Molenzorg

Balegem (Oosterzele), Oost-Vlaanderen


Algemeen
Collectie
Verdwenen Belgische Molens
Naam

Schijvinkmolen
Schyvinckmolen
Molen Rogiers

Ligging
Broek
9860 Balegem (Oosterzele)

westzijde
ten N v.d. hoek met de Diepestraat
Rooigemdries
Schyvinkskouter
1,6 km ZO v.d. kerk
kadasterperceel C53


toon op kaart
Type
Staakmolen
Functie
Korenmolen
Gebouwd
voor 1340 / voor 1745
Verdwenen
1929, sloop
Beschrijving / geschiedenis

De Schyvinkmolen (naar het toponiem) of molen Rogiers (naar de molenaars) was een houten korenwindmolen op de Schyvingskouter, op Rooigemstraat, aan de westzijde van Broek (huidige straatnaam), ten noorden van de hoek met de Diepestraat.

De staakmolen werd voor 1340 opgericht. 

We zien de molen aangeduid op:
- Villaretkaart (1745-1748), als een staakmolen met de benaming "Moulin de Baleghem"
- Ferrariskaart (ca. 1775), met het bruin symbool van een staakmolen en met de benaming "Moulin de Schyvinck"
- Vander Maelen (ca. 1850): "Schyvink Molen"
- Kadastrale kaart P.C. Popp (ca. 1855): "Moulin de Scheyvinck"

In het Ancien Regime behoorde de molen toe aan de heren van Balegem. In 1791 diende baron Charles Ignace Juste de la Tour Tassis, als heer van Balegem en eigenaar van de Schyvinckmolen, bezwaar in tegen de aanvraag van Jan de Waeghemaeker om te Balegem een nieuwe stenen graan- en oliewindmolen te bouwen. Hij beargumenteerde dat de twee bestaande molens van Balegem (zijn windmolen "Den Schyvinck" en de graanwatermolen) meer dan vodoende waren om de inwoners te gerieven. Toch werd het octrooi op 31 oktober 1792 verleend: het gaat om de nog bestaande Klepmolen, een stenen bergmolen.

In 1791 diende Jan de Waeghemaeker, molenaar te Anzegem, een aanvraag in voor de oprichting van een nieuwe graan- en oliewindmolen te Balegem op het "Ackelveld" onder de heerlijkheid van Bottele, nabij een oude vervallen molensite, ten zuiden palend aan de grote weg naar het kasteel van Bottele en ten westen aan de zgn. "Oude Verval Molendam" ("dont les vestiges se representent encore sous les clauses"...).

Tegen die aanvraag werd bezwaar aangetekend door de lokale heer, Charles Ignace Juste de la Tour Tassis, baron van Herdersem, heer van Balegem, markies van Rodes (hetgeen een titel is die hij zich oneigenlijk toeëigende), etc. Hij bleek daarover trouwens het advies te hebben gevraagd van burgemeester en schepenen van Balegem en die waren van oordeel dat de bestaande twee molens in Balegem "meer dan souffisant [waren] om geheel alle d'insetenen te dienen". Die twee bestaande molens waren: a. een windmolen, Den Schyvinck genaamd, "competerende den heer van Balegem", en b. een graanwatermolen. Er wordt bovendien nog gewezen op het bestaan van voldoende molens in de aanpalende dorpen, nl. in Scheldewindeke, Oombergen (twee graanmolens), Elene (twee graanmolens), Velzeke (twee graanmolens) en Sint-Lievens-Houtem (één graanmolen). Ondanks de ingediende bezwaren werd aan Jan de Waeghemaeker op 31 oktober 1792 toch het gevraagde octrooi toegestaan.

Uit het proces-verbaal van afpaling van de gemeente Balegem van 1822:
"il existe cinq moulins à vent servant à moudre du grain. Ils se divisent en trois classes (...) Le deuxième classe comprend trois moulins. (...) Le 2e (appartenant) aux enfants Pierre Bockstael S(ecti)on C n° 53. Ayant pris des renseignements sur leur valeur locative et examiné leur position et construction, l'expert est d'avis qu'ils doivent, tous les trois être évalués à un revenu brut de fl. 120 et net de fl. 100".

