Molenzorg

Houtave (Zuienkerke), West-Vlaanderen


Poorthoeve De Grote Madeleine. Foto Elise Hooft (Agenstschap Onroerend Erfgoed), 2003
Algemeen
Collectie
Verdwenen Belgische Molens
Naam

Rosmolen van De Grote Madeleine

Ligging
Oosternieuwweg-Noord 21
8377 Houtave (Zuienkerke)

Hoeve De Grote Madeleine


toon op kaart
Type
Buitenrosmolen
Functie
Korenmolen
Gebouwd
19de eeuw
Verdwenen
na 1931
Beschrijving / geschiedenis

Deze rosmolen, type buitenrosmolen met als functie korenmolen, stond ten oosten van het boerenhuis van hoeve "De Grote Madeleine". Hij dateerde uit de 19de eeuw en werd na 1931 gesloopt.

-----------------------------------

Over de poorthoeve De Grote Madeleine, door Gonda Callaert & Elise Hooft - Agentschap Onroerend Erfgoed

Oosternieuwweg Noord nr. 21. Omwalde poorthoeve op terp z.g. "De Grote Madeleine", één van de oudst bewaarde historische hoeves van Houtave, met een geschiedenis die teruggaat tot in de middeleeuwen (Ontwerp van Lijst sinds 12/05/2003).

Historiek. Deze hoeve is, net als de meer zuidelijk gelegen hoeve z.g. "De Kleine Madeleine" (Oosternieuwweg-Noord nr. 19), van oudsher eigendom van de H. Maria Magdalenaleprozerij. Kort vóór 1227 wordt het Magdalenagodshuis te Brugge gesticht, met leprozerie in 1280 gevestigd buiten de tweede stadsomwalling van Brugge, op het Magdalenaveld langs de Diksmuidse Heerweg. Dit kadert in de middeleeuwse traditie dat de meeste steden buiten hun stadsomwalling en in de nabijheid van een stadspoort leprozerieën oprichten voor lepralijders, dit om het besmettingsgevaar in te dijken.

De Magdalenaleprozerij, die een belangrijke bron van inkomsten heeft o.m. door huis- en landpachten, koopt gronden aan in Houtave, cf. een oorkonde van 1238: "[...] leprosis beate Maria Magdalene intra Brugis duas mensuras terre jacentis in parochia de Houtawe [...]" en een oorkonde van 1245: "[...] Ego frater Willelmus dictus abbas conventis de Laude [...] vendidimus hospitali sancte Marie Magdalene intra Brugis terram nostram jacentem in parochia de Houtave [...]".

Vanaf 1445 is met zekerheid geweten dat de Grote Magdalenahoeve bestaat en in het bezit is van het godshuis. In totaal zijn 39 pachters in de archieven teruggevonden die in een ononderbroken lijn volgen van 1445 tot heden. Tevens is telkens de landoppervlakte horend bij de hoeve gekend, die op het einde van de 15de eeuw het grootst moet geweest zijn. In een omloper van 1554 wordt de hoeve beschreven: "De selve an de noortzijde daeran de hofstede daer Lenaert Roelfoort up wuent genaempt de Groote Magdaleene met gheheel de walgrachten rontsomme ende den synghele ten noorthende voor de poorte [...] mette westhende aen den Oosternieuwech". De hoeve, gelegen in het "52ste Begin van de Wateringe van Blankenberge", is op dat moment dus reeds omwald en heeft een poortgebouw in het noorden, dat thans nog bestaat. Op de kaart van P. Pourbus (1561-1571) is de vierkante omwalling te zien, net als de hoeve die bestaat uit drie losstaande gebouwen rond een erf en kleinere bijgebouwtjes. De specificatie "Grote" laat vermoeden dat ook de hoeve "De Kleine Madeleine" (nr. 19) reeds bestaat, hoewel deze niet wordt aangeduid op de kaart van P. Pourbus (1561-1571).

