De Molen van Erps of 's Princenmolen was een oliewatermolen op de Woluwe in het gehucht Rijmelgem, in de Kwadestraat, op 800 meter ten noordoosten van de kerk van Sint-Stevens-Woluwe. Hij was op het einde van de 15de eeuw eigendom van Gielis de Prince en werd daardoor eeuwenlang ‘s Princenmolen genoemd.

De watermolen werd gebouwd door de "gemene ingezetenen" van Erps en komt reeds voor in het oudste hertogelijk rekeningboek van 1403. In de 17de eeuw werd hij herbouwd.

Het was een banmolen voor de inwoners van de parochies Erps en Quarebbe. De inwoners van Erps en Quarebbe (Kwerps) waren verplicht om er hun graan te laten malen, maar de afstand tussen Erps en Sint-Stevens-Woluwe was te ver. Erps geraakte van deze banmolen af in de 17de eeuw, mits het betalen van het "molencorenrecht": "ils ont obtenu de sa majesté de ne point être sujet à cette servitude sous condition cependant d'une reconnaissance de 22 muids de seigle, 6 muids de froment, et 28 de cire en mesure de Louvain anuellement".

Op 5 april 1612 werd de banmolen van Sint-Stevens-Woluwe verkocht aan Merten van Winxele.

Eigenaars na 1830:
- voor 1834, eigenaar: Opalfens Michel, handelaar te Brussel
- 21.03.1835, verkoop: Verdussen-Hermans Pierre Antoine, handelaar te Brussel (notaris Eliat)
- 24.02.1849, verkoop: a) Malherbe-Jacobs (later gehuwd met De Troch) Eduard, koopman te Brussel en b) Masquillier Ludovicus Josephus, koopman te Elsene
- 13.12.1858, verkoop: a) Hooricke Guillelmus, eigenaar te Brussel en b) Van Malder Franciscus, eigenaar te Schaarbeek (notaris Toussaint)
- 22.01.1862, deling: Van Malder Franciscus, eigenaar te Schaarbeek (notaris Jacobs)
- 06.05.1865, mutatie: Jacobs-De Troch Henri, landbouwer te Sint-Stevens-Woluwe (notaris Englebert)
- later, erfenis: de weduwe en de kinderen (overlijden van Henri Jacobs)
- 14.11.1878, verkoop: Van Larken-Vanden Bril Dominicus, molenaar te Etterbeek (notaris Jacobs)
- 26.12.1893, erfenis: de weduwe en de kinderen (overlijden van Dominicus Van Larken)
- 01.06.1896, verkoop: a) Van Malder Petrus Alfonsus, rentenier te Sint-Joost-ten-Node, b) Van Malder Eugenie Clementina, rentenierster te Sint-Joost-ten-Node en c) Van Malder Clara, rentenierster te Sint-Joost-ten-Node (notaris Jacobs - maalderij)
- 20.08.1897, erfenis: a) Van Malder Petrus Alfonsus, rentenier te Sint-Joost-ten-Node en b) Van Malder Eugenie Clementina, rentenierster te Sint-Joost-ten-Node (overlijden van Clara Van Malder)

Na gedeeltelijke afbraak in 1909 werd de watermolen ingericht als woonhuis.

Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS

Herman Holemans, "Kadastergegevens: 1835-1985. Brabantse wind- en watermolens. Deel 3: arrondissement Halle-Vilvoorde (M-Z)", Kinrooi, Studiekring Ons Molenheem", 1992.
M.A. Duwaerts e.a., "De molens in Brabant", Brussel, Dienst voor Geschiedkundige en Folkloristische Opzoekingen van de Provincie Brabant, 1961.
Frans Maes & Jos Lauwers, "1000 jaar geschiedenis van Sint-Stevens-Woluwe", Zaventem, Gemeentebestuur, 1973, 222 p.
D. Hoflack, "Sint-Stevens-Woluwe. Aspecten uit verleden en heden", Zaventem, 1987.
J. Verbesselt, "Het parochiewezen in Brabant", deel 12, Pittem, p. 359-405.
A. Wauters, "Histoire des environs de Bruxelles", 1855 (heruitgave 1973, deel 8).
Henri Vannoppen, "De twee windmolens van Erps-Kwerps in Midden-Brabant en het molengedrag van de Erps-Kwerpse bevolking", Molenecho's, X, 1982, 3? p. 213-219.
Frans Maes, "Oude woningen onder Erps-Kwerps", Eigen Schoon en de Brabander, 1956.