Molenzorg

Puurs (Puurs-Sint-Amands), Antwerpen


Foto jaren 1930. Verzameling Ons Molenheem
Algemeen
Collectie
Verdwenen Belgische Molens
Naam

Koutermolen
Sauvegardemolen
Molen van Ruisbroek

Ligging
J. Hauchecornestraat 34A
2870 Puurs (Puurs-Sint-Amands)

oostzijde
hoek met Molenveld
Sauvegarde
kadasterperceel C114


toon op kaart
Type
Staakmolen
Functie
Korenmolen
Gebouwd
voor 1278 / na 1545 / 1695 / na 1797
Verdwenen
1545, blikseminslag / ca. 1694, oorlog / 1797, oorlog / 1935, sloop
Beschrijving / geschiedenis

De Koutermolen was een houten korenwindmolen op het Eikerveld aan de oostzijde van de J. Hauchecornestraat (nr. 34A), op de hoek met Molenveld, op de grens met Ruisbroek, op het gedeelde gehucht Sauvegarde.

Zoals de molens  van Kimpelberg en van Rijweg, was ook de Sauvegardemolen opgericht door de abdij van Cornelimunster, die in 1276 werd overgegeven aan de Sint-Bernardsabdij.

De molen was een banmolen voro deinwoners van Ruisbroek omdat de abdij, wegens haar oorsprong, het windrecht bezat. Dat windrecht was een oud leen van Cornelimunster, maar deze abdij bezat dat recht niet meer bij de verwerving vn Puurs door de Sint-Bernardsabdij in 1278.

Omdat de Duitse abdij van Cornelimunster van geestelijke aard was, had zij ook voogden, de zogenaamde "advocati", om haar bij te staan bij miltaire en andere verplichtingen. Dit deden zij niet gratis en het kwam er op neer dat zij in ruil voor het voogdijschap een deel van het domein ervoor verwierven. Zo kwam de famiie van Grimbergen in het bezit van Ruisbroek en Willebroek en gingen die twee dorpen uit het domein van Puurs verloren. Ook andere abdijen hadden voogden. Het waren opgedrongen deelgenoten die hun voogdijschap zagen als een bron van verrijking.

De abdij van Cornelimunster had de dorpen Ruisbroek en Willebroek afgestaan aan het huis van Grimbergen als afkoopsom voor hun bijstand in het voogdijschap. Het windrecht was daarbij inbegrepen. De Sint-Bernardsabdij van Hemiksem kocht in 1311 de voogdijrechten terug. Door deze terugkoop kwamen ze zelf in het bezit van het windrecht over Ruisbroek en Willebroek. Het leverde voordeel op voor deze molen en ook voor die van de Rijweg. Sint-Bernard hechtte er een groot belang aan, want het was een bron van inkomsten.

Peter Bal herhaalde in het "Landboeck" van Puurs van 1669: "Den molen op het Eyckervelt te Puers, gemeynelijck den molen van Ruysbroeck geheeten, geleghen naest de baene van Eyck ende gecocht van Philips van Viaene in 1311, metten Wint onder Ruysbroeck, onder welck dorp hij eenen dwancmolen is ende alle inwooners setten". "Wij hebben", schreef hij verder, "onder Ruysbroeck geheel het dorp door den Windt, maer geen molen, die staet op Puersschen grond, maer den dwanck is nu A° 1669 oock in viri observantia (beschouwd krachtens de rechten), ende soo iemandt bevonden wordt elders ter molen te gaen, hij sal daervoor gestraft worden".

Met de aankoop van de molen ging dus tevens de aankoop van het windrecht gepaard. Over dit windrecht lezen we in het landboek van Puurs: "Onder de heerlycke rechten is wel het hoogste ende het principaelste den wind geheel het dorp door, sints hij 400 jaer in de vredelijcke possessie als gevolgh van de independencie enden den vercoop, uytgenomen opden Reywegh ende opt Eyckervelt dat wij hebben gecocht vande Voogdije in 1311".

De molen stond, zoals hoger gemeld, op het Eyckervelt, nabij de huidige Hauchecornestraat. Hij werd verschillende keren vernield, onder meer in 1545 (blikseminslag), kort voor 1695 (Fransen) en in 1797. Telkens volgde de heropbouw.

We vinden de molen aangeduid op de Ferrariskaart (ca. 1775) met het bruin symbool van een staakmolen, op de Atlas der Buurtwegen (ca. 1842) als "Moulin de la Sauve Garde", op de topografische kaart van Vandermaelen als "M(oul)in de la Sauvegarde" en op de kadastrale kaart van P.C. Popp (ca. 1860).

