De Zandvoortmolen was een houten korenwindmolen.
Deze staakmolen werd in 1462 vermeld werd in het terrier van de abdij van Hemelsdale in Werken:
- "in wulverincheem, bezuuden der vors(eyde) zantvoort muelne, an .j. stic datmen heet de pitmaet"
- "in wulverincheem,... west vander zandvoortmuelne".

Het is evenwel niet uitgesloten dat de molen al in 1270 zou bestaan hebben. Een oorspronkelijke charter meldt immers: "... usque ad terram, que vocatur feodum Johannis Molendinarij. 127.

Een laatste keer vinden de molen vermeld in 1599:
- "ligghende up twerster vande prochie van Wulveringhem ande oost zyde, al by de Zandtvoort muelene (16de eeuw)
- "de Zantvoortmeulen" (1599).

We vinden geen vermeldingen meer terug uit de 17de eeuw. Werd de molen het slachtoffer van de krijgshandelingen tijdens de troebelen op het einde van de 16de eeuw en werd hij dan niet meer heropgebouwd?

Jef AMEEUW & Lieven DENEWET

Archief van het Bisdom te Brugge, Terrier van het klooster van Hemelsdale te Werken, 1462, f° 23-24.
K. De Flou, "Woordenboek der Toponymie van Westelijk Vlaanderen" (...), XVIII, 1938, kol. 298: lemma Zandvoortmeulen - een molen te Wulveringhem.
JC. C(arton) & F. V(andeputte), "Chronique et Cartularie de l'Abbaye de Hemelsdaele", Brugge, Société d'Emulation, 1858, p. 155 (vermelding 16de eeuw)
Arthur Mergelynck, "Le fief-manoir dit "le château de Beauvoorde" à Wulveringhem (1408-1900), I, Brugge, 1900, p. 214 (vermelding uit 1599).
Jozef Ameeuw, "Molens van Veurne-Ambacht", Koksijde, De Klaproos, 2004, p. 184-186.