De Oostmolen (niet te verwarren met de middeleeuwse gelijknamige watermolen) was een kleine houten korenwindmolen die in 1892 werd opgetrokken aan de Oostmolenstraat.

De kleine staakmolen werd opgetrokken op grond van de weduwe van Christijn de Ribeaucourt - de Thiennes de Lombise Prosper (Jean Joseph Ghisleen), eigenares te Brussel. Bij akte verleden voor notaris Scheyven gebeurde op 19 oktober 1892 een deling ten gunste van Eugeen Frans Filip Frederik de Henricourt de Grunne - Christijn de Ribeaucourt, eigenaar te Bauffe. Na Eugeens overlijden kwam alles op naam van de weduwe, die zelf op 12 feburari 1913 stierf.
Voor notaris Dubast  gebeurde op 29 juli 1920 een verdeling ten gunste van de Henricourt de Grunne François Charles Hubert Ghisleen, gepensioneerd generaal-majoor te Wezembeek-Oppem. Op 19 januari 1921 werd het molentje geschonken aan de Henricourt de Grunne - de Montalembert Karel Frans Prosper Ghisleen, eigenaar te Aalter (akte notaris Dubast).

In 1931 werd de kleine staakmolen gesloopt.

Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS

J. Van Overstraeten, "Molens te Aalst (Limb.) en Aalter", in: Toerisme, XXIII, 1944, p. 72-74;
Arthur Verhoustraete, "Molens binnen het maalgebied van het Land van de Woestijne", Appeltes van het Meetjesland, jaarboek 2, 1950, p. 32-42.
Arthur Verhoustraete, "Molens van Aalter na 1795", in: Appeltjes van het Meetjesland, jaarboek 2, 1950, p. 42-48.
"Inventaris van de wind- en watermolens in de provincie Oost-Vlaanderen naar gegevens van het Archief van het Kadaster. Tweede aflevering. De arrondissementen Eeklo en Gent", in: Kultureel Jaarboek voor de provincie Oost-Vlaanderen, XV, 1961, 2 (Gent, 1962).
Herman Holemans, "Oostvlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 1. Gemeenten A-B", Kinrooi, Studiekring Ons Molenheem, 1996.