Molenzorg

Deinze, West-Vlaanderen


Algemeen
Collectie
Verdwenen Belgische Molens
Naam

Hoge Molen
Hoogmolen
Roskammolen

Ligging
Markt 134
9800 Deinze

westzijde
hoek met Kongoplein
ten ZO v.h. Afleidingskanaal van de Leie
bij de vroegere Brugse Poort
kadasterperceel B804


toon op kaart
Type
Staakmolen
Functie
Korenmolen, oliemolen
Gebouwd
voor 1377 / na 1456 / tussen 1538 en 1571 / 1606
Verdwenen
1456, oorlog / 1488, oorlog / 1580 - mei, oorlog / 1883, sloop
Beschrijving / geschiedenis

De Hoge Molen was een houten korenwindmolen binnen de stadsvesten van Deinze, aan de westzijde van de Markt (nr. 136), nabij de hoek met het Kongoplein, ten zuidoosten van het Schipdonkkanaal, bij de vroegere Brugse Poort.

De staakmolen werd al vermeld in 1377.
Op 4 juni 1435 werd de Hoge Molen, ook Molen van Deinze genaamd, verkocht aan de Bourgondische hertog voor 600 pond parisis door messire Roeland van Uitkerke, die kortstondig - van 1433 tot 1435 - heer van Deinze was geworen. Sindsdien bleef deze molen lange tijd eel uitmaken vanh et domein. Roelant van Uitkerke was kapitein en Vlaams dipolomaat in Bourgondische dienst. Als beloning voor trouw en bewezen diensten, werd hij ook in de orde van het Gulden Vlies opgenomen. Omdat hij partij koos voor d ehertog, was hij door de steden sterk gehaat. Hij was gehuwd met Margareta van Komien.

In 1435 was de Hoogmolen voor 3 jaar verpacht aan Lieven Mastelinck tegen 36 pond per jaar.

Tijdens de Gaverse Oorlogen werd de Hoogmolen in 1456 vernield. In 1457 werd de molenmote waarop de Hoge Molen gestaanh ad, verpacht voor slechts 30 schellingen parisis.

Na zijn heroprichting werd de molen nogmaals vernield in 1488.  In 1489 is er sprake van "Den wal daer den Hoechmuelne up plachte te staene te Deynse eande Bruchspoorte heeft 3 jaeren ghelegenuut pachte". Kort voordien was de mote verpacht aan Lieven van den Hende voor 20 schellingen parisis.

In een renteboek van 1492 vermeldt Daniël van Halewin, ontvanger van de grafelijke domeingoederen te Deinze,het volgende:
"Certificeren voor de vorseide scepenen van Deynse dat up den 25e dach van Maerte anno 1491 de muelnen van Deynse ende Peteghem beede berooft waeren vanden volcke van oorloghen twelken in dien tyd te Deynse laghen van al tghens dat men draghen mochte vanden welcken de vorseide muelne van Deynse beroeft ende woeste stondt tot den 16e dacht van Ougst int jaer 1492. Ende de muelne te Peteghem stondt beroeft woeste ende stille tot den 12den dach van Lauwe int jaer 1491 ... mits de vorseide ontfanghere gheen ontfanc gheadt heeft van geen van beede den muelenen".

Nog lange tijd was er enkel een molenwal:
- 1493: "de mote daer de Hochmuelen up plach te staene"
- 1538: "den Meulenberch daer die mulene voormaels gestaen ende gheleghen was genaemt den Hooghen Muelewal van Deynse".

Voor 1571 kwam er toch een nieuwe molen. Inn de Penningkohieren van Deinze uit 1571 staat: "de "Doinze cooren muelen west de Caendele".

In mei 1580 werd de Hoogmolen, net zoals de andere molens van Deinze, vernield.

