Molenzorg

Lippelo (Sint-Amands), Antwerpen


Schilderij (coll. familie Van Eetvelt)
Collectie
Verdwenen Belgische Molens
Naam

Molen van Lippelo
Molen Van Eetvelt

Ligging
Oppuurseweg 53
2890 Lippelo (Sint-Amands)

Molenveld
Wipheide (gehucht)
kadasterperceel A259


toon op kaart
Type
Staakmolen met open voet
Functie
Korenmolen
Gebouwd
voor 1630
Verdwenen
1901, sloop
Beschrijving / geschiedenis

De Molen van Lippelo of Van Eetvelt, naar de laatste molenaars, was een houten korenwindmolen op het Molenveld aan de westzijde van de Oppuurseweg (nr. 53).

Hij werd voor 1630 opgericht. Het "Cheyns ende leenboeck van Melis, Roost ende Wolputte" van Willem Hoffman vermeldde op 3 juni 1630 Jan Verhaegen als "besetman" op de molen. Hij kwam zijn broer Willem vervangen die zijn intrek nam in de molen van Steenhuffel.

In het notariaat van Geeraert Van Paesschen uit Liezele steekt een huurcontract van 20 september 1635, waarbij "besetman" Jan Verhaegen zijn molen en molenhuis voor een periode van 6 jaar verhuurde aan Joos Geens. Jan Verhaegen handelde als gevolmachtigde, maar viste blijkbaar in meerdere watertjes. Alhoewel hij in Lippelo woonde, bezat hij ook een molen in Heindonk. Via een notariële akte van 18 februari 1640 maakte hij deze molen en landerijen te Lippelo over aan zijn vrouw Joanna Stassijns. Jan Verhaegen ging tot driemaal toe een lening aan bij Willem Hoffman. In ruil diende hij een jaarlijkse rente van 95 gulden af te betalen. Hiervan kwam echter niet veel terecht. In 1638 was het de moeder van Jan die de betaling deed en in 1654 betaalde hijzelf 1300 gulden.
Jan Verhaegen stamde uit een rasechte molenaarsfamilie. Zijn ouders Willem en Odilla Geerts kochten en herbouwden rond 1600 de ruïne van de Herbodinnenmolen te Malderen, nadat zij eerst huurder waren geweest van de Marselaermolen te Steenhuffel.

Als molenaars kregen we achtereenvolgens Jan Van de Perre (1641), Bernard de Swerte ( 1647) en Adriaen van Breedam (1653).

Toen Willem Hoffman in 1659 overleed, ging de molen bij erfenis over in handen van Francisca d'Alvarado, de weduwe van Michiel Assevedo. Amper twee maanden later zou zij deze verder schenken aan de zoon van haar broer, George d'Alvarado, gouverneur van Fort Saint-Antoine of l'Escarpe bij Douai in Frankrijk.

De van Hoffman geleende som was nog steeds niet terugbetaald en Jan Verhaegen werd van de molen gezet. Peter De Maeyer werd de nieuwe "besetman" en molenaar. Jan Verhaegen vonden we terug in 1672 als eigenaar vande molen te Kapellen op den Bos.

In 1689 kwam de molen in bezit van burggraaf Jan Willem d'Alvarado (+1735). Jan Willem was de oudste zo on uit het eerste huwelijk van Don George en Catharina de Ongins. Vanaf 1680 was hij Ontvanger-Generaal van Domeinen en Financiën van de Spaanse Nederlanden en was gehuwd met Clara Rubens. Haar vader Albert was de broer van de beroemde schilder Pieter Paul Rubens. Jan Willem d'Alverado was één van de kleurrijkste personen die het domein Melis bewoonden. Alhoewel hij schepen in Brussel was, verbouwde hij het hof te Melis uit met de typsiche binnentuinen. Vanaf 1701 mocht hij de titel "burggraaf" voeren. Van het feodaal Hof van Grimberge; nam hij de leengoederen in Lippelo over.