Kadasterbeschrijving uit 1820: "Cette commune renferme six moulins à vent à farine dont trois sont affermés, l'un dans les années déterminées par la loi, pour servir de taux d'évaluation et les autres d'une location récente. Ces moulins consistent dans une baraque en bois reposant sur un pied de maçonnerie à pivot, leur situation plus ou moins avantageuse leur donne plus ou moins de valeur. Les mieux situés sont ceux que l'on trouve dans le bourg de Puers et les hameaux de Clafort dt de Sauvegarde. L'expert en a formé la première classe. La seconde classe se compose du moulin du lieu dit Breendonk, Reyweg et Kimpelberg, situés à une grande distance des habitations et en moins bon état que les autres. Pour bien asseoir son évaluation, l'expert a cherché à connaître la quantité de grain que pouvait moudre chacun de ces moulins, puisqu'il a comparé ces données avec les trois baux qu'il avait ventilé, dont deux pour pur renseignements et le troisième pour en obtenir les résultats suivants. Bail passé sous seing-privé le 12 décembre 1805, enregistré le 20 du même mois à Puurs entre le Sr Nicolas De Diest, propriétaire et le sieur Jean-Baptiste Janssens, meunier à Puers: prix du bail f. 544,22 et contributions suivant le rôle de 1819 et f. 113,45 font un total de f. 657,67. Toutes les réparations et entretien des propriétés bâties sont à charge du locataire. Il résulte de tout ce que précède que la première classe de moulins à vent à farine a été portée toute déduction faite pour dépérissement, frais d'entretien et réparations à f. 400 et le seconde à f. 300."

Kadasterbeschrijving uit ca; 1830: "deze klasse bevat ook twee molens van dezelfde constructie als B348 en D601. Ze verschillen voornamelijk van de andere ten aanzien van hun mindere gunstige ligging. Den eenen gelegen in het gehucht genaamd Sauvegarde is verhuurt met andere grondeigendommen aan Franciscus Vergaelen."

Eigenaars na 1830:
- voor 1834, eigenaar: Olivier-Van Neck Henri Jozef, koopman te Willebroek (huurder-molenaar is Vergaelen Franciscus)
- 20.11.1848, verkoop: Pauwels-Huybrechts Antoon, steenbakker te Boom (notaris Peeters)
- later, erfenis: de kinderen (overlijden van Antoon Pauwels)
- 08.07.1875, deling: Pauwels Jeanne Catherine, steenbakster te Boom (notaris Leclef)
- 19.10.1876, verkoop: Verhaevert-Sel Fidelis, eigenaar en molenaar te Purus (notaris De Pauw)
- 26.06.1877, erfenis: de weduwe en kinderen (overlijden van Fidelis Verhaevert)
- 10.08.1882, verkoop: a) de weduwe (voor 9/12), molenarin te Puurs en b) Verhaevert Jeanne Thérèse (voor 3/12), zonder beroep te Puurs (notaris Depauw)
- 30.05.1895, gift: a) Verhaevert-De Decker Jean Victor (voor 9/12), molenaar en landbouwer te Puurs en b) Verhaevert Jeanne Thérèse (voor 3/12), zonder beroep te Puurs (notaris De Wachter)
- 06.07.1907, verkoop: Hermans-De Breucker Jean, molenaar te Puurs (notaris Verbelen)

In 1834 behoorde de molen toe aan Henri Olivier, rentenier te Brussel en zijn echtgenote Maria Van Neck. De pachter was Franciscus Vergaelen.

Op 20 november 1848 verkochten zij "de windmolen genoemd Sauvegaerdemolen met huis, schuur, stallen, tuin en gronden dichtbij Ruisbroeck te Puurs" aan Antoine Pauwels-Huybrechts, steenbakker te Boom. Jeanne Pauwels, die na de deling van de goederen van Antoine op 8 juli 1875 eigenares was geworden van de molen, verkocht het verworven goed op 19 oktober 1876 aan molenaar Fideel Verhaevert. Deze overleed evenwel binnen het jaar, nl. op 26 juni 1877. Bij de verkoop op 10 augustus 1881, verwierf zijn weduwe Marie Sel 9/12 van de molen, de overige 3/12 ging naar Jeanne Verhaevert.

Fideel Verhaevert werd opgevolgd door zijn zoon Joannes Victor Verhaevert (°Puurs 1860 -+Hingene 1937). Hij was in 1896 gehuwd met Maria De Decker (°Wintam 1864).

Jan Victor Verhaevert had geen opvolger. Hij verkocht de molen in 1907 aan Jan Florent Hermans (°Puurs-Overheid 1878 - +Puurs-Sauvegarde 1962) en echtgenote Francisca De Breucker (°Steenhuffel 1875 - +Puurs-Sauvegarde 1930) en verhuisde toen naar Wintam. Het gezin Hermans-De Breucker kreeg er 7 kinderen: Maria (1908), Anna (1909), Victor (1911), Juliana (1913), Karel (1914), Clara (1917) en Leonard (1922). Karel werd minderbroeder te Tielt onder de naam pater Floriaan, naar de naam van zijn vader, die in de omgang Florent werd genoemd. Hij volgde hiermee het voorbeeld van een broer van zijn vader die als pater Othmar, missiepredikant was van hetzelfde klooster. Hij werd pastoor in Bornem-Branst en overleed te Sint-Niklaas in 2004.