Door de eeuwen heen behoudt de hoeve zijn omwalling en de noordelijke toegang met poortgebouw, verbonden met de heerweg door middel van een lange licht kronkelende toegangsweg, cf. 18de-eeuwse kaarten. Op de kaart van Ferraris (1770-1778) wordt de hoeve "'t goet Magdalena" genoemd, bestaande uit verschillende naast elkaar gelegen gebouwen met een moestuin in het zuiden binnen de omwalling.

De oudste, thans nog bestaande gebouwen van de hoeve worden wellicht in de loop van de 17de en 18de eeuw opgetrokken. Een "Caerte figurative van een hofstede met medegaende landen competeerende 't godshuys van de Maria Magdaleene binnen Brugge [...] ten gebruyke van Hendrik de Visch" gedateerd 1789 (19de-eeuwse kopie) toont aan de westzijde van het erf het boerenhuis en de lange stalvleugel en parallel ermee aan de oostzijde een schuurgebouw. Op het erf wordt een klein bijgebouwtje afgebeeld, dat later verdwijnt. Dezelfde configuratie is te vinden op een kaart van 1805 die vermeldt "hofstede competerende die van de Magdaleene met de walgrachten daer Frans Bonteyne anno 1805 woont". Onder deze vorm blijft de hoeve tot op vandaag quasi ongewijzigd behouden.

Na de opheffing van het godshuis op het einde van de 18de eeuw wordt de hoeve "De Grote Madeleine" eigendom van de Brugse godshuizen en later van het OCMW; later privé-bezit.

In het eerste kwart van de 19de eeuw wordt een aanbouw ten noorden van de schuur opgetrokken, net als een bakhuis met zomerkeuken ten westen van het boerenhuis, cf. beide reeds opgetekend op het primitief kadasterplan (ca. 1835). Later worden hieraan nog stallen bijgebouwd, wat echter niet meer wordt opgetekend op de kadastrale plannen. In 1872 wordt de schuur ver-/herbouwd en uitgebreid met een wagenhuis in 1874, cf. datering in zijpuntgevels. Ca. 1890 wordt volgens archiefbronnen een nieuwe keuken en slaapkamer in het boerenhuis ingericht. In 1894 is de hoeve in de kadastrale bescheiden aangeduid als "Groot Magadalena en bardelenhuis". In 1931 gebeurt er nog een perceelswijziging; pas dan wordt de - reeds gebouwde - rosmolen ten oosten van het boerenhuis afgebeeld, die nog steeds op het actuele kadasterplan staat, doch echter in de loop der jaren is verdwenen. Recent zijn enkele grote paardenstallen opgetrokken aan de noord- en zuidzijde van het erf.

De hoeve "De Grote Madeleine" is van oudsher en tot op de dag van vandaag gekend als paardenkwekerij/-dekkerij, cf. de aloude traditie van het polderdorp Houtave.

Beschrijving. Omwalde hoeve gelegen op terp met behouden oorspronkelijke toegang via lange erfoprit en poortgebouw in het noorden; tevens aan de westzijde vanaf de straat toegang naar het boerenhuis. Restant van de omwalling aan de noord- en oostzijde afgezoomd met afgeknotte bomen; opstaande gemetselde muren. Behouden contouren van de omwalling in de perceelsbegrenzingen. Hoeve met losstaande bestanddelen zijnde een poortgebouw, boerenhuis, stal, schuur en bijgebouwen omheen deels verhard/gekasseid erf; behouden mestvaalt. Met uitzondering van het boerenhuis overal rood geschilderd houtwerk.

Het oudste en meest beeldbepalende element van de hoeve is het poortgebouw, daterend uit minimaal de 16de eeuw. Vrijstaand thans tweedelig volume aan de noordelijke toegang tot het erf, aan de resterende grachtwal. Witgekalkte baksteenbouw met gepekte plint, waarvan westelijk (grootste) deel onder lessenaardak (Vlaamse pannen). Muurankers. Spitsboogvormig poortje en klein nisje met beeld aan noordzijde. Aan erfzijde voorzien van steunberen en rechthoekige poort. Nieuw ijzeren hek tussen de twee delen.