Onder zijn 46-jarig bewind verbleven meerdere molenaars op de molen. Gilles Verhaevert was de eerste en beslist niet de gemakkelijkste. Hij was eerst molenaar te Opdorp, maar in 1698 werd hij molenaar in zijn eigen Lippelo. In 1695 was hij in conflict geraakt met Andreas d'Alvarado. Hij weigerde een 21-jaar oude achterstallige belasting te betalen. Van de heer Frambach kocht hij "canthout". Hij betaalde driekwart, de rest heeft Frambach, ondanks bedreigingen, niet gekregen. In 1697 beschuldigde hij Louis Vergauwen dat hij graan uit de molen van Opdorp had gestolen. Jan Piessens en Peter Moortgat waren getuigen ... tegen betaling van vijf stuivers.

Anderzijds waren het rumoerige tijden. In 1702 was de Spaanse Successieoorlog uitgebroken, de Zuidelijkee Nederlanden dienden hierbij andermaal als slagveld in de strijd tussen Frankrijk, Spanje en Nederland. Onze streken kregen om de haverklap doortrekkende soldaten op logies. Zo oook bij molenaar Verhaevert. Hij gaf tientallen soldaten onderdak en eten, leverde stro, verzorgde een ruiter en zijn paard en zo ging het lijstje verder.

Huurder-molenaar Gilles Verhaevert overleed in 1711 en zijn weduwe Cahtarina Rochtus wilde het huurcontract tot 1716 verderzettten. Eigenaar d'Alvarado stuurde haar echter notaris Verheyen met de vraag "wanneer dat sij verstaet den wintmolen met d'huisinghe te ruijmen", het antwoord was even kort als duidelijk "als mijne tijt uyt is". Het kwam uiteindelijk nog tot een geschil voor de Raad van Mechelen, zodat het duurde tot 1717 voor de nieuwe maalder Christiaen Spruyt aan de slag kon. Lang heeft hij echter niet kunnen malen, op 24 december 1721 stierf hij. Zijn vrouw Petronella Moens en vier kleine kinderen bleven achter. Petronella huwde twee maanden later (Lippelo 28 februari 1722) met molenaar Joannes Van Engelgem. Hij was al helper-molenaar bij Christiaan Spruyt en zette bijgevolgd diens werk verder. Lang duurde ook dit huwelijk niet. Joannes overleed vijf jaar later (6 januari 1727). Joannes en Catharina kregen samen nog twee kinderen, de weduwe bleef achter met zes minderjarige kinderen.

De molen was intussen weer aan herstelling toe. De molenmakers Peeter De Backer en Peeter De Ridder klaarden de klus. Voor het smeedwerk werd beroep gedaan op Daniel Zegers en Peeter Nobel (1727). Gilles Verhaevert junior werd de nieuwe molenaar. Van 1747 tot 1757 vinden we hem terug als molenaar van de Koevoetmolen te Malderen, een watermolen, wat tevens bewijst dat de molenaars de techniek van wind- en watermolens beheersten.

Catharina d'Alvarado (°1685 - +1776), de dochter van Jan Willem d'Alvarado, was gehuwd met Karel de Blondel. Zij erfde het beheer over de molen in 1735. Geeraerd van Hoeymissen was toen net als pachter-molenaar aangesteld en blijkbaar werd zijn werk gewaardeerd, want in 1739 tekende hij voor een tweede periode tot 1744.