De familie was in januari 1922 tweemaal in rouw gedompeld. De 20ste, om vier uur 's namiddags, overleed de inwonende moeder en grootmoeder Maira De Ruysscher (overlijdensakte 11 in Puurs van 21 januari). De 21ste om 9 uur 's avonds werd zoontje Leonard geboren (geboorteakte 15 van 23 januari), die de volgende dag om 9 uur 's avonds overleed (overlijdensakte 13 van 23 januari). Beiden werden in het overlijdensregister tegenover elkaar ingeschreven. Grootmoeder en kleinzoontje werden toen samen begraven.

Moeder Hermans overleed in 1930 en liet vader achter met vijf kinderen, waarvan de jongste 13 jaar was. Clara, de jongste dochter, herinnerde zich dat vader 's nachts, bij verandering van wind opstond om de molen te kruien. Ze heeft ook nog de koeien gemolken, want  bij een molen hoorde meestal nog een klein landbouwbedrijf.

Tijdens de eerste wereldoorlog bouwden de Duitsers in de molenwal een betonnen bunker, waarin een telefooncentrale werd geplaatst. De molen werd gebruikt als waarnemingspost en op het Eikerveld controleerden schildwachten de voorbijgangers. Bovenop de bunker werd na de tweede wereldoorlog een woning gebouwd.

Rond 1930 werd voor de laatste keer gemalen. Vanaf dan begon de aftakeling. Toen de wieken en de trap al gehavend waren, werd de molen in 1935 omver getrokken door een koppel paarden van vrachtvoerder Alfons Van Campenhout (bijgenaamd "Tistenboer"). Het houten gebinte werd niet onmiddellijk verkocht, want Vincent D'Heu, de oprichter van de parochie Sint-Carolus te Ruisbroek, maakte er gebruik van om een deel te verwerven om het te gebruiken bij de bouw van zijn Sint-Caroluskerk.

Louis CALLAERT, Dirk BINON & Herman HOLEMANS

Literatuur

Archieven
Gemeentearchief Puurs, Gigault, "Atlas de la Commune de Puers", 1807.
Bibliothèque national de Paris, manuscrits, n° 7938, "Cours du Ruisseau de Lipelo, N 1", figuratieve kaart, ca. 1677, met aanduiding "Roitemeulh"

Werken
Louis Callaert & Dirk Binon, "De molen van Sauvegarde", in: Klein-Brabants Molenboek. Jaarboek van de Vereniging voor Heemkunde in Klein-Brabant vzw, 44e jg., 2009, p. 192-199.
Frans Ringoot, "De windmolens van Puurs", in: Ons Molenheem. Studiekring voor wind- en watermolens, 36e jg., nr. 4, okt.-dec. 2011, p. 77-81.
Herman Holemans & P.J. Lemmens, Molens van Klein-Brabant, Mechelen en de Rupelstreek, Nieuwkerken, 1987.
Ons Molenheem, 1988,1 en 2001,2.
Holemans Hermans, "Wind- en watermolens van de provincie Antwerpen. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 3. Gemeenten P-Z", Opwijk, Studiekring Ons Molenheem, 2011, p. 17.
Alphonse Wauters, "Histoire des environs de Bruxelles", 1855.
Karel Van den Bossche, Ontdek de molen, Sint-Amands, 1980.
Sprokkels, Davidsfonds Puurs, 1994, nummer 4, p. 11.

Overige foto's

<p>Koutermolen<br>Sauvegardemolen<br>Molen van Ruisbroek</p>

Foto jaren 1930. Verzameling Ons Molenheem

<p>Koutermolen<br>Sauvegardemolen<br>Molen van Ruisbroek</p>

Foto jaren 1930. Verzameling Ons Molenheem

<p>Koutermolen<br>Sauvegardemolen<br>Molen van Ruisbroek</p>

Foto ca. 1920. Verzameling Ons Molenheem

<p>Koutermolen<br>Sauvegardemolen<br>Molen van Ruisbroek</p>

Prentkaart jaren 1930. Verzameling Ons Molenheem

<p>Koutermolen<br>Sauvegardemolen<br>Molen van Ruisbroek</p>

Detail van deze prentkaart.

Stuur uw teksten over deze molen  | 
Stuur uw foto's van deze molen
  
Laatst bijgewerkt: zondag 6 oktober 2019

 

De inhoud van deze pagina's is niet printbaar.

zoek in database zoek op provincie Stuur een algemene e-mail over molens vorige pagina Home pagina Naar bestaande molens