Molenzorg

Veurne, West-Vlaanderen


Algemeen
Collectie
Verdwenen Belgische Molens
Naam

Molen van 's Heerwillems
Westhovemolen, Westhofmolen
Molen Bauden

Ligging
's Heerwillems 10
8630 Veurne

noordzijde
ten O v.d. Slijkvaart
kadasterperceel A223 ('s Heerwillemskapelle)
sectie D (Veurne)
4,8 km O v.d. hoofdkerk van Veurne


toon op kaart
Type
Staakmolen
Functie
Korenmolen
Gebouwd
voor 1321 / voor 1609 / tussen 1775 en 1786
Verdwenen
ca. 1580, oorlog / voor 1774 / 1840, verplaatst naar Oostvleteren
Beschrijving / geschiedenis

De molen van 's Heerwillemskapelle was een houten korenwindmolen aan de noordzijde van 's Heerwillems (nr. 10). De molen bevond zich "van zuiden jeens de straete aen de Westhofbrugge loopende van 't Wittenhuys naer Pervyse, van oost jegens tland van de abdij Sint-Niklaes in Veurne, van noorden en westen jegens de Crommegracht". 

De staakmolen werd voor 1321 ogericht. Hij werd dan vermeld als "Westhove meulne".

Mogelijk had de melding "Lam(m)ins muelne" uit 1405 betrekking op dezelfde molen.

De molen stond op cijnsgrond van de Sint-Niklaasabdij van Veurne. De molen en de nabijgelegen hoeve, het Groot Westhof, waren in 1564 in het bezit van de zusters Norbertinessen die het genoemde hof als klooster hadden. Zij waren afhankelijk waren van de Sint-Niklaasabdij van Veurne. Deze abdij kwam later in het bezit van deze goederen, tot aan de afschaffing van de abdij op het einde van de 18de eeuw. Het Groot Westhof werd als hoeve ingericht, werd vernield in de eerste wereldoorlog, in de jaren 1920 herbouwd en thans nog steeds uitgebaat als boerderij.

De molen werd vernield in de troebelen rond 1580 en werd voor 1609 herbouwd. We vinden dan de vermelding "benorden aende straete die loopt naer den Westhove muelen".

Rond 1700 was de "Westhovemeulen" in het bezit van Mattheus Bamez. Zijn naam werd opgegeven bij de aangifte van de molens in de kasselrij Veurne op order van meester luitenant Portes op 22 maart 1700.
Bamez was gehuwd met Anne-Marie Declerck, weduwe van Louis Cornelis. Louis had op zijn beurt de molen geërfd van zijn vader Pieter Cornelis. Mattheus Bamez bezat zelf 359 parten op de 432 in de Zoetenaaiemolen te Eggewaartskapelle en een vierde in de Westhofmolen.

Alex Norbert Vereenoghe was er molenaar in de 18de eeuw. De molen staat aangeduid op de Massekaart van 1729-1730 als een staakmolen, maar niet meer op de Ferrariskaart van ca. 1775, maar werd voor 1786 ("Westhovemeulen") herbouwd als een driezolder-staakmolen, ingericht als koren- en oliemolen.

De molen moest in augustus 1814 gerechtelijk worden verkocht. De eigenaars waren toen Pieter Antonius Fockeney en zijn vrouw Constance Fossaert. Ze runden beiden in Veurne een herberg en verhuurden de molen aan Frans Verkinderen. De Gazette van Brugge en de provincie West-Vlaanderen van  10 augustus 1814 meldt hierover: "Vente sur saisie immobiliaire, d'une maison et étables y attachées avec un moulin à vent, servant à moudre blés et battre huile et deux mesures cinquante vergers ... situé en la commune de 's Heerwillems Cappelle ... occupé par le sieur François Verkynderen, meunier".

Rond 1830 was de Alveringemse molenaar Petrus Lycke de eigenaar. Hij verhuurde de molen aan Jan Baptist Bauden.

Jan Van Eecke, molenaar van de Versebrugmolen te Oostvleteren, kocht de molen aan op 1 februari 1838 (acte notaris Floor). Hij bekwam op 6 juni 1839 de toestemming van de Bestendige Deputatie van de provincie West-Vlaanderen om deze molen naar Oostvleteren te verplaatsen, ter vervanging van een kort voordien verdwenen Versebrugmolen. Deze verplaatsing gebeurde in 1840.

