Molenzorg

Leuven, Vlaams-Brabant


Foto jaren 1950, kort voor de sloop. Verzameling Ton Meesters, Breda
Algemeen
Collectie
Verdwenen Belgische Molens
Naam

Spuimolen
Spaeymolen
IJzermolen op de Dijle

Ligging
Tervuursevest
3000 Leuven

op de Dijle
kadasterperceel D1227.


toon op kaart
Type
Onderslag watermolen
Functie
IJzergieterij
Gebouwd
1661 / 1842
Verdwenen
1866, stoommolen / 1890, herenhuis / 1952, sloop
Beschrijving / geschiedenis

Leuven breidde in de 14de eeuw haar stadsomwalling uit. Ook de waterpoorten maakten deel uit van het verdedigingssysteem. Op de plaatsen waar de Dijle en de Voer de stad binnenkwamen, had men de "Grote" en de "Kleine Spui": waterpoorten die bestonden uit een versterking boven een sluisgeheel.

In 1365 werd, als bekroning van de bouw van de tweede stadsomwalling, het sluizencomplex de "Grote Spui" opgericht. De grote sluis overbrugde de Dijle met vier arcades. In de  tweehonderd jaar die volgden op de bouw had de waterpoort, naast de zorg voor de  waterhuishouding, vooral een defensief karakter als onderdeel van de ver sterking.

Het is pas in de 16de eeuw dat er in de bogen van de sluizen ook een waterrad werd opgehangen. Dat zorgde voor de aandrijving van een watermolen. De molen werd in 1559 opgericht op de eerste arcade van de Grote Spui. Met een onderbreking in de 16de eeuw - het complex deed korte tijd dienst als papiermolen - heeft het gebouw tot 1813 zijn oorspronkelijke functie behouden. In 1837 werd het gebouw opgenomen in een groot graanmolencomplex.

Ondertussen was in 1661 bij de Grote Spui een ijzermolen gebouwd. Reeds na enkele jaren werd de ijzermolen noodgedwongen stilgelegd na vele moeilijkheden en daarop omgevormd tot moutmolen. Aan de andere kant van de sluizen, aan de overkant van de Volmolenbrug, werd een smoutmolen met brouwerij  opgericht.

In 1661 bekwam Gijsbrecht-Cornelis Schouten de toelating de vierde boog van de  sluis op de Dijle te gebruiken voor het oprichten van een ijzermalen, project waarvan de uitvoering oorspronkelijkbij de sluis op de Voer voorzien was. Het duurde niet lang, of de nijveraar moest zich bij de stadsraad beklagen over het feit dat «Adriaen Busse, pachter oft collecteur van se­kere belastinghe, geseten op het bauwt ende boschcolen, den verthoonder compt molesteren over het innebrenghen an bosch­ coolen», die voor zijn bedrijf  onmisbaar waren. De promotors van de ijzermolen zullen inderdaad in de aanwezigbeid van uit­gestrekte bossen ten zuidenvan de stad een gunstige factor gezien hebben. Indien de pachter van de belastingen gelijk kreeg, zou de kostprijs een verhoging ondergaan hebben, die de concurentiemogelijkheid beperkt zou hebben. Dat begreep de Raad vol­ komen en verklaard werd dat deijzergieterij vrij was van de in­ voerrechten op het hout en de boskolen (1).

Maar Schouten begon nu te denken dat alles hem toegelaten was. Hij plaatste in het derde gat van de sluis een «mergel», iets dat in het octrooi niet voorzien was. Hierdoor werden overstromingen op het grond­gebied van Heverlee veroorzaakt, waardoor de stad  in proces met de hertog van Aarschot geraakte. De wethouders zagen zich ver­plicht op hun beurt de exploitanen van de ijzermolen te vervol­gen. In de processtukken wordt Schouten «directeur van de ijsere molens» betiteld (2). Terecht of ten onrechte beklaagt deze er zich over het slachtoffer te zijn van «eenighe jalouse geesten (die) een soo loffelyck werck onder de hand hebben soecken te diverteren». Het blijkt ook dat nieuwe vennoten in de zaak gekomen zijn, namelijk «den edelen ende seer Eerw. Heer Pontus Alexander de France, proost van Seclin» en jonker Phi­lippus-Godefridus van den Wouwere, heer van Haren en schepen van Brussel.

