Molenzorg

Gullegem (Wevelgem), West-Vlaanderen


Algemeen
Collectie
Verdwenen Belgische Molens
Naam

Snuifmolen Declercq

Ligging
Koningin Fabiolastraat 164
8650 Gullegem (Wevelgem)

noordzijde
thans bakkerij Gaeremynck


toon op kaart
Type
Staakmolen
Functie
Snuifmolen
Gebouwd
1766
Verdwenen
1814
Beschrijving / geschiedenis

De Snuifmolen Declercq was een houten snuifwindmolen aan de noordzijde van de Koningin Fabiolastraat (nr. 164), waar thans bakkerij Gaeremynck gelegen is.

Begin 1765 schreef Joannes Baptist Declercq, wagenmakersknecht uit Gullegem, naar Baron van Lovendegem, ontvanger-generaal van haar Majesteits Domeinen, om een windmolen te mogen oprichten voor het stampen van tabak. Op 12 juli 1766 kwam hij langverwachte octrooi van de Oostenrijkse keizerin Maria Theresia. Maar een windmolen bouwen kostte ook toen veel geld. Er werden hem door Pieter Sylvester Bonte 125 pond groten Vlaams courant geleend. Dat was een grote som, maar snuiftabak was toen in de mode. Het moest lukken.

Naast de staakmolen kwamen nog drie huisjes waarvan Joannes Baptist Declercq zelf het meest westelijke bewoonde.

Op 8 augustus 1770 bekwam Jan Baptist Declercq een octrooi om ook in Moorsele een windmolen op te richten, maar dan om olie te slaan. Tegen de oprichting was geen verzet aangetekend.

Hij verkocht in 1775 de drie Gullegemse huisjes aan Catharina Desmet en de snuifmolen aan Joannes Dutoit. Hij zou de nieuwe oliemolen in Moorsele ook vlug doorverkopen.
Joannes Dutoit regelde in 1782 met zijn schoonzoon Petrus Jacobus Vanackere de verkoop van de snuifmolen en het woonhuis annex het tabakswinkeltje. Twee jaar later stierf zijn dochter op 23-jarige leeftijd en Petrus bleef bij zijn schoonouders wonen.
Blijkbaar was het beroep van malen en het bereiden van snuif niet zo winstgevend. Bij het overlijden van zijn schoonouders was Petrus al in dienst bij een molenaar.

De snuifmolen verdween al in 1814 en in het molenhuis kwam een bakkerij. Rond 1880 werd de woning verbouwd en opende men er de herberg "De Drie Koningen". Na de sluiting van de herberg rond 1929 bleef de bakkerij verder bestaan en dit tot op heden. De driewoonst ernaast kreeg ook een nieuwe bestemming. De herberg "De Bonte Koe" verving het snuif- en tabakswinkeltje en bleef bestaan tot in 1953.

Hendrik GHESQUIERE, Moorsele

Literatuur

Archieven
Algemeen Rijksarchief Brussel, Financiële Raad, nr. 1875 (octrooi van 12 juli 1766 voor tabakmolen in Gullegem)
Algemeen Rijksarchief Brussel, Financiële Raad, nr. 1884 (octrooi van 1770 voor windmolen in Moorsele, met melding van het octrooi van 1766)
Stadsarchief Menen, C 185, Wettelijke Passeringen, 22.09.1766
Rijksarchief Gent, Vorstelijke Domeinen, nr. 134, fol. 370.

Werken
Ghesquière Hendrik, Ambachten en bedrijven te Gullegem in de 18de eeuw, ’t Meiboompje, XVIII, 2001, 4, p. 137-140.
De redactie, De verdwenen windmolens van Gullegem, ’t Meiboompje, XX, 2003, 2, p. 60.
Ghesquière Hendrik, Een snuifmolen te Gullegem, ’t Meiboompje, XXI, 2004, 2, p. 37-62.

Stuur uw teksten over deze molen  | 
Stuur uw foto's van deze molen
  
Laatst bijgewerkt: vrijdag 14 juli 2017

 

De inhoud van deze pagina's is niet printbaar.

zoek in database zoek op provincie Stuur een algemene e-mail over molens vorige pagina Home pagina Naar bestaande molens