In januari 1606 kreeg Godefroot Odemaere een octrooi tot het oprichten van een "oliestampmuelene" te Deinze "op de vesten". Godefroot wilde die molen gebruken om ermee alle soorten rondzaad en platzaad te stampen. Hij bekwam tevens de toelating om de molen te "appropriëren" om er alle soorten graan mee te malen, voor zichzelf en voor de "gemene ingezetenen". Hij moest daarvoor een belasting betalen van 12 pond parisis per jaar. Er werd echter een bijkomend voorwaarde gesteld. Indien de "hoge heren" naderhand zouden beslissen zelf een korenwindmolen op te richten, "ghelyck hier te vooren ghestaen heeft", mocht odefroot geen graan meer malen en enkel nog olie stampen; zijn jaarlijkse belasting zou dan nog slehts 6 pond parisis per jaar bedragen.

De Hoogmolen komt voor op:
- de Kaart van Deinze in "Flandria Illustrata" van A. Sanderus (1641)
- op het fortificatieplan van Goubet (1694).
- de kaart die hoort bij het Landboek van Deinze-Buiten van Pieter Hovaere (1712) staan er te Deinze-binnen twee staakmolens met open voet op een hoge motte getekend: de Hoge Molen en de Kloostermolen. Eventuele bijhorende rosmolens staan evenwel niet aangeduid.
- Ferrariskaart (ca. 1775) met het bruin symbool van een staakmolen
- Markizaatplan van Janvan Maldeghem (1786). Ernaast is een rosmolen getekend.
- Atlas der Buurtwegen (ca. 1840) met een rond grondoppervlak
- Topografische kaart van Ph. Vandermaelen (ca. 1850) met de benaming "Roshan Molen")
- Kadastrale kaart van P.C. Popp (ca. 1855).

Volgens een verhuuraankondiging in de Gazette van Gend van 25 juli 1782 bezat de Hogemolen een graanrosmolen.

Joseph Gernaey, 37 jaar oud woonde sinds 1789 te Deinze en bemaalde in 1796 de Hoogmolen. Hij werkte toen met 2 molenknechten: Jan Claeyssens en François Verschuere.

De molen werd later op een stenen onderbouw of torenkot gesteld, waarin olie geslagen werd. Ernaast stond een rosmolen.

Balthazar-Philippe de Mérode, markies van Deinze, leende op 5 maart 1781 een geldrente van 6100 florijnen aan 4 % van Ferdinand van Wonterghem, handelaar te Deinze, te verhalen op:
1. De Hoge Molen op een motte bijde Brugse Poort met uitgang naar de Markt.
2. De windmolen bij de Oude Poort met een motte (de Vestingmolen I), oost en zuid de vesting.
3. Twee rosmolens bij de Brugse Poort en de Oudenaardse poort.
4. Een stuk grond van 116 roeden, geheten de Molenmotte, oost en noord aan een dwarsweg (de oude motte van de daar verdwenen Schorsbergmolen.
Rond 1800 was de molen nog steeds eigendom van de laatste markies van Deinze.

Zijn twee molens te Deinze (de andere stond op de vesting bij de Oudenaardeporot) werden in 1789 verpacht.

In de herberg het Canto, bij Engelbert Callier op de Markt te Deinze, werd op woensdag 29 september 1802 publiek verpachting gehouden van twee korenwindmolens, met hun respectieve rosmolens; de ene molen staat aan de Brugse Poort, de andere nabij de Holpoort ("Gazette van Gend", nrs. 883 en 888 van 2 en 20 september 1802, of 15 fructidor en 3e compl. dag van het jaar X).

De Hoogmolen werd vanaf 1 januari 1809 verpacht aan Jan-Baptiste Tijtgat aan een jaarlijkse huurprijs van 762 frank. De waarde van de molen met rosmolen was toen geschat op 5705 frank; Het pachtrendement bedroeg toen 13%.

Volgens de Gazette van Gend van 13 november 1809 werd de molen met de rosmolen te koop aangeboden. Deze verkoop, die opgelegd werd, ging door op 6 december 1809 door notaris Van De Keere en rechter de Caigny.

De graanwindmolen werd in 1823 getaxeerd op 150 florijnen. Dat was dezelfde prijs als voor de 3 windmolens op Deinze-buiten.