Boerenhuis opklimmend tot de 17de eeuw, cf. datering "1630" op balk in het interieur. Gelegen aan zuidwestzijde van het erf met omliggende betegelde stoep. Verankerde baksteenbouw onder zadeldak (nok gr.m. evenwijdig aan straat, mechanische pannen). Witgekalkte erf- en straatgevel op gepekte plint; straatgevel deels witgeschilderd. Breedhuis van vier traveeën en opkamertravee onder hogere nok. Dakkapellen, klimmend aan straatzijde. Erfgevel met rechthoekige muuropeningen waarin houtwerk (T-ramen) met grote roedeverdeling. Arduinen onderdorpels. Licht getoogde deuropening waarin nieuwe deur. In noordelijke zijpuntgevel van onder naar boven resp. een getralied venster, een rondbogig zoldervenster en bovenaan een kleine rondboognis met bakstenen omlijsting. Straatgevel voorzien van steunberen; gewijzigde muuropeningen en onderdorpels van geglazuurde tegels. Nieuwe deur. Links ervan gevelsteen met datering "1630-1964" en teken van de z.g. "Openbare Onderstand Brugge". Luiken. Lage aanbouw onder lessenaardak aan erfzijde met rood geschilderd houten deurtje. Interieur met vernieuwde indeling. Behouden balkenzoldering met moer- en kinderbalken in zitkamer. Opmerkelijk is de fraai uitgewerkte moerbalk met op de balksleutels aan de ene zijde ingegraveerd de inrijpoort van de hoeve waaronder "MAGDALOM", aan de andere zijde de zalfpot van Maria Magdalena waaronder jaartal "1630". Kelder onder opkamer overdekt door twee tongewelven, recentere kelder met troggewelfjes.

Langgestrekte stalvleugel (paardenstal) aan de westzijde van het erf, opgetrokken naast het boerenhuis en volgens archivalia opklimmend tot de 17de-18de eeuw. Verankerde baksteenbouw onder zadeldak (nok evenwijdig met straat, Vlaamse pannen). Verhoogd wellicht in de 19de eeuw, cf. bouwsporen o.m. in zijpuntgevels. Bakstenen gootlijst. Stal met geïncorporeerd tweeledig wagenhuis, thans met dichtgemetselde korfboogvormige poortopeningen. Kleine vierkante muuropeningen. Tweedelige staldeuren en laaddeuren.

Aan de overzijde van het erf een groot schuurgebouw, gedateerd in natuurstenen gevelstenen in zijpuntgevels: "1872" aan zuidzijde, uitgebreid met tweeledig wagenhuis aan noordzijde cf. datering "1874" aan noordzijde. Verankerde baksteenbouw onder zadeldak met dakoverstek (nok evenwijdig met straat, Vlaamse pannen). Verticale luchtspleten. Segmentboogvormige poortopeningen met tweedelige poorten met klinket. Voormalig wagenhuis thans in gebruik als koeienstal met nieuwe schuifpoorten voor korfboogvormige openingen. Nok- en schoorgebinte. Behouden diltepersen.

Ten westen van het boerenhuis, afgescheiden door hoge haakse bakstenen muur, kleinere bijgebouwen opgetrokken in elkaars verlengde. Het oudste (bakhuis/zomerkeuken) dateert vermoedelijk minimaal uit het begin van de 19de eeuw. Verankerde baksteenbouw onder verspringende zadeldaken (nok loodrecht op straat, Vlaamse pannen), deels witgekalkt op gepekte plint. Bakstenen schoorsteen. Rechthoekige muuropeningen waarin behouden schrijnwerk met roedeverdeling; dievenijzers. Ten westen ervan kleinere stallen. Vrijstaand hutvormig hondenhok aan westzijde. Nieuwe paardenstallen aan noordoost- en zuidzijde van het erf.

