Het Vlasmolentje Lannoy was een kleine staakmolen op teerlingen, ingericht als vlaszwingelmolen, gelegen aan de westzijde van de bocht van de Magerstraat, ten noorden van de Sint-Katharinastrat, op het kadasterperceel sectie B nr. 239b.

Het molentje werd opgericht in 1880. Een kadasterdocument uit 1881 ("description de la propriété") vermeldt: "kleinen houten molen, wel gelegen, bevat vier zwingelbaarden, allen door wind bewogen".

Het molentje werd opgericht door de weduwe van Joseph Lannoy, op grond van Adhémar Louis Frédéric d'Oultremont, legatiesecretaris te Brussel en eigenaar van de gronden van de oude heerlijkheid van Heule.

Nog voor 1900 verdween het molentje. Het was economisch en technisch voorbijgestreefd.

Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS

Lieven Denewet, "Wind- en watermolens om vlas te zwingelen in West-Vlaanderen", in: Molinologie, nr. 7, 1997, p. 1-15.
Lieven Denewet, "Zwingelen met water- en windmolens in Vlaanderen", Molenecho's, 36, 2008, 3, p. 130-153.
Herman Holemans, "Westvlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel III. Gemeenten H-J", Kinrooi, Studiekring Ons Molenheem, 1995.
Pierre Mattelaer, "De molens van Bissegem en Heule", in: De Leiegouw, XL, 1998, p. 173-192.
J. Maes, "Over vlas en vlasmolens van Heule", in: De Belgische Molenaar, LIX, 1959, p. 220, 222.
A. Lowyck, "Vlasmolens", in: Ons Heem, XI, 1957, p. 185-186.
R.V.K., "'t Meulentje van de Kromme Olm", in: Biekorf, XXXVI, 1930, p. 381-384.
H. Holemans, "Heule en zijn vlasmolens", in: Ons Molenheem, Nieuwkerken-Waas, 1994, nr. 3, blz. 3-12
J. Roelstraete, Heule, in: De Leiegouw, XX (1978), p. 333-350.
Stijn Streuvels, "Heule", Kortrijk, 1942
E. Van Hoonacker, "Duizend Kortrijkse straten", Kortrijk, 1986, 591 p.
I. Van Steenkiste, "Proef eener geschiedenis der Gemeente Heule", Kortrijk, 1889 (herdrukt, van een inleiding voorzien door J. Roelstraete en een alfabetische index van de persoonsnamen, Handzame (Familia et Patria), 1981), 221 p.
G.K. Kockelberg, "De molens van Heule", in: Ons Molenheem, jg. 31, 2006, nr. 4, okt.-dec., p. 90-93.