Le moulin de Quenast ou Dubois

Un premier moulin fut érigé à Quenast, sur la rive droite de le Senne, avant 1391, date de la première mention de l'existence d'une unité meunière dans le village. Les crues répétitives de la Senne et les guerres ont, au cours de l'histoire, ravagé le moulin sis à Quenast. Il fut chaque fois reconstruit.

Un deuxième moulin est mentionné sur le côté opposé de la rivière en 1844. Une passerelle reliait les deux bâtiments. En 1910, une violente explosion suivie d'un incendie détruisit complètement le moulin quenastois qui ne fut pas rebâti.

--------------------------

De Moulin de Queanst was een graanwatermolen op de Zenne in het dorpscentrum. Het was de banmolen voor de inwoners van Quenast.
De molen geraakte dikwijls beschadigd door het plotse wassen van het water van de Zenne.
Werd heropgebouwd in 1391, 1440 en 1674.

Eigenaars na 1830:
- voor 1834, eigenaar: de Molingreau baron Ferdinand Henri
- later, mutatie: de Bousies Philippe René, te Brussel
- 01.01.1875, einde vruchtgebruik: Charliers de Buisseret Henri Charles Felix, eigenaar te Seneffe.

De watermolen werd in 1877 opgeheven en beschreven als landgebouw. Het mechanisme werd overgebracht in een nieuw gebouw op het aanpalend perceel B98b.

Zie verder onder: Quenast, Mouln de Queanast - II.

Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS

Herman Holemans, "Kadastergegevens: 1835-1985. Brabantse wind- en watermolens. Deel 8: arrondissement Nijvel (P-Z)", Kinrooi, Studiekring Ons Molenheem", 2003.
M.A. Duwaerts e.a., "De molens in Brabant", Brussel, Dienst voor Geschiedkundige en Folkloristische Opzoekingen van de Provincie Brabant, 1961.
Wilfred Burie, "Moulins de Vie ou deux cents ans d'histoire des moulins de Rebecq", Le Cercle d'Histoire et de Généalogie de Rebec, s.l., s.d. [2006], 120 p., ill.