De Molen Cailliau (genoemd naar de laatste uitbaters) was een houten korenwindmolen op de hoek van de Rodenbachstraat (nr. 2) en de Bellestraat, op 300 meter ten zuidoosten van de kerk.
We zien hem aangeduid op de Ferrariskaart (ca. 1775) met het bruin symbool van een staakmolen en verder op de Atlas der Buurtwegen (ca. 1844), de kaart Vandermaelen (ca. 1850) en de kadastrale kaart van P.C. Popp (ca. 1860). Naast de windmolen stond in 1842 een rosmolen.

Tot 1531 was de molen in het bezit van de opeenvolgende heren van Vlamertinge. Toen werd de molen verkocht aan een particulier. In de periode 1760-1780 behoorde de molen toe aan Pieter Jacobus van Ryckeghem en Denys van Acker.

Deze eigenaars verzetten zich, samen met de heer van Vlamertinge, ridder Jean Charles Augustus-de Harchies, tegen de aanvraag van Philippus Jacobus de Gruytere (meester-timmerman en molenmaker uit Ieper) in 1769 tot de bouw van een tweede graanwindmolen in Vlamertinge, een "ccoornewintmolen" op de weg naar Ieper, op het grondgebied van de heerlijkheid van het Sint-Pieterskapittel van Rijsel te Vlamertinge. Zeven jaar later deed de Gruytere nogmaals een verzoekschrift, waarin hij het dan had over een nieuwe graan- en oliewindmolen. Ook de Vlamertingse molenaars Pieter Jacobus van Rijckeghem en Denijs van Acker tekenden bezwaar aan. De zaak verhitte de gemoederen fel in het dorp en sleepte zo lang aan dat de aanvrager Philippus de Gruytere failliet ging. Hijzelf en zijn echtgenote Regina Constantia Lignel stierven beide als gevolg van de affaire. Hun weeskinderen probeerden de zaak toch nog gedaan te krijgen. Ze vroegen in 1777 financiële steun voor hun onderneming.

Pieter Jan Devoghele, voorheen molenaar in Ledegem,  en Josse van Biervliet uit Werken deden respectievelijk op 1 november 1781 en 19 oktober 1784 tevergeefs nieuwe aanvragen. Jan Le Leu daarentegen bekwam op 29 november 1783 wel het octrooi om een graan- en oliewindmolen op te richten langs de kalsijde van Vlamertinge  aar Poperinge (zie onder Vlamertinge, Molen Veys).

Eigenaars na 1830:
- voor 1834, eigenaar: (van de grond) de Montmorency et de Coullemont Louis Charles Ghislain, eigenaar te Ieper en (van het gebouw) Dehaese Jan-Baptist, molenaar te Vlamertinge
- later, deling: (van de grond) de Montmorency et de Coullemont Louis Charles Ghislain en consoorten.
- 10.05.1839, deling: (van het gebouw) Dehaese Jean Charles, molenaar te Vlamertinge (notaris Renty)
- 23.12.1840, erfenis: (van de grond): de Coullemont de Watervliet - de Montmorency Carolus Florentinus Josephus, eigenaar te Sint-Ulriks-Kapelle (overlijden van Louis Charles de Montmorency et de Coullemont)
- 27.07.1842, verkoop: (van het gebouw) Huyghe Marie Thérèse, weduwe Cailliau Jan-Baptist en haar kinderen (kinderen: a) Cailliau Ange Bernard, te Boezinge, b) Cailliau Charles Joseph, te Boezinge en c) Cailliau Sophie Amelie, te Boezinge) (notaris Renty - gtraanwindmolen en rosmolen)
- 07.08.1851, deling: (van het gebouw) Cailliau Jan-Baptist, de weduwe en de kinderen (notaris Titeca)
- 28.11.1862, verkoop: (van het gebouw) Delie Aimé Désiré (1816-1903), gehuwd met Lucia Maria Veys (1827-1866) (zie: Vlamertinge, Molen Veys), molenaar te Vlamertinge (notaris Titeca)

Reeds in 1866 verdween de staakmolen.  De reden van deze vrij vroege verdwijning is niet bekend.

Lieven DENEWET, Kristof PAPIN & Herman HOLEMANS

Archieven
Algemeen Rijksarchief Brussel, Financiële Raad, nr. 1882, 1883, 1884, 1908, 1909 en 1911 (aanvragen door Philippus Jacobus de Gruytere voor een tweede korenwindmolen te Vlamertinge, 1769-1777, uitgebreide bundels - veel verzet; octrooi een eerste keer niet toegestaan op 2 juli 1770).
Algemeen Rijksarchief Brussel, Financiële Raad, nr. 1914 (aanvraag door Pieter Devoghele, voorheen molenaar in Ledegem, voor de bouw van een molen in Vlamertinge, 01.11.1781)
Algemeen Rijksarchief Brussel, Financiële Raad, nr. 1918 (aanvraag door Josse Van Biervliet uit Werken voor de bouw van een graan- en oliewindmolen in Vlamertinge, 19.10.1784).
Algemeen Rijksarchief Brussel, Financiële Raad, nr. 1920 (octrooi voor Jan Le Leu voor de oprichting van een graan- en oliewindnmolen langs de kalsijde van Vlamertinge naar Poperinge, 29.11.1783).

Werken
Kristof Papin, "De oprichting van molens in de stad en kasselrij Ieper in de 18de eeuw: schipperen tussen private en publieke belangen", Westhoek (Tijdschrift voor geschiedenis en familiekunde in de Vlaamse & Franse Westhoek),  jg. 31, 2015, nr. 1, p. 229-240 (237-238).
E. Vanden Bussche, "Histoire de Vlamertinghe en Flandre", Brugge, 1879.
Remy Duflou  "Geschiedenis van Vlamertinge", Langemark, Vonksteen, 1956.
Herman Holemans, "West-Vlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 8. Gemeenten V-Z , Opwijk, Studiekring Ons Molenheem, 2005.
John Verpaalen, Molens van de frontstreek, Koksijde, De Klaproos, 1995.
Jozef Maes, "In memoriam Pierre Veys en Vlamertingse molens", De Belgische Molenaar, 22.02.1976.
Mailbericht Daniël Delie, achterachterkleinzoon van de laatste eigenaar-molenaar Aimé Désiré Delie, 21.03.2014 en 20.06.2014.