Molenzorg

Gullegem (Wevelgem), West-Vlaanderen


Algemeen
Collectie
Verdwenen Belgische Molens
Naam

De Bilgenboom
Bilgenboommolen
Molen Van de Moortele
Stampkot

Ligging
Koningin Fabiolastraat 152
8560 Gullegem (Wevelgem)

noordzijde
hoek Bilgenboom
900 m ZW v.d. kerk
kadasterperceel D159


toon op kaart
Type
Staakmolen
Functie
Oliemolen
Gebouwd
1639
Verdwenen
1854, sloop
Beschrijving / geschiedenis

De Bilgenboom(molen) of het Stampkot was een houten oliewindmolen (type staakmolen op teerlingen) aan de noordzijde van de Koningin Fabiolostraat (nr. 152),op de hoek met Bilgenboom, Het mechanisme bestond uit een langsgericht stamp- en persblok, vijf stampers, twee heien en één lade.

In 1639 verkreeg Joos de Coene (I) het octrooi tot het bouwen van "eenen oliewintmeulen binnen de prochie van Gheuleghem". Hij moest hiervoor jaarlijks "een hoet" (een mud) tarwe belasting betalen.

Toen Joos de Coene (I) in 1646 overleed, werd in de goedereninventaris een "huus ende erfve bin-
nen de prochie, een herberghe wesende ghenaempt den Belgeboom" en "eene olyemeulen" vermeld.
Zoon Joos de Coene (II) overleed vroegtijdig in 1659. Zijn broer Gillis, molenaar op de heerlijkheid Hondschote, werd voogd over de kinderen Jooske (III), Tanneke en Willeminke.

De tweede helft van de 17de eeuw was een troosteloze tijd voor onze gewesten. Het voortdurend passeren en logeren van troepen maakte van het dorp een puinhoop. Veel Gullegemnaren trokken naar veiliger steden. Het dorpsbestuur slaagde er niet in om de opgelegde belastingen te innen. Over de Bilgenboommolen is niet veel bekend. Maar een rekening ujit 1677 vermeldde: "rien n'est reçu" (niets is ontvangen). Men slaagde er zelfs niet in met de ontvangsten de gemaakte onkosten van het innen te dekken.

In 1699 was de weduwe Guillaume Van de Moortele eigenaar van een deel van "het stampkot ofte meulen den Bielgenboom". Haar man had in 1663 de molen gepacht aan Jonker Joris de Cerf. Hij kon echter de gemaakte schulden niet betalen en moest de molen verlaten. Was zijn situatie na derit jaar verbeterd zodat hij de molen had kunnen kopen?

Door huwelijk in 1705 waren de molenaarsfamilies de Coene en Van de Moortele met elkaar verbonden. De kinderen Van de Moortele werden eigenaars van het erf, het huis en het stampkot, zoals de oliemolen genoemd werd.

Na het overlijden van Marye Van de Moortele, gehuwd met Jan Rousseau, burgemeester van Moorsele, werd een "Staat van Goed" opgemaakt. Daarin kan men lezen dat zij onder de heerlijkheid Vollander in Gullegem "een oliewyntmeulen ofte stampcodt" bezat "neffens het meulenhuys ghenaemt den billieboom".

De Bilgenboommolen was ondertussen door erfenis overgegaan op de familie Rousseau, daarna op de familie Vandepitte en tenslotte kwam hij in het bezit van Charles David-Vanackere. Van de herberg "De Bilgenboom" was ondertussen geen sprake meer.

We zien hem aangeduid op de Ferrariskaart  (ca. 1775) met het bruin symbool van een staakmolen en op de topografische kaart van Ph. Vandermaelen (ca. 1850) met de benaming "Stamp Kot Molen".

Na zoveel jaren (van 1639 tot 1834) waarin de molen door erfenis van de ene familie op ee andere overging, werd de molen in 1834 verkocht aan Charles-Louis De Duytschaever die hem door zijn 21-jarige zoon liet uitbaten. Na het overlijden van Charles erfden zijn weduwe en kinderen de molen. Op 26 augustus 1847 volgde de verkoop aan de weduwe van Silvain De Duytschaever-Matton (akte notaris Dufort). Zij probeerde de zaak verder te zetten, maar op 26 augustus 1853 volgde de verkoop aan vlaskoper Joannes Dumortier uit Kortrijk en op 2 november 1853 doorverkocht aan Jean-Baptiste Dassonville, die de molen in 1854 liet afbreken. De dichtbijgelegen nieuwe stenen graan- en oliemolen, Couckes molen, zou de taak van de oude en krappe staakoliemolen overnemen.

Hendrik GHESQUIERE, Moorsele

Literatuur

Hendrik Ghesquière, De oliemolen aan de Bilgenboom, 't Meiboompje, XX, 2003, 2, p. 61-79.
Ghesquière Hendrik, Ambachten en bedrijven te Gullegem in de 18de eeuw, ’t Meiboompje, XVIII, 2001, 4, p. 137-140.
De redactie, De verdwenen windmolens van Gullegem, ’t Meiboompje, XX, 2003, 2, p. 60.
[Vanhoutte Herman e.a.], Wevelgemse molens. Een kroniek, Wevelgem, Culturele Raad Wevelgem, 2010, 56 p.
Herman Holemans, Westvlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 2. Gemeenten D-G, Kinrooi, Studiekring Ons Molenheem, 1994
Rijksarchief Gent, Vorstelijke Domeinen, (voorheen: Wetachtige Kamer nr. 133) onder "Gueleghem (octrooi 1639).
Stadsarchief Roeselare, boek 893, nr. 42.
Rijksarchief Kortrijk, Wezerij Vander Scheure, Gulleghem f° 0. Rijksarchief Gent, Vorstelijke Domeinen, nr. 134, nr. 153 f° 217 v°.
Stadsarchief Menen, Staten van Goed Moorsele, D 240.

Stuur uw teksten over deze molen  | 
Stuur uw foto's van deze molen
  
Laatst bijgewerkt: dinsdag 18 juli 2017

 

De inhoud van deze pagina's is niet printbaar.

zoek in database zoek op provincie Stuur een algemene e-mail over molens vorige pagina Home pagina Naar bestaande molens