven Denewet & Herman Holemans

Bijlagen

Molenvereniging van het Pajottenland, "Op verkenning bij Jozef Walravens en echtgenote Georgette Raamdonck te Kester", 2009, www. molenverenigingpajottenland.be

Woensdag 22 april 2009 was het zo ver: een 4 man sterke delegatie van onze Vereniging zakt af -of beter gezegd: stijgt op naar Kester, niet toevallig bestemming “Molenstraat”.
Onlangs was ons immers ter ore gekomen dat ook deze – mechanische - maalderij stilletjes aan zou gaan stoppen. Méér dan hoog tijd dus voor een bezoek voor een bezoek van onzentwege.
Het woonhuis en het bedrijfsgebouw vormen één stevig en harmonisch geheel: sober, elegant en functioneel. Geen windmolen, geen watermolen, maar de “kapel” voor de buitenlui zegt toch dat het hier om een molen gaat!

We worden er zeer hartelijk ontvangen door molenaar Jozef en molenarin Georgette.
We doen onze intrede op het gelijkvloers, de “meelzolder”. De indrukwekkende elektrische motor, 20 boerenpaarden sterk, springt direct in het oog. Wat eveneens onmiddellijk opvalt is de uitstekende staat van netheid en onderhoud van het hele gebouw. Hier werd en wordt nog steeds met veel liefde en zorg gewerkt en samengewerkt!
Jozef en Georgette doen samen de rondleiding, vertellen samen het verhaal van hun molen, een verhaal van ongeveer een halve eeuw.

“Tot anderhalf jaar geleden waren we nog volop in bedrijf. In onze maalderij draaide voornamelijk een bloemmolen, verder een graanpletter en een hamermolen voor veevoedergraan.
We startten op deze plaats in 1961. De cilindermolen, - een parel van een Midget -, werd hier eerst neergezet en daarna werd het molengebouw er rond gebouwd. Indien we de Midget nu zouden willen verkopen dan zouden we eerst een deel van de muur moeten afbreken om de installatie buiten te krijgen! Meer dan 40 jaar hebben we hier bijna continu gedraaid. De bloemmolen heeft een capaciteit van 200 à 250 kg/uur.
De boeren brachten hun graan en ’s anderendaags konden ze de bloem met zemelen en eventueel kortmeel, respectievelijk het meel of het “geplet” komen halen.”

De Midget bevat 2 x 4 metalen cilinders. Het maalcircuit volgde 4 doorgangen: breken, malen, daarna 2 x “afwerken”; na elke doorgang werd gezift.
Wanneer Jozef de cilinderkast opent ruik je zo nog de heerlijke geur van verse bloem.

Al vertellend en gidsend keert het molenaarskoppel verder terug in de geschiedenis. De naam “Walravens” bijvoorbeeld: Jozef's grootvader was immers afkomstig van de Zepposmolen uit Roosdaal. Tot een eind in de jaren 1940 maalde vader Walravens, enkele honderden meters hogerop in de Molenstraat, op een eeuwenoude houten staakmolen, molen “te Tomberg” genoemd. Volgens Jozef was die staakmolen qua volume 2 à 3 keer de Zepposmolen.
Spijtig genoeg moest de in verval geraakte, in 1944 geklasseerde en in 1948 opnieuw gedeklasseerde windmolen in 1952 gesloopt worden. Intussen werd nog met 2 steenkoppels - 1 natuurstenen koppel voor tarwebloem en 1kunststenen koppel voor diermeel - gemalen in een stenen gebouw dat vóór de windmolen stond. Maar ook dit gebouw overleefde de geschiedenis niet, en evenmin het ouderlijk woonhuis. Windmolen, stenen molen en ouderlijk huis zijnnu enkel nog te bewonderen op een groot schilderij in de living van Georgette en Jozef.