De molen bleef in vrouwenhanden. Catharina de Blondel, de dochter van Karel, gehuwd met Ferdinand, baron van Bornem, kreeg de molen in haar bezit. Bij het verstrijken van de huurtermijn in 1739 liet zij een schatting van de molen doen. Vermeld stond: "Geeraert Van Hoymissen afgaende meulder en Peeter Leemans aencomenden meulder". Schatters van dienst waren de molenmakers Peeter Van Damme uit Sint-Amands en Jan De Ridder uit Baasrode. Peeter Leemans zou slechts vier jaar op de molen vertoeven (zie de schatting in bijlage)

De molenaar is steeds een man van aanzien geweest binnen de parochiegrenzen. Zo zijn Gilles Verhaevert (1730), Geeraerd Van Hooimissen (1738) en Peeter Leemans (1749) allen kerkmeester in Lippelo geweest. Onder Catharina Blondel troffen we nog Daniel Servaes als molenaar. Hij stierf in 1775 en het was zijn weduwe Theresia Van Achter (°1723 - +Lippelo 1791) die de huurtermijn zou voleindigen.

We zien de molen aangeduid op de Ferrariskaart van ca. 1775 met het bruin symbool van een standaardmolen onder de benaming "Moulin de Lippeloo" en telkens zonder naam op de Atlas der Buurtwegen (ca. 1842), de topografische kaart van Vandermaelen (ca. 1850) en de kadastrale kaart van P.C. Popp (ca. 1860). 

Kadastrale beschrijving uit 1821:
"Moulin à vent à farine. Exploité par le propriétaire. D'après les renseigenemnts pris et en égard de sa situation il a été évalué, déduction faite de revenu de la superficie, à un revenu brut de f. 480, un tiers à déduire puor réparation etc. f. 160, reste un produit net de f. 320."

Eigenaars na 1830:
- voor 1834, eigenaar: Rollier Judocus Franciscus, landbouwer te Sint-Amands
- later, erfenis: de erfgenamen: a) Servaes Désiré, molenaar te Sint-Amands, b) Vankerckhoven Emerence, c) Vankerckhoven Stephanie, d) Vankeckhoven Caroline, e) Vankerckhoven Auguste, f) Vankerckhoven Guillaume, g) Vankerckhoven Charles, h) Vankerckhoven Mathilde en i) Vankerckhoven Charles Constant, handelaar te Antwerpen (overlijden van Judocus Rollier)
- 14.06.1848, verkoop: Vanderfosse Cathérine Thérèse Ghislaine, weduwe de Beughem Charles Antoine Ghislain, eigenaar te Brussel (notarissen Peeters en Vandijck)
- 11.01.1877, deling: de Beughem de Houthem Juliette Lambertine Ghislaine, eigenares te Brusel (notaris Meeus)
- 15.12.1880, verkoop: Van Eetvelt-Van Milders Arnold, landbouwer te Lippelo (notaris Cattersel)
- 06.07.1886, erfenis: en de kinderen (overlijden van vrouw Van Milders)
- 28.08.1890, gift: Van Eetvelt-Hermans Camille, landbouwer te Lippelo (notaris Basteyns)
- 16.02.1901, verkoop: (van de grond) de Beughem de Houtem Edmond Jules Leon Ghislain, eigenaar te Lippelo (notaris Basteyns)

Op 16 februari 1901 verkocht Camille van Eetvelt-Hermans de grond waarop zijn standaardmolen stond, waarbij de molen zelf geen deel uitmaakte van de verkoop. De koper was Edmond de Beughem de Houthem, grondeigenaar te Lippelo.

Camiel Van Eetvelt-Hermans was in 1890 via erfenis in bezit gekmen vna de graanwindmolen en het molenhuis tegenover de molen. De molen was in verval geraakt. In 1899 werd de molenvijver net naast de molenberg gedempt en hierop bouwde Camiel een huis, weliswaar voor een stukje op de openbare weg. Dit bouwmisdrijf is inmiddels verjaard en gelegaliseerd. Het werd de herberg "De Koophandel". Dat zelfde jaar kocht hij in het dorp een gebouw en grond (A 98) van de smedenfamilie De Ost. In 1901 richtte hij daar een stoomgraanmolen in. In 1935 werd deze nog met een gasmotor uitgerust. Vijf jaar later bij het begin van de tweede wereldoorlog, stopte de maalderij. In 1948 werd de maalderij ontmanteld en de gebouwen als magazijn ingericht. Petrus Van Eetvelt zou er zijn vervoerbedrijf opstarten.