De staakmolen werd in 1834 ondergebracht in klasse 1, met een kadastraal inkomen van 248 frank.

Eigenaars na 1820:
- voor 1822: Bockstael Pierre, de kinderen
- voor 1834, eigenaar: Van Driessche Pierre, de weduwe te Balegem
- later, erfenis: de erfgenamen: a) Van Driessche Pieerre, molenaar te Balegem, b) Van Driessche Colette, landbouwster te Balegem, c) Van Driessche Marie Josèphe, echtgenote Baetens François, burgemeester te Serskamp, d) Brichet Désiré, landbouwer te Erondegem, e) Brichet Clémentine, landbouwster te Erondegem, f) Brichet Felix, minderjarige te Erondegem, e) Brichet Clémentine, landbouwster te Erondegem, f) Brichet Felix, minderjarige te Massemen-Westrem en g) Brichet Liévin, minderjarige te Massemem-Westrem (overlijden van de weduwe van Pierre Van Driessche)
- 07.11.1853, verkoop: Van Driessche Pierre, molenaar te Balegem (notaris De Wilde)
- 30.03.1883, deling: Van Driessche-Deridder Adolf, landbouwer te Scheldewindeke en later molenaar te Balegem (notaris De Wilde)
- later, erfenis: de weduwe en de kinderen (overlijden van Adolf Van Driessche)
- 04.06.1890, verkoop: Verstraeten Henri, eigenaar te Bottelare (notaris De Saegher - deze verkoop werd later geannuleerd)
- 15.10.1892, verkoop: Rogiers-Van Tittelboom François, molenaar te Balegem (notaris Verstraeten)
- 30.03.1897, erfenis: en de kinderen (overlijden van vrouw Van Tittelboom)
- 06.12.1916, erfenis: Rogiers-De Schamphelaere François, de weduwe en de kinderen, molenaars te Balegem (overljiden van François Rogiers)
- 20.05.1918, deling: a) Rogiers-De Schamphelaere François, de weduwe (voor vruchtgebruik), landbouwster te Balegem, b) Rogiers Maria Irma (voor 1/2 naakte eigendom), landbouwster te Balegem en c) Rogiers René Albert (voor 1/2 naakte eigendom), landbouwer te Balegem (notaris Van der Donckt)
- 11.12.1921, verkoop: a) Rogiers-De Schamphelaere François, de weduwe (voor vruchtgebruik), landbouwster te Balegem en b) Rogiers Maria Irma (voor naakte eigendom), landbouwster te Balegem (notaris Van der Donck - deel van René Rogiers)

Vanaf 1892 behoorde de molen toe aan de landbouwers- en molenaarsfamilie Rogiers.

Op maandagvoormiddag 7 december 1903 om 8 uur gebeurde op de molen een dodelijk ongeval. De 35-jarige muldersknecht Alfons Vande Weghe was de molenas gaan smeren, terwijl de molen draaide. De man is tussen de kamwielen gevat en letterlijk in stukken gemalen. Eigenaar Frans Rogiers hoorde een noodkreet en liep naar de molen. Hij vond zijn knecht vermorzeld tussen de wielen zitten. De molen was stilgevallen. Het slachtoffer was geboren in Melle en liet 7 kinderen na. Men moest den molen doen achteruitdraaien om de ongelukkige te verlossen.

In 1929 werd de molen gesloopt.

Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS

Bijlagen

"Het Weekblad van Maldeghem en Zeeuwsch-Vlaanderen", Zondag 13 december 1903, jg. 13, nr. 50.
"Maandag voormiddag [= 7 december 1903] om 8 ure, is op den molen van Frans Rogiers, een vreeselijk ongeluk gebeurd. De muldersknecht Alfons Vande Weghe, 35 jaren oud, was de molenas gaan smeren, terwijl de molen draaide. De man is tusschen de kamwielen gevat en letterlijk in stukken gemalen. De eigenaar van den molen had eenen noodkreet gehoord en liep naar den molen. Hij vond zijnen knecht vermorzeld tusschen de wielen zitten. De molen was stilgevallen. Het slachtoffer laat zeven kinderen na en is geboortig van Melle.
Men moest den molen doen achteruitwerken om den ongelukkige te verlossen."

Over de heer van Balegem en de markies van het Land van Rode (melding Lucien De Smet, 21.12.2014)
Baron Charles Ignace Juste de la Tour Tassis betitelde zich in 1791 onder meer als markies van het Land van Rode. Dat was oneigenlijk. Zijn echtgenote was wel de dochter van de markies van het Land van Rode. Bij het overlijden van de markies werd het Land van Rode verdeeld. Balegem, Schedewindeke en Moortsele kwamen toe aan de mede-erfgenamen. De La Tour Tassis, gehuwd met één van de mede-erfgenamen, ontving de heerlijkheid Balegem. Hij was heer van o.m. Balegem maar geen markies van Rode.

Literatuur

Archieven en landkaarten
- Rijksarchief Gent, Vorstelijke Domeinen, bundel 100, nrs. 45 en 52.
- Rijksarchief Gent, Raad van Vlaanderen, bundel 30.938 (stuk 171/N° 1478 de l’an 1791).
- Villaretkaart (1745-1748), 
- Ferrariskaart (ca. 1775)
- Vander Maelen (ca. 1850)
- Kadastrale kaart P.C. Popp (ca. 1855)

Uitgegeven bronnen
"Het Weekblad van Maldeghem en Zeeuwsch-Vlaanderen", Zondag 13 december 1903, jg. 13, nr. 50.

Werken
De Potter Frans & Broeckaert Jan, "Geschiedenis van de gemeenten der provincie Oost-Vlaanderen", reeks I, deel 1, Balegem, p. 7-8, Gent, 1864-1870.
Lucien De Smet, "De houten korenwindmolens te Balegem (Oosterzele), in: "Jaarboek van het Heemkundig Genootschap van het Land van Rode", Gentbrugge, jg. 11, p. 114-143, ill. krt., plans;
Lucien De Smet: "De stenen korenwindmolens te Balegem (Oosterzele)", in: Land van Rode, driemaandelijks tijdschrift van het Heemkundig Genootschap Land van Rode, (1) Jaarboek IX, 1985, p. 53-69 en Jaarboek X, 1986, p. 40 e.v., ill.
P. Huys, “De oprichting van nieuwe molens in Oost-Vlaanderen in de late achttiende eeuw”, in Uit velerlei eeuwen. Historische en kunsthistorische bijdragen (Gent, Provincie, 1982; reeks Kultureel Jaarboek - Bijdragen, nieuwe reeks, 18), pp. 57-72 (70).
Paul Huys, "Betwistingen rond de oprichting van molens (1792)", Molenecho's, XXXVIII, 2010, 3, p. 140-141.
"Inventaris van de wind- en watermolens in de provincie Oost-Vlaanderen naar gegevens van het Archief van het Kadaster. Tweede aflevering. De arrondissementen Eeklo en Gent", in: Kultureel Jaarboek voor de provincie Oost-Vlaanderen, XV, 1961, 2 (Gent, 1962);
Herman Holemans, "Oostvlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 1. Gemeenten A-B", Kinrooi, Studiekring Ons Molenheem, 1996, p. 57.

Mailberichten
Mevr. Françoise Verhoosele, secretaris Land van Rode Heemkundig Genootschap

Stuur uw teksten over deze molen  | 
Stuur uw foto's van deze molen
  
Laatst bijgewerkt: zaterdag 9 april 2022

 

De inhoud van deze pagina's is niet printbaar.

zoek in database zoek op provincie Stuur een algemene e-mail over molens vorige pagina Home pagina Naar bestaande molens