Pierre Marsille kreeg op 30 april 1846 de toestemming van de Bestendige Deputatie van de provincie Brabant een graanwatermolen op te richten op de Ri des Bois des Nonnes.

Opeenvolgende eigenaars:
- 1845, opbouw: Marsille-Bonnenge Pierre, te Virginal-Samme
- 19.05.1862, verkoop: Bomal Nicolas Joseph, molenaar te Virginal-Samme (notaris Carlier)
- 27.08.1905, erfenis: a) Bomal-Seutin Joseph, sluiswachter te Lot en b) Santerre-Bomal Félix Daniel Emile, sluiswachter te Feluy (overlijden van Nicolas Bomal)
- 07.10.1905, verkoop: Bomal Joseph, sluiswachter te Sint-Pieters-Leeuw (notaris Delhaye)
- 27.06.1909, deling: Bomal-Seutin Pierre  Joseph, sluiswachter t Sint-Pieters-Leeuw (notaris Gillis - vieux bâtiments)

In 1909 was de watermolen buiten gebruik, in een akte werd hij omschreven als "vieux bâtiments". Een jaar later was hij ingericht als woning.

Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS

Herman Holemans, "Kadastergegevens: 1835-1985. Brabantse wind- en watermolens. Deel 8: arrondissement Nijvel (P-Z)", Kinrooi, Studiekring Ons Molenheem", 2003.
M.A. Duwaerts e.a., "De molens in Brabant", Brussel, Dienst voor Geschiedkundige en Folkloristische Opzoekingen van de Provincie Brabant, 1961.