De Heimolen was een houten korenwindmolen op het toenmalige Molenveld, het Schotenhof, aan de noordzijde van de Grote Singel (nr. 37).

Hij werd voor 1683 gebouwd: hij werd dan verpacht voor 385 florijnen.

We vinden de molen aangeduid op de Ferrariskaart (ca. 1775) met het bruin symbool van een standaardmolen, in de Atlas der Buurtwegen (ca. 1842) als "Schootenmolen", op de topografische kaart van Vandermaelen (ca. 1850) als "M(ou)lin de Schooten" en op de kadastrale kaart van P.C. Popp (ca. 1854) als "Schooten molen".

Op 5 december 1794 verkochten de religieuzen van de abdij van Villers "de windmolens met de molderswoningen onder Schoten" (F. Van Straelen, Kronijk).

In 1817 verpachtte Guillaume De Caters deze molen aan Franciscus Smits.

De standaardmolen werd in 1829 als volgt omschreven: "in hout gebouwd, deselve heeft eenen omgang en twee paar steenen, welke niet tegelijker tijd kunnen werken, hij is niet al te gunstig gelegen maar wel een half uur verwijderd van de dorpskom, is in goeden staat en wordt verhuurt met enen pachthoeve en bijliggende landerijen, daar het grootste gedeelte van deze verhuring in landerijen bestaat, heeft men de selve niet tot leidraad kunnen nemen voor de begrooting van den molen, men heeft het selven begroot op f. 290. Verhuurd door Guillaume De Caters aan Franciscus Smits".

Eigenaars na 1830:
- voor 1834, eigenaar: Du Bois-De Caters Ludovicus Hyacinthus, rentenier te Antwerpen
- 21.19.1871, erfenis: de kinderen (overlijden van Ludovicus Du Bois)
- later, eigenaar: De Bosschaert-Du Bois Theodore Emmanuel Joseph Marie, de weduwe en consoorten (notaris De Bruyn)
- 30.12.1871, verkoop: De Mevius Gustave, eigenaar te Rhisnes (notaris De Bruyn)
- later, erfenis: de erfgenamen (overlijden van Gustave De Mevius)
- 21.05.1881, deling: D'Henricourt-De Mevius Octave, eigenaar te Elsene (notaris Van den Eynde)

De molen werd in 1889 gesloopt en verplaatst naar een nabijgelegen perceel aan de Kanaallei.

Zie verder onder: Schoten - Heimolen II

Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS

F. Van Straelen, "Kronijk".
Georges Kockelberg, "Historische molenvermeldingen in en om Antwerpen. Een blik op de 1000-jarige geschiedenis der Antwerpse molens", Antwerpen, 1986, p. 124-125.
Herman Holemans & P.J. Lemmens, "Molens van de Voorkempen en van Groot-Antwerpen", Nieuwkerken, 1983, p. 89-91.
J. De Kinderen, "De hoge stenen molen te Schoten", in: De Belgische Molenaar, LX, 1965, p. 55.
A. Gailliaerde, "Schoten, schone gemeente", Schoten, 1969.
"De molens van Schoten", in: Scot, 1971, p. 1.
L. Paeshuis, "Molens van Schoten en hun buren" in: "Scot", Vereniging Heemk. Kwartaalblad, Schoten, jg. 20, 1992, nr. 75, p. 92-96, ill.
Vanleene Aloïs, In de schaduw van de houten molen, de molenaarsfamilie Van de Mierop", Scot (Vereniging voor Heemkunde - Schoten), XXV,1997, p. 28 e.v.
Holemans Hermans, "Wind- en watermolens van de provincie Antwerpen. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 3. Gemeenten P-Z", Opwijk, Studiekring Ons Molenheem, 2011. 
Hugo Lambrechts-Augustijns, "De molenaars op de molen van Villers te Schoten", in: Scot. Tijdschrift van de Vereniging voor Heemkunde Schoten. driemaandelijks, 1997, nr. 95, p. 121-134.