Jozef brengt ons op de graanzolder, waar we het steenkoppel, de graanpletter, de cilindermolen en de graantrieur kunnen bewonderen. Het steenkoppel was na de start van het bedrijf nog een 3-tal jaren in gebruik geweest. Weliswaar kon met dit koppel 400 kg/uur voedergraan gemalen worden maar er moest om de 3 weken gescherpt worden. Jozef toont ons zijn pneumatische elektrisch aangedreven “Kango-scherphamer”. Hiermee kon de scherptijd per steen terug gebracht worden tot slechts één uur. De ongezonde keerzijde van die verbetering waren echter het gedaver en de trillingen!
Het steenkoppel werd halfweg de jaren 1960 opgevolgd door een hamermolen, geïnstalleerd in een nieuwe loods naast het oorspronkelijk molengebouw. Aangezien destroomvoorziening onvoldoende was, gebeurde de aandrijving door een dieselmotor. De installatie haalde ongeveer 800 kg/uur en is vandaag nog af en toe in werking. In vergelijking met het steenkoppel is het meel mooier gemalen, maar minder fijn.
Niet zonder enige bitterheid doet Jozef ons het verhaal van de graantrieur, nog steeds een heel prachtige machine. De trieur deed vooral dienst voor het bereiden van zuiver zaaigraan.
De boeren konden hierdoor het graan van hun eigen oogst gebruiken, wat hen uiteraard kosten bespaarde. De grote zaaigraanbedrijven hadden het echter niet zo begrepen op deze gang van zaken. Zoekt molenaar Jozef het te ver wanneer hij vermoedt dat er achter de schermeneen soort combine aan het werk was vanwege die zaaigraanbedrijven? In elk geval werkte “het systeem” voldoende ontmoedigend, de loontriage werd dan ook al jaren geleden stopgezet.
Nog een verdieping hoger komen we bij de binnenlui, 2 graanstofzuigers en de buitenl
De maalderij vervlochten met boerderij en paardenhouderij

Zoals gebruikelijk in die tijd combineerden Jozef en Georgette hun maalderij met een boerderij. Voor melkkoeien was er begrijpelijkerwijze geen tijd, wel voor zoogkoeien.
Geleidelijk ging ook die tak achteruit: de koeien maakten plaats voor paarden en pony’s. Gedurende 20 jaar kon zoon Guy zich met veel succes toeleggen op de paardrijkunst. De fiere ouders tonen ons de kast vol met tientallen bekers, behaald door een veelvuldig kampioen jumping!
Vandaag is het voor Jozef en Georgette nog niet zo klaar en duidelijk welke toekomst ze nog zullen geven aan de gebouwen en installaties. Tijd zal wellicht raad brengen.
Georgette en Jozef zijn zichtbaar ontroerd en gelukkig met ons bezoek, we zijn er altijd welkom. Ook wij als Molenvereniging van het Pajottenland zijn zeer blij de “molen Walravens” te hebben leren kennen.
We hopen hen nog regelmatig met een bezoek te kunnen vereren en -last but not least- hen ook nog meermaals te kunnen ontmoeten op onze activiteiten!

----------------

J.-F. Vincx, De Molens in 't Payottenland; L. Walravens, Kester: Molen van Walravens, oudtijs de molen "Te Tomberg", Eigen Schoon en De Brabander, XIII, 1930-1931, pp. 304-306. Inleiding p. 199 gedateerd St.-Kwintens-Lennik 24 augustus 1929)

Mijns vaders molen staat in de Molenstraat, Kesterveld, wijk B, op 70 m. hoogte. In de onmiddellijke omgeving zien wij de gehuchten, N.: Kesterveld, O.: ’t Zwaantje, Z.: Mierenberg, W.: Plaats; - de dorpen, N.: Leerbeek, O.: Pepingen, Z.: Bogaarden, W.: Herfelingen. 
Als typische vergezichten springen in ’t oog: het Brusselsch Hooggerechtshof met zijnen verheven dom, het bosch en kasteel van Gaasbeek, de prachtige kerk van Edingen en daar achter het Bosch van Graty.