De windmolen werd in 1901 gesloopt. Jozef Van Eetvelde, getuige van de afbraak, wist te vertellen dat men eerst een steunpunt (teerling) stuksloeg, waarna de molenkast met touwen richting Molenweg werd omvergetrokken. De vrijgekomen grond werd verkocht aan Edmond burggraaf de Beughem.

Het nieuwe moolenhuis, herberg "De Koophandel" werd op 23 juni 1903 verkocht aan Frans Hallez-Ceurvelt uit SIint-Amands. Het oude molenhuis schuin tegenover de molen (A246-27) bleef tot 1929 in handen van de familie de Beughem. Op 24 juli 1929 kocht Philip Goossens-Ceurstemont het molenhuis. Hij liet hem slopen en bouwde een nieuwe woning op het vrijgekomen stuk.
De laatste bewoners waren Louis Van Humbeeck en zijn dochter Jeannette, zij huwde beenhouwer Albert Obus uit Malderen. De woning was opgesplitst in twee, want ook Karel Ceurstemont ("sjale kobe nant") woonde in het huis, hij was gehuwd geweest met de zus van Louis Van Humbeeck. In 1967 werd het huis afgebroken. Zo verdween de laatste herinnering aan de molen van Lippelo.

Eddy WAUMANS, Jos WINCKELMANS & Herman HOLEMANS

Bijlagen

Prijsschatting van de staande werken van de molen te Lippelo in 1739.
Rijksarchief Antwerpen, Notariaat J. Adrianus Aerts - Puurs. Akte van 18 februari 1739. Prijsschatting door molenmakers Peter De Backer en Peter Van Damme (bewerkt in Ons Heem, 35, 1981, p. 17-18 en in Molenecho's, X, 1982, 2, p. 64-72).

In den eersten de vier tairlingen gemeten vijf voeten hooghde, gepresen op -86-0
Item de onderplaet met haer vier banden ende blocken, gepresen op           -54-10
Item de bovenplaet met haer vier banden ende blocken, gepresen op         -100-5
Item den staeck met den zetel, ysere maene ende vier ysere banden, gepresen op -115-0
Item den steenbalck met syn ysere maene ende andere toebehoorten, gepresen op -68-0
Item den steegher met den steirt met syn hangelhouten ende het yserwerck met alle syne toebehoorten gepresen op -54-10
Item de voughouten, saedelhouten ende het yserwerck, gepresen op -30-0
Item den ondersten solder met syne rebben ende het berdt, gepresen op -11-0
Item de vondels met de pasbrugghen ende het steenbedde van achter en van vooren, met de meilgoten ende backen met den cleynen steegher ende de meilkiste, geresen op -38-0
Item de steen recht zijde, ende de pranzijde, te weten: twee dackleysten, twee waterlijsten, vier klauwsteylen met de banden ende reyghels, gepresen op -248-5
Item den voorweegh met den wintweegh met syne balcken ende met de schaellien, bauten ende vier hoecksteijlen, tsaemen gepresen op -270-0
Item den wintpulm met twee ysere balcken ende den steunbalck met den pinnebalck ende twee marber steenen met syn  kelven, gepresen op -18-0
Item de kap met haer kepers waeygespan creupelgespan met schaellieberdt ende nagelen, gepresen op -91-18
item de rinckhouten met syn blocken, lichtriemen, steenhouten, krickers, kontysers, gepresen op -11-15
Item kuypen, backen, tremelhouten, korenkist, scheilen, gepresen op -20-15
Item de prangen met den vleughel met syn yserwerck is gepresen op -11-0
Item de watergote met de waterdeur gepresen op -4-0
Somma sommarum van t voorz geheel taxaet ghedaen staende prysye in courant geldt beloopt ter somme van twelf hondert dryen negentigh guldens ende ses stuyvers. Dico: 1293-6.

