Molenzorg

Leuven, Vlaams-Brabant


Natuurgetrouwe pentekening, 1615. Repr. Verzameling Ons Molenheem
Algemeen
Collectie
Verdwenen Belgische Molens
Naam

Borchmolen
Voermolen

Ligging
Mechelsestraat
3000 Leuven

bij de Voerbrug
op de Voer
800 m N v.h. centrum
kadasterperceel A274


toon op kaart
Type
Watermolen
Functie
Korenmolen
Gebouwd
voor 1383 / na 1845
Verdwenen
1845, gesloopt na brand / jaren 1950, sloop gebouw
Beschrijving / geschiedenis

De Voermolen (naar zijn ligging op de Voer) of de Borchmolen (naar de verdwenen versterkte en extra muros gelegen hertogelijke hoogteburcht op de Keizersberg) was een korenwatermolen met onderslagrad. Hij was gelegen aan de oostzijde en op het einde van de «Borchstrate», dit is de Mechelsestraat, in de buurt van de Keizersberg en van de monding van de Voer. bij de Voerbrug.

De molen maakte  naar alle waarschijnlijkheid oorspronkelijk deel uit van het domein van de hertog. Moeten we het vereenzelvigen met het «molendinum Wure», dat reeds in de XIVe eeuw vermeld wordt (1)?

Dui­delijker is de tekst van een ordonnantie van 1383, die voor­schrijft dat de «brugghe aende Stypmolen onder die Borcht» elf voet moest meten (2). Nu kennen we ten minste zijn bestem­ming. De naam van de eigenaar in die tijd konden we niet ach­terhalen. Zelfs in de telling  van 1597 acht men het niet nodig daaraan aandacht te besteden en men beperkt zich tot de ver­melding van de molenaar, Augustijn van der Sypen (3). Het wijkboek van 1675 brengt klaarte. Toen was het de schepen Jan van der Veken, die de molen bezat (4). In 1681 was deze magistraat aan lager wal geraakt. Omdat hij insolvent geworden was, viel er hem niets anders over dan ontslag te nemen (5). Zijn bezit werd door Zijne Majesteit aangeslagen. De molen werd verhuurd. Na een twintigtal jaren was het gebouw zo vervallen, dat tot dringende herstellingen moest overgegaan wor­den. Volgens het lastenboek moesten de werken in twee maand tijd voltooid  zijn, maar in werkelijkheid werd er het dubbel aan besteed, hetgeen wel meer gebeurt... In februari 1705 was men klaar en de Rekenkamer besloot de molen maar liever te verkopen (6) .

De veiling werd geleid door «Heer ende Meester Stephanus Snelle, Prister, Licentiaet inde rechten, etc.», wat voor ons wel wat vreemd aandoet. Koopster werd de weduwe Huibrecht Neys, geboren Joanna De Bruyn (7). Volgens het Wijkboek werden haar kinderen ingeschreven voor de naakte eigendom en behield zij enkel het vruchtgebruik (8). Het Cijnsboek van de Hertog, opgemaakt in 1735, vermeldt aan de ene kant de kinderen van Joost de Coninck als cijnsplichtigen en anderzijds Guillaume Berckmans (9).

Is er hier geen vergissing in het spel? Wie reeds talrijke archiefstukken geraadpleegd heeft, is aan dergelijke onnauwkeurigheden gewoon geraakt. Nauwgezet­heid was een begrip waartegen onze voorouders regelmatig zouden zondigen. Als bewijs hiervan de talrijke vergissingen, die in de rekeningboeken voorkomen. In de wijkboeken stelt men tal­rijke leemten vast in de volgorde van de eigenaars, onder meer is dit nu juist het geval met het Voermoleken onder die Borght. Volgens de ontvangsten van het neringgeld voor het jaar 1758, werd de molen toen in bedrijf gehouden door een meester, bij­gestaan door één knecht (10).

Uit een «beleyde» opgemaakt in 1772 ten behoeve van minderjarigen, blijkt dat de kinderen van wijlen Thomas Maes en Penonella de Jonghe, deze laatste hertrouwd met Petrus­ Jacobus De Koninck, eigenaars waren van het goed (11). Vol­gens het jongste Wijkboek volgde Joannes de Coninck hen op in 1775 (12) .