In 1667 stonden de wethouders voor een nieuwe verrassing: het besluit van de vennoten den «slachmolen, gestaen aende Groote Spaije ende Revire vande Dijle binnen Loven, (te) transporteren ende cederen ten behoeve ende proffijte van Syne Mat. vollen eijgendom, om den selven te besitten ende approprieren tot eenen bantmolen" (3). François Goossens in die tijd pachter van de banmolens, nam volgende verbinte­nissen op zich:

1) «den voorschreven slachmolen tapproprieten tot eenen bant­ moutmolen ende tot dijen eijnde daer  inne te  hangen twee of te drij raeders met hetgene daer aen cleeft».
2) «alsoock een ofte twee raeders, dienende tot het slaen van smout, alles op sijn coste».
3) «te erigeren een cam ofte brouwerije voor Bamis toecamende 1669» (4).
4) deze installaties zouden eigendom worden van Zijne Majesteit.

Als tegenprestatie kreeg de pachter een huurcontract van 25 jaar. De pacht beliep 11.000 pond artois, jaarlijks te betalen vanaf Bamis 1670. De verkopers van de slagmolen kregen daar­van 2.000 gulden per jaar,gedurende 25 jaar. Vanzelfsprekend moesten zij de cijns van 36 pond voor het octrooi niet meer be­talen, maar de cijns voor de gietmolen bleef behouden, al werd deze van 30 tot 10 pond teruggebracht. Het was pas in 1673 dat het besluit uitgevaardigd werd door de Voorzitter van de Rekenkamer, waarbij de molen definitief als bijkomende banmoutmolen moest fungeren. Wie in de Mout-, Nieuw- of Sluis­molen niet bediend kon worden, mocht laten malen op de Spaij­molen, mits «aldaer boven den halffven mauter vanden vs. bant­ moutmolen (te) betaelen thien stuyvers op ider mudde, soo verre de selve aldaer gerieft worden binnen de sesse eerste daegen». Er werd nogmaals de nadruk gelegd  op het verbod buiten de vier banmolens te laten malen (5).

De stad zag deze beslissing met lede ogen en zij deed de heer van Haren een proces aan omdat hij de gebouwen een an­dere bestemming gegeven had als deze, die aanvankelijk opgege­ ven werd. Traditiegetrouw sleepte de zaak gedurende jaren. In­tussen hadden de burgerwachten door onvoorzichtigheid de «edi­ficien vanden eijseren molen verbrant ende gedestrueert», waar­voor de eigenaars 7.000 gulden schadevergoeding eisten. In 1683 werd met materiaal, toebehorend aan de geassocieerden een breuk gedicht, veroorzaakt door «het  groot waeter», waarvoor zij 400 gulden in rekening brachten. Het  geding eindigde in 1689 met een akkoord, waardoor beide partijen van hun wederzijdse eisen afzagen...

De moutmolen was intussen weeral tot een graanmolen ge­transformeerd, maar een ijzermolen zou hij niet meer worden. De droom van de gemeenteraad in de «Stadt Loven eene groote commercie van yserwercke» in 't leven te roepen was eens te meer verzwonden (6).

Ook de smoutmolen, waarover men het had in de overeen­komst van 1667, schijnt maar een kortstondig bestaan gehad te hebben. Het valt zelfs te betwijfelen of  het oorspronkelijk plan uitgevoerd werd. Inderdaad, volgens het wijkboek van 1675 was toen Jan de Bruyn eigenaar van een "Coren molen, regenoren de Deijle ter j", de stadsvesten ter ij",de bempden van het begijn­hoff ter iije, ende den bempt onder de vesten campeterende de stadt, ter iiije sijden» (7). Dat deze inlichting  juist is, blijkt ook uit de  akte van aankoop van de Gaffelmolen door de echt­genoten Henricus  Clavers-de Bruyn. De vrouw stelde toen haar kindsgedeelte in de Spajmolen in pand. Ook van een brouwerij maken de wijkbod 2/15, 1/20, 1/14, enz. te pas kwamen. De aantekeningen in het wijkboek zijn totaal onvoldoende om een klare kijk op de toestand te verkrijgen. Een zaak schijnt  zeker: in 1795 verwier­ven Josephus Boels «cum sua» de eigendom over «den geheelen molen en weyde cum annexis, genoemt den grooten Spaijmolen. regenoren de  Deijle ter ie, de stadsvesten ter ij", den wegh leydende van den eyseren molen naer den Schorsmolen ter iij" ende den grooten Beggijnhave ter iiije zeyden» (8).