--------------------------

Eddy Waumans & Jos Winckelmans, "De molen van Lippelo als een liefdesnestje..."
Bron: Rijksarchief Antwerpen, 3625. Notariaat Adriaen Verheyden - Puurs. Akte van 14 mei 1712. Joanna Catharina De Vroede verwacht kind, verwekt in de molen te Lippelo.
Bestudeerd in: Eddy Waumans & Jos Winckelmans, "Molens in de fusiegemeente Sint-Amands. De windmolen van Lippelo", in: "Klein-Brabants Molenboek". Jaarboek van de Vereniging voor Heemkunde in Klein-Brabant vzw, 44e jg., 2009, p. 207.

De molen van Lippelo werd in 1712 als een liefdesnestje gebruikt. Dat blijkt uit een akte veleden bij de Puurse notaris Adriaen Verheyden op 14 mei 1712. Nicolaes Saeys, die vroeger in Lippelo woonde en er knecht was bij molenaar Dominicus Van Achter en thans inwoner van Temse, "oud omtrent de 30 jaeren" werd opgeroepen als getuige ten verzoeke van Gaspar Segers.
De vader van Joanne Catharina De Vroede had haar dochter met Dominicus Van Achter in de molen op de molenzakken betrapt, bij het bedrijven van het liefdesspel: "differente reizen gedaen en boven dijen". De akte werd opgemaakt in het huis van Daniel De Raedt. Aan hem had Dominicus Van Achter verklaard Gaspar Segers het kind niet alleen had gemaakt en dat hij "daar ook enen oor aan hadden gemaakt". Het was blijkbaar niet de eerste keer want De Raet had Van Achter "differente reizen te hebben horen repeterenen van alle zo concentreren zij assistanten". Dominicus Van Achter was binnen de gemeente een man van aanzien. Hij was een tijdlang kerkmeester, hij was gehuwd met Maria Van Boom. Beiden werden in de kerk van Lippelo begraven. Aldus gedaan en gepasseerd tot Lippeloo ten huize van Daniel De Raedt. "Ter presentie van Peeter Saeys en Jan Bijlmaeckers, getuigen hiertoe verzocht en gebeden".

De personen uit bovenstaand verhaal (1712)
- Adriaen Verheyden, notaris te Puurs, die de akte opstelde
- Nicolaes Saeys huwde te Liezele op 31 december 1713 met Catharina Van Paessche. Hij was in 1712 ongeveer 30 jaar en woonde dan in Temse. Voorheen was hij knecht bij molenaar Dominicus Van Achter te Lippelo.
- Dominicus Van Achter was geboren te Lippelo op 16 november 1689 en was de zoon van Philips en Susanne De Boeck. Hij was gehuwd met Maria Van Boom. Dominicus was kerkmeester in 1743 en overleed op 26 augustus 1750. Hij was eigenaar en molenaar op een molen in Lippelo.
- Zijn echtgenote Maria Van Boom overleed op 8 juni 1755. Beiden werden in de kerk van Lippelo begraven.
- Daniël De Raedt, geboren te Oppuurs op 12 september 1673 was de zoon van Gilles en Anna Van Waerbeke.
- Gaspar Segers: riep Nicolaes Saeys op als getuige
- Peter Saeys was getuige
- Jan Bijmaeckers was getuige

De uitdrukking "Iemand een oor aannaaien" betekent iemand een loer draaien. In Brabant ook gebruikt wanneer iemand is "vreemd geweest".

Volgens een mailbericht op 21.10.2016 van historicus Dirk Binon aan ons betreft het niet de molen van Lippelo en klopt het verhaal niet.