Onze molen werd in 1234 gebouwd (dit steunt waarschijnlijk slechts op overlevering. Als bewijs van de oudheid van den molen kan aangevoerd worden dat de baan aldaar de Mollestraat heet in de oude bescheiden. Molle is een oude Brabantsche dialectische vorm van molen. Paul Lindemans). De oudst bekende molenaar schijnt een Arent Oirins te zijn die, in 1730, met zijn echtgenoote, Jenne Van Hassel, een schatting van den “windmolen te Kester” liet opmaken, waaruit wij het volgende ontleenen, omdat het ons een interessante lijst vakwoorden van den molenbouw aan de hand doet (medegedeeld door M. Paul Lindemans):

4 teirlinghen met de blocken – de onderste plaete met de vier steeckbanden – de onderste plaet met de 4 andere steeckbanden – de staeck met den setel en de onderste maen – 2 voeghouten met de twee saelbalcken en sijn eyserwerck – de steenbalck met syn maene – ’t vierkant kot met syn eyserwerck – de cappe met syn bert – het bert van het vierkant kot – de schaeliën van het selve kot met den wintweeghe – den ondersten graet met syn trappen, hanghehout  ende loopsteken – de molesteert met syn toebehoorten – den ondersten solder met syn ribben, bert en nagelen – de steenbedden – de wintpeulm met den merbelsteen, eyserwerck, steunbalck, pinnebalck – de kasse, den buyten pestel met twee losschen, soomen en scheeren met het eyserwerck – de binnen pestel idem – het camwiel met syn cammen, eyserwerck – het spillengeloop met sijn spillen van den achtermeulen – den eyserbalck – de vanghe met den vleghel – steencuype, decksel ende berhouten met den graenback, tremel, etc. – het rinckhout met syn blocken – het fondel, pasbrugghe, de lichte – de clynen trap – den binnen reep, buiten reep, vangereep, eyserreep – den steenreep met den muylband – de graenkiste – het veurscheyser van den achter molen, met de reynhals, panne ende spore – idem voor den voormolen – de seventhien belen, eyserhantboom ende pashamer – een corenvat, veertel, halfveertel, een pinte met halfpinte – 4 seyllaeckens.
Hij werd door de “molenslaghers” geschat in ’t totaal voor 3051 gulden - 11-2 (Rijksarchief Brussel, Schepengriffie van Kestergewant).

In 1770 heet de molen “te Tomberg” en Jan-Bt. Van Lierde was er alsdan maalder. Na hem was het zijn zoon Judocus, gehuwd met Cath. Van Lathem; een andere zoon (gehuwd met Josine Clement) werd maalder te Edingen.
Namen en data, die in het houtwerk gekapt en gekerfd staan, werpen eenigszins licht over de eigenaars en de maaldersknechten. Omstreeks 1800 was de molen in ’t bezit van Désiré Van Lierde, pachter eigenaar te Kester. De molen bleef de eigendom van de familie Van Lierde tot in 1893, wanneer mijn vader zaliger, Jozef Walravens, den molen van hem gekocht heeft. Mijn vader (+ 18 Maart 1928), den 16n Februari 1861 te O.-L.-V.-Lombeek geboren, was een afstammeling van de gekende maaldersfamilie Walravens. Tijdens zijn jongelingsjaren heeft hij er met zijn broeder Jan den molen bestuurd.
De Van Lierde’s werkten veel met knechten of huurlingen, waaronder wij vermeld zien: Jozef Menschaert, 1817; J. Vermeeren, 1841; Désiré Dierickx, geboortig van Gooik, 1850; Pieter Goetaers, 1856; J.-B. Jacobs, van O.-L.-V.-Lombeek, 1891; eindelijk Max Milli en Frans Cabo.
Als molenaars, die in hun vak uitblinken, hooren wij ten huidigen dage nog vernoemen: Frans Cabo, geboren en woonachtig op de Heide; J.-B. Jacons, huurling tot in 1891, en die naderhand een eigen molen oprichtte op den Geilink, te Pepingen.
Geen enkele graanwindmolen of –stoommolen, buiten den onzen, draait nog te Kester. Nu wordt onze molen bestuurd door mijn broeders en zuster, onder toezicht van moeder, de We. Jozef Walravens. Heel waarschijnlijk komt er in den loop van het jaar een vuurmolen bij. Maar de windmolen, gansch nieuw opgeschikt en nog sterk om een eeuw te trotseeren, zal blijven bestaan!...

                                                                                                                        L. WALRAVENS

De G. & O. Kring van West-Brabant verneemt dit met het grootste genoegen. Indien ooit een beweging op touw gezet werd om, voor het nageslacht, een houten windmolen te bewaren dan moet de molen van Kester zeker in aanmerking komen. Die molen is een van de schoonste uit Brabant en de ligging ervan is zeer schilderachtig.  