Ferraris (1770-1777) geeft aan de overkant van de Grote Spui een vierkant volume weer: voormalige ijzermolen of de smoutmolen met brouwerij. Later wordt het geheel opgenomen in een groter geheel.  Tussen maart 1838 en mei 1842 werden vier gebouwen opgetrokken.

Eigenaars na 1830:
- voor 1834, eigenaar: De Bontridder-De Decker Joseph, rentenier te Leuven
- later, erfenis: de weduwe en de kinderen (kinderen: a) De Bontridder Henri François, molenaar te Leuven, b) De Bontridder Jean François, molenaar te Leuven, c) De Bontridder Marie Elisabeth, weduwe Bellestraete, d) De Bontridder Anne Catherine, echtgenote Lambert François, handelaar te Leuven, e) De Bontridder François Joseph, winkelier te Borgerhout, f) De Bontridder Marie Anne, zonder beroep te Leuven en g) De Bontridder Jeanne, echtgenote Verdeyen Corneil, advocaat te Leuven (overlijden van Joseph De Bontridder)
- 23.08.1839, verkoop: Lambert-De Bontridder Franciscus, graankoopman te Leuven (notaris Hollanders)
- 24.04.1856, verkoop: Peters Gilles en kinderen, graankoopman te Sint-Truiden (notaris Coemans)

Mutaties na 1830:
- 1842-1844: herbouw als industriële maalderij
- 1848: werd graanmolen en schorsmolen
- 1849: vergroting, opnieuw enkel graanmolen
- 1875: plaatsing stoommachine: graanmolen door water en stoom
- 1866: uitschakeling waterkracht, graanstoommolen
- 1890: omvorming in herenwoning
- periode 1912-1952: sloop gebouwen; het maalderijgebouw van de Spuimolen in 1952

Vanaf januari 1912 werd een aanvang gemaakt met de sloop van de gebouwen.

Van mei tot oktober 1933 voerde men, opnieuw in opdracht van de stad Leuven, een aantal werken uit die voor een betere bescherming van de sluizen moesten zorgen. Daarbij werd ondermeer boven het sluizensysteem een dak van gewapend beton aangebracht.

Bij de aanleg van de Leuvense ring in 1952 werd de Volmolenbrug nogmaals verbreed. Het gebouw uit 1842 aan de overkant van de straat was daarbij het laatste fabrieksgebouw dat onder de sloophamer ging.

Van de constructie die oorspronkelijk bekend stond als de Grote Spui en die uiteindelijk via de vol- en ijzermolens uitgroeide tot een indrukwekkend fabriekscomplex, is vandaag voornamelijk het gedeelte bewaard dat vroeger de waterpoort uitmaakte.

Aan de veldzijde van de poort, zijn een zandstenen onder- en een bakstenen bovenbouw zichtbaar. Voor de boog die zich het dichtst bij de Tervuursepoort bevindt, hangt een ijzeren passerelle. Ter hoogte van dezelfde arcade wordt de monochromie van zandsteen verbroken door een bakstenen booglijst en wijzen bouwnaden in de bovenbouw op het gebruik van verschillend baksteenmateriaal. Ten slotte maakt ook een zandstenen torentje deel uit van de oorspronkelijke waterpoort. Het gaat hier om een arkel met getrapte aanzet en een vijfhoekige basis. Vanuit de huidige Tervuursevest bekeken zijn de sluizen gedeeltelijk verborgen achter een lage bakstenen muur. Het sluizensysteem, dat zich onder een betonnen bovenbouw bevindt, bestaat uit vier bogen met houten sluisdeuren die opgehaald kunnen worden met een tand- en heugelsysteem. Sinds hun ontstaan zijn aan deze sluizen voortdurend herstellings- en aanpassingswerken uitgevoerd.

De Grote Spui werd op 23 oktober 2009 beschermd als monument, omwille van zijn historische (overblijfsel tweede stadsomwalling) en industrieel-archeologische (sluizen en watermolens) waarde.

A. MEULEMANS & H. HOLEMANS

Bijlagen

 

Literatuur

Voetnoten

(1) Stadsarchief Leuven (SAL), 322, f° 325 v°.
(2) SAL 3595.
(3) SAL 3619.
(4) SAL 3613.
(5) SAL 2097 en 3596.
(6) SAL 1224 - blz. 368-372.
(7) SAL 2544/VII/77.
(8) SAL 2552. f° 68 v°.