Literatuur

Archieven
Rijksarchief Antwerpen, 2865. Notariaat Geeraert Van Paesschen - Liezele.
- Akte van 20 september 1635. Verhuurcontract tussen Jan Verhaegen en Joos Geens
- Akte van 18 februari 1640. Schenking van Jan Verhaegen aan zijn vrouw Joanna Stassijns
Rijksarchief Antwerpen, 2866. Notariaat Geeraert Van Paesschen - Liezele.
- Akte van 18 januari 1645. Verhuurconctract tussen Jan Verhaegen en Pieter De Bleer, zoon van Jaecques.
- Akte van 18 augustus 1645. AUgustijn de Bleser, oud 75 jaar, geboren te Malderen in 1570, getuigt voor Joachim Marchant dat Jan Muldermans (58 jaar) geboren in 1587, woonachtig was binnen de parochie en Jan Verhaegen (60 jaar), geboren in 1585 en wonende te Lippelo, van jongsaf op de Herbodinnenmolen te Malderen heeft gewoond.
- Akte van 30 april 1649. Verhuurcontract tussen Jan Verhaegen en Bernard De Swerte.
- Akte van 20 september 1649. Jan Van de Perre met consent van Jan Verhaegen, laat de pacht over aan Bernard De Switser. Borg stond Jan De Vos (Zele).
- Akte van 8 maart 1653. Verhuurcontract Guilliam en Jan Verhaegen, met Adriaen Van Breedam
- Akte van 10 december 1653. Jan Verhaegen te Lippelo verkoopt zijn molen te Heindonk aan Adriaen Van Breedam.
Rijksarchief Antwerpen, 3625. Notariaat Adriaen Verheyden - Puurs. Akte van 14 mei 1712. Joanna Catharina De Vroede verwacht kind, verwekt in de molen te Lippelo.
Rijksarchief Antwerpen, film 1072043, Notariaat Adriaen Verheyden - Puurs. Akte van 19 februari 1733. Verhuurcontract tussen Vicomte d'Alvarado en Gerard Van Hooimissen.
Rijksachief Antwerpen, film 1072049. Notariaat Adriaen Verheyden - Puurs. Akte van 26 februari 1733. Verhuurcontract tussen Vicomte d'Alvarado en Gilles Verhaevert.
Rijksarchief Antwerpen, film 1072049 - Notariaat J. Verheyden - Puurs. Akte van 23 maart 1716. Weduwe Gilles Verhaevert moet de molen verlaten.
Rijksarchief Antwerpen, film 1072049 - Notariaat J. Verheyden - Puurs. AKte van 14 oktober 1718. Verhuurcontract tussen Vicomte d'Alvarado en Christiaan Spruyt.
Rijksarchief Antwerpen, Notariaat J. Adrianus Aerts - Puurs. Akte van 18 februari 1739. Prijsschatting door molenmakers Peter De Backer en Peter Van Damme (bewerkt in Ons Heem, 35, 1981, p. 17-18).
Rijksarchief Antwerpen, film 1071497. Akte van 6 augustus 1744. Baron de Boneem verhuurt windmolen aan Peeter Leemans.
Rijksarchief Antwepen, film 1071497. Akte van 20 februari 1745. Molenmakers Pieter Van Damme (Sint-Amands) en Jan De Ridder (Baasrode) schatten de windmolen van Lippelo.
Rijksarchief Antwepen, nr. 12230. Notariaat Cottersel-Bornem. Akte van 15 december 1880. Verkoop molen aan Arnold Van Eetvelt door Juliette de Beughem.
Rijksarchief Antwerpen, nr. 12235. Notariaat Cattersel - Bornem. Akte van 28 augustus 1890. Kaveling goedeen echtpaar Arnold Van Eetvelt - Van Milders.
Rijksarchief Antwerpen, boek 12786 nr. 112. Notariaat J.J. Peeters - Sint-Amands. Akte van 15 juni 1848. Verkoop goederen Judocus Rollier, 140 kopen; de molen is koop nr. 46)
Notariaat Eugeen Basteyns-Liezele. Akte van 20 maart 1901. Gift onder levenden door Josephus, Carolus, Denis en Carola Van Eetvelt ten voordele van hun broer Camillus, met betrekking tot de molen en het woonhuis er tegenover.