Literatuur

R. Houtave, "Houtave", Oekene, 1986, p. 34-35.
Kadasterarchief West-Vlaanderen te Brugge, 207: Mutatieschetsen, Zuienkerke, 1894/1, 1931/3.
Kadasterarchief West-Vlaanderen te Brugge, 223: Mutatiestaten, Zuienkerke, 1894, 1931.
Kadasterarchief West-Vlaanderen te Brugge, Primitief kadasterplan, Zuienkerke, sectie B, 1ste blad, ca. 1835.
Kadasterarchief West-Vlaanderen te Brugge, Primitief kadasterplan, Houtave, sectie C, 2de blad (ca. 1830).
Kadasterarcheif West-Vlaanderen te Brugge, 207: Mutatieschetsen, Zuienkerke, 1889/1, 1986/503.
Rijksarchief Brugge, Kaarten en Plannen Mestdagh, nr. 2099a: perceelsplan van de gemeente (23/08/1805).
Rijksarchief Brugge, Kaarten en Plannen Mestdagh, nr. 511a: perceelsplan van de gemeente (19de eeuw).
OCMW-archief, Cartularium B, fol. 54r: Oorkonde uit 1238 m.b.t. rente te Houtave ten gunste van het Magdalenagodshuis.
OCMW- archief, Cartularium B, fol. 54v: Oorkonde uit 1245 m.b.t. verkoop van land te Houtave aan het Magdalenagodshuis.
OCMW-archief, Renteboeken, nr. 15 (ca. 1460), fol. 50v: Goedereninventaris van het Magdalenahospitaal.
OCMW archief, Renteboeken, nr. 19 (1534), s. fol.: Register van renten van het Magdalenahospitaal in de Blankenbergse watering.
OCMW-archief, Bestekken werken buitengoederen, Houtave, 1806-1940, nr. 18.
Rijksarchief Brugge, Kaarten en Plannen, nr. 548: Kaart met de Noordede tussen de Strooien Haan en het fort Sint-Filips (18de eeuw).
Rijksarchief Brugge, Kaarten en Plannen van de Watering van Blankenberge, nr. 866: Kaart van een hofstede in het bezit van Nicolas Imbert (18de eeuw).
Rijksarchief Brugge, Kaarten en Plannen Mestdagh, nr. 515: Figuratieve kaart van een boerderij met landerijen eigendom van het Magdalenahospitaal in Brugge, gemaakt door F. d'Hauw, (1789, 19de-eeuwse kopie).
Rijksarchief Brugge, Kaarten en Plannen Mestdagh, nr. 513b-c: Figuratieve kaart van een boerderij genaamd Het Middelhof met landerijen, eigendom van Bernard van Severen, de weduwe en kinderen van Joseph van Severen, Jacques en Auguste van Severen en de erfgenamen van Albert van Severen, 84x121cm, gemaakt door L.F. van de Pitte (1805).
Rijksarchief Brugge, Landboeken Van Sieleghem, nr. 111 (Beterdinghe van Houtave, 1692): fol. 433.
Rijksarchief Brugge, Ommelopers Peper, nr. 37 (ommeloper van de vollanden van de watering van Blankenberge door Antheunis Schoonmakere en François Vander Poorte (1554, met aanvullingen tot in 1830), 10de cohier.
Boussemaere J., Poorthoeve 'de Grote Madeleine', in Heemstede, jg. 7, nr. 1, p. 429-433.
Monument en Tijd. Brochure Open Monumentendag 10/09/2000, Zuienkerke, 2000, p. 12-13.
Ryckaert M., Historische stedenatlas van België: Brugge, Brussel, 1991, p. 223-224.
Callaert G. & Hooft E. met medewerking van Snauwaert L. 2002: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Zuienkerke, Deelgemeenten Zuienkerke, Houthave, Meetkerke en Nieuwmunster,Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL13, (onuitgegeven werkdocumenten).

Stuur uw teksten over deze molen  | 
Stuur uw foto's van deze molen
  
Laatst bijgewerkt: maandag 30 september 2013

 

De inhoud van deze pagina's is niet printbaar.

zoek in database zoek op provincie Stuur een algemene e-mail over molens vorige pagina Home pagina Naar bestaande molens