Archieven
- Bovenstaande voetnoten
- Stadsarchief Leuven. Het talud ter hoogte van de Naamsevest: Resolutieboeken Regentschapsraad, dossiers 11175 tot en met 11179 (28 augustus 1819-31 december 1833), Resolutieboeken College van burgemeester en schepenen, dossiers 11131 tot en met 11147 (1820-20 juli 1829), Modern Archief, dossiers 9226 (1913-1915), 8708 (1931), 19863 (1947-1955)
- Archief Agentschap Onroerend Erfgoed Vlaams-Brabant, Tervuursevest, Grote Spui

Werken
Lieven Denewet, "Volmolens in Vlaanderen en Waals-Brabant. Deel 1. Geografische en chronologische inventaris", in: Molenecho's, jg. 1988 (themanummer)
M.A. Duwaerts e.a., "De molens in Brabant", Brussel, Dienst voor Geschiedkundige en Folkloristische Opzoekingen van de Provincie Brabant, 1961;
Herman Holemans, "Kadastergegevens: 1835-1985. Brabantse wind- en watermolens. Deel 4: arrondissement Leuven (A-L)", Kinrooi, Studiekring 'Ons Molenheem', 1993
A. Cresens, 150 jaar fotografie te Leuven, Brugge, 1989, p. 129-134.
A. Meulemans, De Leuvense watermolens in Eigen Schoon en de Brabander, jaargang 46, nr. 1-2, 1963, p. 34-37.
A. Meulemans, "Leuvense Ambachten. De Maalders", in: Eigen Schoon en de Brabander, XLVII, 1964, p. 271-300:
M. Tits, De Leuvense watermolens in Mededelingen van de Oudheidkundige Kring voor Leuven en omgeving, jaarboek 1986, p. 3-5, 23-26.
G. Vandegoor, Leuven, 1998, p. 33-46.
Ons Molenheem, 2008, 4, p. 78.
E. Van Even, Louvain dans le passé et le présent, Leuven, 1895, p. 204.
Lydie Mondelaers & Clara Verloove i.s.m. Diane Van Roy, Marjolijn Van Damme & Katharina Meulemans, Inventaris van het bouwkundig erfgoed. Provincie Vlaams-Brabant. Leuven binnenstad. Herinventarisatie. Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen. VLB2, 2009
Geert Sterckx, De Dijle door Leuven, vergeten kracht of drijfkracht, in: Ons Heem, 2008, 2, p. 49.
Verloren monument. Tentoonstelling over de Leuvense tweede ringmuur, Leuven, 1995.
Boonen W., Geschiedenis van Leuven. Geschreven in de jaren 1593 en 1594, Leuven, 1880.
Crab J., Godts H., e.a., Van grafelijke burcht tot eerste stad van Brabant, in Leuven "de beste stad van Brabant". I: De geschiedenis van het stadsgewest Leuven tot omstreeks 1600. Jaarboek Arca Lovaniensis 7, Leuven, 1980, p. 47-112.
Lodewijckx M. & Vandekerchove V. "Stadsarcheologisch onderzoek Leuven: sporen in de Dijle (Vl. Brab.)", Archaeologia Mediaevalis, XIX, 1996, p. 51-53.
Meulemans A., Atlas van Oud-Leuven, Leuven, 1981, p. 131, 143-145, 201-225, 323, 327.
Meulemans A., Huizen en straten van het Oude Leuven: bewerking, aanpassingen, aanvullingen door P. Reekmans, H. Meulemans, L. Galicia in Jaarboek Leuvens Historisch Genootschap, Leuven, 2004, deel I: patrimonium, p. 275-331; dl. II: atlas, p. 11.
Peeters M., Gids voor Oud-Leuven, Antwerpen, 1983.
Uytterhoeven R., Leuven, Bierstad door de eeuwen heen, Leuven, 1983.
Uytterhoeven R., Leuven Weleer. Van Volmolen tot Wilsele: langsheen de Dijlevallei en de Vaart, deel 4, Leuven, 1988.

Overige foto's

<p>Spuimolen<br>Spaeymolen<br>IJzermolen op de Dijle</p>

Verzameling Ons Molenheem

Stuur uw teksten over deze molen  | 
Stuur uw foto's van deze molen
  
Laatst bijgewerkt: zondag 1 mei 2016

 

De inhoud van deze pagina's is niet printbaar.

zoek in database zoek op provincie Stuur een algemene e-mail over molens vorige pagina Home pagina Naar bestaande molens