Werken
Eddy Waumans & Jos Winckelmans, "Molens in de fusiegemeente Sint-Amands. De windmolen van Lippelo", in: "Klein-Brabants Molenboek". Jaarboek van de Vereniging voor Heemkunde in Klein-Brabant vzw, 44e jg., 2009, p. 200-209.
J. Van Elsen, "Geschiedenis der parochie Lippeloo", Eigen Schoon en de Brabander, 1931, p. 209-226, 250-271, 331-347.
J. De Roover, "Huurkontrakt van windmolen te Lippelo in 1739", Ons Heem, jg. 35, 1981, 1, p. 17-18.
A. Honings, "Bijdrage tot de geschiedenis van Lippelo", eerste deel, 1981 (220 p.); tweede deel, 1987 (199 p.)
J. Winckelmans, "Familie de Beughem, heren van Melis - Van Lodewijk van Bourgondië tot de Beughem", onuitgegeven.
J. Winckelmans, "Kasteel Melis te Lippelo", Jaarboek 2000 van de Vereniging voor Heemkunde in Klein-Brabant vzw.
J. De Keersmaecker, "De graanwindmolen van Lippelo - Oude akten in verband met de molen", 19 p., onuitgegeven
J. Van Stappen, "Andermaal de Spaanse familie d'Alvarado in Opdorp en omstreken", in: Ter Palen (tijdschrift heemkundige kring Buggenhout) (12 p.)
M. Van Auwenis, "De familie Van Bodeghem - 1086 tot ca. 1600", 54 p. Universiteit Leuven, thesis, academiejaar 1986-1987.
"Cronijck van Jan Verheyden (1690-1766) - Burgemeester van Lippelo".
J. Daelemans (pastoor), "Geschiedenis van de gemeenten Malderen, Opdorp, Lippelo en Liezele", handgeschreven tekst afgeleid uit "echte oorkonden" verzameld en geschreven omstreeks 1858.
"Dagboek van Judocus De Keyser", handgeschreven tekst met wetenswaardigheiden uit Klein Brabant uit de periode 1827-1850.
E. Waumans, "De windmolen van Lippelo", onuitgegeven bewerking van oude akten in verband met de windmolen van Lippelo.
H. Holemans & P. Lemmens, "Molens van Klein-Brabant, Mechelen en de Rupelstreek", Nieuwkerken-Waas, Ten Bos, 1987, p. 88-89.
H. Holemans, "Beschrijving van de wind-, water- en rosmolens in de provincie Antwerpen rond 1830. Lier-Merksplas", Ons Molenheem 1994, nr. 1, p. 13-16.
Herman Holemans, "Wind- en watermolens van de provincie Antwerpen. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 3. Gemeenten P-Z", Opwijk, Studiekring Ons Molenheem, 2011.
P. Lemmens, "Molenoverzicht uit het arrondissement Mechelen van 1830 tot heden", Borgerhout, 1963.
Herman Holemans, "Wind- en watermolens van de provincie Antwerpen. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 2. Gemeenten H-O", Opwijk, Studiekring "Ons Molenheem", 2010.
(L. Goeminne), "De molenschattting als historische bron voor een Vlaamse molenterminologie. Prijsschatting van het staande werk van een windmolen te Lippelo in 1739", Molenecho's, X, 1982, 2, p. 64-72.

Mailberichten
Dirk Binon, 21.10.2016, over de molen van Lippelo als een liefdesnestje in 1712 - zie bijlage)

Stuur uw teksten over deze molen  | 
Stuur uw foto's van deze molen
  
Laatst bijgewerkt: zondag 23 oktober 2016

 

De inhoud van deze pagina's is niet printbaar.

zoek in database zoek op provincie Stuur een algemene e-mail over molens vorige pagina Home pagina Naar bestaande molens