De Eikemolen was een houten korenwindmolen die stond op de oostzijde van de Ronsaertweg te Dudzele, net op de grens met Oostkerke. Hij stond  in het  133ste begin van de Watering van Heigersvliet. Het is duidelijk dat de Oostkerkenaren die op de westkant van Oostkerke tegen de Eekemolen woonden, daar ook hun graan lieten malen.

De staakmolen werd door de heren van Dudzele voor 1341 opgericht. De heer van Dudzele bezat het molenreoht te Dudzele en op het deel van Koolkerke dat tot het ambacht van Dudzele behoorde.

Rond 1480 bezat de heer van Dudzele zes molenwallen, vier molens waren in werking: de Oostmolen, de Westmolen, de Eikemolen en de Pannemolen. De twee molenwallen waren die van de verdwenen Ricellemolen en de Berghmolen.

De Eikemolen ging teloor rond 1580 bij de godsdiensttroebelen en werd niet herbouwd.

Lieven DENEWET & Maurits COORNAERT

K. De Flou, Toponymisch Woordenboek, II, kol. 841 (vermelding 1341 en later).
Rijksarchief Brugge, Brugs Vrije, Ommeloper Watering Groot Heigersvliet, anno 1567, f“ 885.
Maurits Coornaert, Een overzicht van de molens in het Noordvrije, in: Liber Amicorum René De Keyser, Speciale uitgave, Geschied- en Heemkundige Kring Sint-Guthago, 1985, p. 43-78.
Johan Ballegeer, "Molens in de Zwinstreek", in Rond de poldertorens, jg. 47, nr. 2, 2005.
Maurits Coornaert, De Molens in de Heerlijkheid Dudzele, in: Rond de Poldertorens, XXV, 1983, 2, p. 47-64. Maurits Coornaert, Dudzele en Sint-Lenaart. De geschiedenis, de topografie en de toponimie van Dudzele tot omstreeks 1914, met een studie over de Sint-Lenaart-ommegang, Dudzele, 1985.
W. Wintein De ontwikkeling van Dudzele. Historisch-geografische schets van een Poldergemeente, in: Rond de Poldertorens, jaargang 9, nummer 1, 1967, pagina's I - 36.
Germain Vandepitte, "Over de Westmolen, ook Grote Molen of Dorpsmolen te Dudzele, in: Rond de Poldertorens, XV, nr. 5, p. 151.