Zie verder: Oostvleteren, Versebrugmolen.

Jozef AMEEUW & Lieven DENEWET

Bijlagen

Over de abdijhoeve 't Groot Westhof, 's Heerwillems 10 (Agentschap Onroerend Erfgoed, 1982)

't Groot Westhof is een hoeve als dusdanig reeds vermeld in de 17de eeuw. Voorheen klooster van norbertinessen, afhankelijk van de Veurnse St.-Niklaasabdij en z.g. "Hof der Vrouwen". De goederen kwamen later in het bezit van deze abdij.
Na de afschaffing van het klooster op het einde van de 18de eeuw ingericht tot hoeve.
Huidig uitzicht. Kort na eerste wereldoorlog wederopgebouwde hoeve midden bewaarde omwalling. Lage, losse bestanddelen van baksteen onder zadeldaken (mechanische pannen) rondom begraasd, groot erf met bakstenen looppad en stoepen; ten noorden, boerenhuis met voortuintje en deels ommuurde moestuin rechts; ten westen, stalgebouwen, schuur en wagenhuis U-vormig gegroepeerd rondom ommuurde vaalt; ten zuidwesten, sporen van opgravingswerken naar vermeld klooster. Lange onverharde erfoprit met bakstenen hekpijlers aan de erfzijde.
Wederopbouwarchitectuur aansluitend bij de traditionele regionale hoevebouw cf. algemeen volume en opstelling van hoevegebouwen die grosso modo onvereenstemt met de Ferrariskaart (1771-1778); verwerking van plaatselijke elementen als opkamer van boerenhuis, zijgevels met aandak, top- en schouderstukken en muurvlechtingen, dakvensters met tuitgeveltje (stalgebouwen), houtwerk met deels bewaarde roedenverdeling en luiken (boerenhuis).
Kleine stal (ten noorden) met oudere muurgedeelten en hoeksteunberen.

-------------------

Over de plaats 's Heerwillems en de gemeente 's Heerwillemskapelle

In oorsprong, landelijk gebied ten oosten van Veurne met eigen thans verdwenen kerk (die stond aan het Klein Westhof, 's Heerwillems nr. 9), armendis, handbooggilde en school (18de eeuw). Aanvankelijk kerkelijk afhankelijk van de St.-Niklaasparochie.
In 1218, verheffing tot parochiekerk van kapel gebouwd door een ridder Willem naar wie de nieuwe bidplaats werd genoemd.
Behoorde bestuurlijk tot de Noordvierschaar van de kasselrij Veurne, samen met de dichter bij de stadskern gelegen wijk Beoosterpoort, onder leiding van een hoofdman.
De gemeente 's Heerwillemskapelle werd bij koninklijk besluit van 7 september 1819 met Veurne herenigd (uitgevoerd op 1 januari 1820). De gemeente werd voor 1834 terug van Veurne afgescheiden, alhoewel er maar 119 "zielen" waren. De gemeente 's Heerwillemskapelle werd wederom afgeschaft bij koninklijk besluit van 7 september 1919, slechts uitgevoerd op 31 december 1927. Haar grondgebied werd wederom gevoegd bij de gemeente Veurne en vormde er dan de sectie D, nrs. 1-400.

Literatuur

Archieven en landkaarten
Stadsarchief Veurne, Aangifte van de molens in de kasselrij Veurne op order van meester luitenant Portes, 22 maart 1700.
Rijksarchief Brugge, Kasselrij Veurne, Staat van Goed, nr. 5006.
Massekaart (1729-1730)
Ferrariskaart (ca. 1775)(niet aangeduid)

Uitgegeven bronnen
Gazette van Brugge en van de provincie West-Vlaanderen, 10 augustus 1814

Werken
Herman Holemans, West-Vlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 7. Gemeenten S-U, Opwijk, Studiekring Ons Molenheem, 2003.
Anne Marie Delepiere & Mimi Lion m.m.v. M. Huys, "Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie West-Vlaanderen, Arrondissement Veurne, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 8N, Brussel - Gent, 1982.

Stuur uw teksten over deze molen  | 
Stuur uw foto's van deze molen
  
Laatst bijgewerkt: zondag 1 april 2018

 

De inhoud van deze pagina's is niet printbaar.

zoek in database zoek op provincie Stuur een algemene e-mail over molens vorige pagina Home pagina Naar bestaande molens