Een economisch verslag, gedateerd 21 maart 1809 en opgemaakt door de onderprefect van het tweede arrondisse­ment van het departement van de Dijle, levert het bewijs dat het Voermoleken nog altijd in werking was (13).

Eigenaar rond 1830 was Gommaar Dedonck uit Leuven.

De molen brandde af in 1845, maar werd herbouwd.  In de jaren 1950 werden de laatste overblijfsels van de gebouwen gesloopt.

A. MEULEMANS

Bijlagen

 

Literatuur

Voetnoten

(1) Stadsarchief Leuven (SAL), Kerkarchief 1335 -13 v°.
(2) SAL, 4085.
(3) W. Boonen, op. cit.,blz. 391.
(4) SAL 2546/VII/68, Wijkboek beginnend in 1675.
SAL 3342. Telling van 1670 voor het vaststellen van de huishuren. De molen wordt daarin geschat op  300 gulden per jaar.
(5) SAL 327, f° 133 v°.
(6) SAL 3596.
(7) SAL 3595.
(8) SAL 2546/VII/68.
(9) Algemeen Rijksarchief Brussel, 44.795, f° 18 v° en 20v°
(10) SAL 11.708, f° 51.
(11) SAL 8018.
(12) SAL 2556, f°44.
(13) SAL 11.073.

A. Meulemans, "De Leuvense watermolens", in Eigen Schoon en de Brabander", jaargang 46, nr. 1-2, 1963, p. 34-37 (hoofdstuk: Het Voermoleken 'onder die Borght')
A. Meulemans, "Leuvense Ambachten. De Maalders", in: Eigen Schoon en de Brabander, XLVII, 1964, p. 271-300:
M. Tits, "De Leuvense watermolens" in Mededelingen van de Oudheidkundige Kring voor Leuven en omgeving", jaarboek 1986, p. 3-5, 23-26.
M.A. Duwaerts e.a., "De molens in Brabant", Brussel, Dienst voor Geschiedkundige en Folkloristische Opzoekingen van de Provincie Brabant, 1961.
Herman Holemans, "Kadastergegevens: 1835-1985. Brabantse wind- en watermolens. Deel 4: arrondissement Leuven (A-L)", Kinrooi, Studiekring 'Ons Molenheem', 1993.
G. Vandegoor, "Leuven", 1998.
E. Van Even, "Louvain dans le passé et le présent", Leuven, 1895.
Geert Sterckx, De Dijle door Leuven, vergeten kracht of drijfkracht, in: Ons Heem, 2008, 2.
Meulemans A., Atlas van Oud-Leuven, Leuven, 1981, p. 131, 143-145, 201-225, 323, 327.
Meulemans A., Huizen en straten van het Oude Leuven: bewerking, aanpassingen, aanvullingen door P. Reekmans, H. Meulemans, L. Galicia in Jaarboek Leuvens Historisch Genootschap, Leuven, 2004, deel I: patrimonium, p. 275-331; dl. II: atlas, p. 11.
Meulemans A., Oude Leuvense straten en huizen. De Mechelsestraat, in Mededelingen van de Geschied- en Oudheidkundige Kring van Leuven en omgeving, 9, Leuven, 1969, p. 65-104, 161-190.; 10, Leuven, 1970, p. 3-28.
Peeters M., Gids voor Oud-Leuven, Antwerpen, 1983.
Uytterhoeven R., Leuven, Bierstad door de eeuwen heen, Leuven, 1983.
Uytterhoeven R., Leuven Weleer. Langs bekende handelsstraten naar Sinte-Geertrui en Tempelhof, deel 1, Leuven, 1985.
Uytterhoeven R., Leuven Weleer. Van Volmolen tot Wilsele: langsheen de Dijlevallei en de Vaart, deel 4, Leuven, 1988.

Overige foto's

<p>Borchmolen<br>Voermolen</p>

Plan ca. 1740. Rijksarchief Anderlecht, Raad van Brabant, Processen van particulieren (reeks 1), nr. 1405.

Stuur uw teksten over deze molen  | 
Stuur uw foto's van deze molen
  
Laatst bijgewerkt: zaterdag 25 april 2015

 

De inhoud van deze pagina's is niet printbaar.

zoek in database zoek op provincie Stuur een algemene e-mail over molens vorige pagina Home pagina Naar bestaande molens