Afbeelding De Molen “te Tomberg” – pentekening Paul Lindemans

Jan Avau, "KWB op winterwandeling naar maalderij Walraevens", Het Nieuwsblad, 17.01.2014.
Gooik - De KWB afdelingen van Leerbeek en Gooik-Strijland hielden hun jaarlijkse winterse avondwandeling. Bijna tachtig stappers vertrokken aan de zaal Parecia voor een tocht langs de Kesterheide naar de molen Walravens. Aan de maalderij werd even halt gehouden voor een jeneverstop en bracht Willy Juwet een boeiend molenverhaal. Als ode aan de molen zongen de wandelaars uit volle borst het toepasselijk lied 'Daar bij die molen'. De activiteit werd afgesloten met een discoavond in zaal Parecia.

Literatuur

L. Walravens, "Kester. De Molen van Walravens, oudtijds de Molen "te Tomberg", Eigen Schoon en de Brabander, XIII, 1930, p. 304-306 (met verkorte weergave van de prijsschatting uit 1730).
J.-F. Vincx, De Molens in 't Payottenland. Kester: Molen van Walravens, oudtijs de molen "Te Tomberg",  Eigen Schoon en De Brabander, XIII, 1930-1931, pp. 304-306. Inleiding p. 199 gedateerd St.-Kwintens-Lennik 24 augustus 1929)
J.-P. Tytgat, "Bossens en  molens in het land van Edingen, eigendom van de hertog van Arenberg in 1820", Het Oude Land van Edingen en Omliggende, XXIII, 1995, p. 96.
Moonens Serge, "Het windmolenbestand in Gooik. Eenoverzicht van de 8 Gooikse windmolens", Heemkundige Kring van Gooik, XXIV, 2009, 2 (nr. 84), p. 16-17.
Moonens Serge, "Wiekentaal. De taal van de windmolens", Heemkundige Kring van Gooik, XXIV, 2009, 1 (nr. 83), p. 20-21.
Bernard Roobaert, "Overzicht van de molens van de streek van Edingen met hun oudste vermeldingen", Molenecho's, XXIV, 1996, nr. 3-4, p. 116-180;
B. Roobaert, "Een overzicht van de molens van het Oude Land van Edingen en hun oudste vermeldingen", in: "Het oude Land van Edingen en Omliggende, Herne, jg. XXI, 1993, nr. 2, p. 97-133, ill.
Herman Holemans, "Kadastergegevens: 1835-1985. Brabantse wind- en watermolens. Deel 2: arrondissement Halle-Vilvoorde (A-L)", Kinrooi, Studiekring Ons Molenheem", 1991;
M.A. Duwaerts e.a., "De molens in Brabant", Brussel, Dienst voor Geschiedkundige en Folkloristische Opzoekingen van de Provincie Brabant, 1961.
Molenvereniging van het Pajottenland, "Op verkenning bij Jozef Walravens en echtgenote Georgette Raamdonck te Kester", 2009, www. molenverenigingpajottenland.be
J.F. Vinckx, De Molens van 't Payottenland, p. 18.
Jan Avau, "KWB op winterwandeling naar maalderij Walraevens", Het Nieuwsblad, 17.01.2014.

Mailbericht mevr. Viviane Musch-Heuwelx, Kester, 17.04.2016.

Overige foto's

<p>Tombergmolen<br>Molen te Tomberg<br>Molen Walravens</p>

Prentkaart 1950. Verzameling Ons Molenheem

<p>Tombergmolen<br>Molen te Tomberg<br>Molen Walravens</p>

Prentkaart. Verzameling Ons Molenheem

<p>Tombergmolen<br>Molen te Tomberg<br>Molen Walravens</p>

Pentekening Paul Lindemans

Stuur uw teksten over deze molen  | 
Stuur uw foto's van deze molen
  
Laatst bijgewerkt: maandag 22 mei 2017

 

De inhoud van deze pagina's is niet printbaar.

zoek in database zoek op provincie Stuur een algemene e-mail over molens vorige pagina Home pagina Naar bestaande molens