Molenzorg

Gullegem (Wevelgem), West-Vlaanderen


Algemeen
Collectie
Verdwenen Belgische Molens
Naam

Molen Terryn

Ligging
Kwadestraat 8
8560 Gullegem (Wevelgem)

oostzijde
500 m N v.d. kerk
kadasterperceel B664


toon op kaart
Type
Staakmolen met open voet
Functie
Korenmolen
Gebouwd
1780-1781
Verdwenen
1914, oorlog
Beschrijving / geschiedenis

De molen Terryn was een houten korenwindmolen aan de oostzijde van de Kwadestraat (nr. 8). Het was een klassieke staakmolen met twee zolders en een mansardekap. Hij behoorde zijn hele bestaan aan dezelfde familie toe.

Op 22 december 1780 bouwde Pieter Joseph Terryn (°1730), zoon van Pieter Jacobus, de "nieuwen plaetsen molen" in de Kwadestraat. Op 5 april 1782 kocht hij ook de bijhorende  hofstede. Zijn vader Pieter Jacobus Terryn was molenaar op de Hondschotemolen te Gullegem.

Jozef Terryn deed op 27 maart 1786 een aanvraag bij de Financiële Raad van Brussel.

In de volkstelling van 1814 stond François Louis Terryn samen met zijn broers en zuster ingeschreven als eigenaars en molenaars van de molen. François, gehuwd met een Vandemaele, bleef molenaar tot aan zijn overlijden in 1853. Zijn zoon Pierre was ook molenaar, maar stierf ongehuwd, enkele maanden eerder dan zijn vader.

Twee van zijn acht kinderen, namelijk Louis en Leo, namen op 19 februari 1853 de molen over. Ze waren voordien molenaar te Dottenijs (Dottignies). Toen Louis Terryn op 14.12.1873 ongehuwd overleed, zette Leo de zaak verder. Na diens overlijden op 20.03.1884 nam zijn vrouw Amélie Callens met haar zonen Emiel en  Jules het heft in handen. Jules huwde en verliet de molen om bakker te worden. Het was Emiel (°1862) die de molenaarsstiel opnam. Hij hanteerde als leuze "windje waai, molentje draai". Hij stierf ongehuwd in 1934. Moeder Amélie was in 1920 op 90-jarige leeftijd overleden.

We zien hem aangeduid in de Atlas der Buurtwegen (ca. 1846), op de topografische kaart van Ph. Vandermaelen (ca. 1850) en op de kadastrale kaart van P.C. Popp (ca. 1855).

De binnenrukkende Duitsers lieten de molen dynamiteren, omdat Emiel Terryn zijn molen tijdens de eerste oorlogsdagen liet draaien, niettegenstaande herhaalde verwittigingen van collega's-molenaars, die voorzichtig waren en hun molen enkele tijd ongebruikt lieten. Zo verdween een molen die in alle jaren van zijn bestaan in familiebezit was gebleven.

Hendrik GHESQUIERE, Moorsele

Literatuur

Archieven
Algemeen Rijksarchief Brussel, Financiële Raad, nr. 1925 (Jozef Terryn,  27.03.1786).

Werken
Ghesquière Hendrik, Ambachten en bedrijven te Gullegem in de 18de eeuw, ’t Meiboompje, XVIII, 2001, 4, p. 137-140.
De redactie, De verdwenen windmolens van Gullegem, ’t Meiboompje, XX, 2003, 2, p. 60.
Terryns molen te Gullegem, Curiosa, XXXIX, 2001, nr. 382, p. 23-24.
Stadsarchief Menen, C 196, Wettelijke Passeringen, 05.04.1782.
Genealogische gegevens verstrekt door Hubert Vandenberghe.
[Vanhoutte Herman e.a.], Wevelgemse molens. Een kroniek, Wevelgem, Culturele Raad Wevelgem, 2010, 56 p.
Herman Holemans, Westvlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 2. Gemeenten D-G, Kinrooi, Studiekring Ons Molenheem, 1994.

Stuur uw teksten over deze molen  | 
Stuur uw foto's van deze molen
  
Laatst bijgewerkt: woensdag 5 juli 2017

 

De inhoud van deze pagina's is niet printbaar.

zoek in database zoek op provincie Stuur een algemene e-mail over molens vorige pagina Home pagina Naar bestaande molens