Molenzorg

Laken (Brussel), Brussels Hoofdstedelijk Gewest


Detail van het Zicht op Laken door Troyen in Sanderus, 1659
Collectie
Verdwenen Belgische Molens
Naam

Molen ter Cammen

Ligging
Onze-Lieve-Vrouwstraat (vroeger)
1020 Laken (Brussel)

Molenstraat (vroeger)
400 m NW v.d. kerk
nabij kasteel Coensborch
op de Molenbeek
kadasterperceel B367


toon op kaart
Type
Onderslag watermolen
Functie
Korenmolen
Gebouwd
begin 14de eeuw
Verdwenen
1878, sloop
Beschrijving / geschiedenis

De Molen ter Cammen was een graanwatermolen op de Molenbeek, een weinig stroomafwaarts van het kasteel Coensborch, op 400 m ten noordwesten van de kerk van Laken
Hij was in het begin van de 14de eeuw eigendom van Nicolas van Osseghem. Maakte deel uit van de bezittingen van de heerlijkheid van Coensborch.

Eigenaars na 1830:
- voor 1834, eigenaar: Van Reynegom Adèle, rentenierster te Brussel
- 12.05.1834, verkoop: Koning Leopold I, koning der Belgen (notaris Valantijns)
- 08.03.1868, deling: Koning Leopold II, koning der Belgen (notaris Van Bevere).

Na verkoop in 1834 aan koning Leopold I, om de uitbreding van het koninklijk domein van Schoonenberg toe te laten, werd de molen buiten gebruik gesteld. Het gebouw werd in 1878 gesloopt.

Bijlagen

Alphonse Wauters, Histoire des Environs de Bruxelles, tome VI, 1855, heruitgave 1972 p. 164:
"Le moulin de Ter-Cammen (aux Brasseries), dont le Roi a fait l'acquisition, afin de se procurer les moyens d'alimenter davantage les pièces d'eau du domaine de Schoonenberg, appartenait, au quatorzième siècle, à Nicolas d'Osseghem, qui le tenait à cens de différentes personnes, et, entre autres, de Nicolas de Laeken. Jean Vanderplast, fils ou gendre de Jean Ier, l'acquit de Franc Eggeloy ou Eggloy, moyennant une rente annuelle de 25 escalins gros tournois (vendredi avant la mi-carème, en 1313-1314). Après avoir appartenu, ainsi qu'une ferme adjacente, des étangs et des vergers,é Gilles Vanderplast et à Nicolas Casteleyn, dit de Froyere, ce bien fut saisi pour payement de dettes contractées envers Gérélin de Froyere; on vendit le moulin à Jean d'Ouderghem dit des Carmes (Van Onzen Vrouwen Bruederen, acte du 19 juin 1407). Plus tard, le patrimoine de Gilles Vanderplast passa successivement à Gilles De Weert, et au meunier Jean Van Dongelberghe; à Jérôme De Weert, à Jean, son fils; à Catherine, fille de Gilles Sweerts, et à son mari Jean Van Coensborch, qui le reçurent en don de leurs prédecesseurs; à Roland De Weert, en vertu d'un jugement du conseil de Brabant, daté du 18 juillet 1491; à Pierre De Weert et à Roland De Weert le jeune. Démocrite Sweerts épousa Charles Bailly, et Marguerite Bailly, Balthasar Tacx. Le conseil de Brabant adjugea l'héritage de ce dernier à Walrave Meeus, qui déjà lui avait acheté un terrain, où l'on voyait auparavant une maison, des écuries, une grange, un four et d'autres édifices, qui avaient été brûlés pendant les troubles, et qui se trouvaient en face de l'église (23 juillet 1623)."

Arthur Cosyn, Les anciennes Seigneuries de Laeken, in: Annales de la Société Royale d'Archéologie de Bruxelles, tome 30 fasc. I, 1921, pp 57-58:
"Près du château de Coensborch, le Molenbeek activait le moulin appelé den molen ter Cammen ou Sweertsmolen, qui, en 1567, appartenait à Roland de Weert, seigneur de Coensborch. Celui-ci le céda à cette  époque à Jean de Valck, lequel le vendit en 1574 à Jean Verheylewegen, chanoine de Sainte-Gudule (d'après un acte de 1573, il fut question de le céder à Georges Rinaldi, le créateur du syphon des Trois-Trous, à Heembeek).
Le moulin de Ter-Cammen doit vraisemblablement son nom à la brasserie de Swane, qui était situé à proximité, le long de la chaussée. Un chemin flanqué d'une barrière reliait le moulin à la chaussée.
Le chevalier Corneille Van Reynegom annexa de nouveau le moulin à la seigneurie de Coensborch en 1675. Un grand étang (30 ares) était situé en amont du moulin, dans les près de la rive droite.
La "Liste Civile" fit l'acquisition du moulin vers 1840. De même que Coensborch, il a été démoli, lors de l'agrandissement du domaine royal."

Literatuur

Alphonse Wauters, Histoire des Environs de Bruxelles, tome VI, 1855, heruitgave 1972 p. 164.
Arthur Cosyn, "Laeken Ancien et Moderne", Bruxelles, 1904, passim.
Arthur Cosyn, Les anciennes Seigneuries de Laeken, in: Annales de la Société Royale d'Archéologie de Bruxelles, tome 30 fasc. I, 1921, pp 57-58
M.A. Duwaerts e.a., De molens in Brabant, Brussel, Dienst voor Geschiedkundige en Folkloristische Opzoekingen van de Provincie Brabant, 1961.
Herman Holemans, Kadastergegevens: 1835-1980. Brabantse wind- en watermolens. Deel 1: arrondissement Brussel-Hoofdstad, Kinrooi, Studiekring 'Ons Molenheem", 1989.
Paul Bauters & Marc Villeirs, Les moulins à eau et à vent de Woluwe-Saint-Lambert et de la région bruxelloise. Histoire et technologie / Water- en windmolens van Sint-Lambrechts-Woluwe en van het Brussels gewest. Geschiedenis en techniek, Woluwe-Saint-Lambert/Sint-Lambrechts-Woluwe, 1996 (Musée communal de Woluwe-Saint-Lambert, cahier n° 2 / Gemeentelijk museum van Sint-Lambrechts-Woluwe, tijdingen n° 2)
Mailbericht Wim van der Elst, voorzitter Laca, 05.11.2013.

Overige foto's

<p>Molen ter Cammen</p>

Groter deel van de dezelfde prent

<p>Molen ter Cammen</p>

Detail van het Zicht op Laken door J. Harrewyn in Sanderus, 1726

<p>Molen ter Cammen</p>

Groter deel van dezelfde prent

Stuur uw teksten over deze molen  | 
Stuur uw foto's van deze molen
  
Laatst bijgewerkt: donderdag 7 november 2013

 

De inhoud van deze pagina's is niet printbaar.

zoek in database zoek op provincie Stuur een algemene e-mail over molens vorige pagina Home pagina Naar bestaande molens