De molen werd in oktober 1825 te koop aangeboden door de weduwe en kinderen van Joseph Gernaey. In de Gazette van Gend van 6 en 13 oktober 1825 verscheen de volgende advertentie: "De weduwe en kinderen van Joseph Gernaey, mulders te Deinze, presenteren uit de hand te koop of te huur: een welbeklante korenwindmolen met onderstaande stenen kot, waarin men "kan stellen een oliestampkot met een dubbel harnas, als daartoe bijzonderlijk gemaakt", een roskot en een huis, ernaast staande. De molen en het kot zijn maar twintig jaren eerder nieuw gebouwd, dicht bij de Brugsepoort in Deinze. De medegaande grond heeft een oppervlakte van ongeveer 70 roeden 80 ellen."

 Eigenaars:
- tot 1809: familie de Merode
- 1809, verkoop: Gernaey Joseph, later zijn weduwe en kinderen
- 1825, verkoop: Vander Straeten Pierre, eigenaar te Deinze
- later, erfenis: de weduwe en de kinderen (overlijden van Pierre Vander Straeten)
- 14.06.1853, deling: a) Vander Straeten Gentil, eigenaar te Deinze en b) Francoys-Grau François, zoutzieder te Deinze (notaris De Smet)
- 02.08.1865, verkoop: Vander Straeten-Van Autrijve Gentil, olieslager te Deinze (notaris Ryffranck)
- 22.05.1880, verkoop: Van Hove Pierre, zonder beroep te Deinze en later te Bachte-Maria-Leerne (notaris Delorge - graanwindmolen)

De Hogemolen werd in 1883 gesloopt: hij wordt niet meer vermeld in een akte van 6 oktober van dat jaar.

Lieven DENEWET & Luc GOEMINNE

Bijlagen

Gazette van Gend, 29 oktober, 2 en 5 november 1789
Deinze - Verpachting van de molens van de Markies Vanwege de graaf van Merode, markies van Deinze, worden “uyt’er hand te pachten gepresenteerd by schriftelyke offers en verhoogingen” voor een termijn van negen jaar, ingaande op 1 januari 1790: twee korenwindmolens met hun rosmolens, staande binnen de stad Deinze resp. “aen de Brugsche en Audenaersche Poorten”. De offertes worden schriftelijk ingewacht, ten laatste op 30 november 1789, ter griffie van de stad Deinze.

Literatuur

Archieven en landkaarten
- Kaart van Deinze in "Flandria Illustrata" van A. Sanderus (1641)
- Fortificatieplan van Goubet '1694)
- Landboek met kart van Deinze-Buiten  van Pieter Hovaere (1712)
- Markizaatplan van Jan van Maldeghem (1786).
- Ferrariskaart (ca. 1775)
- Atlas der Buurtwegen (ca. 1840)
- Topografische kaart van Ph. Vandermaelen (ca. 1850) 
- Kadastrale kaart van P.C. Popp (ca. 1855).

Gedrukte bronnen
- Gazette van Gend, 29 oktober, 2 en 5 november 1789 (verhuuradvertentie)
- Gazette van Gend", nrs. 883 en 888 van 2 en 20 september 1802, of 15 fructidor en 3e compl. dag van het jaar X (verpachting)
- Gazette van Gend, 13 november 1809 (verkoopadvertentie)
- Gazette van Gend, nrs. 1441 en 1443 van 6 en 13 oktober 1825 (verkoopsadvertentie)

Werken

A. Cassiman, Geschiedenis der Stad Deinze, (Bijdragen tot de geschiedenis der stad Deinze en van het land aan Leie en Schelde, XX-XXI, 1953-1954, p. 166).
"Inventaris van de wind- en watermolens in de provincie Oost-Vlaanderen naar gegevens van het Archief van het Kadaster. Tweede aflevering. De arrondissementen Eeklo en Gent", in: Kultureel Jaarboek voor de provincie Oost-Vlaanderen, XV, 1961, 2 (Gent, 1962).
Herman Holemans, "Oostvlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 2. Gemeenten D-E", Rotem, Studiekring Ons Molenheem, 1998.
Goeminne Luc, "Windmolens en rosmolens te Deinze-binnen", in: Geschiedkundige Kring Deinze, jaarboek 2011, p. 91-126
Goeminne Luc, De windmolens op Deinze-buiten, Bijdragen tot de geschiedenis van Deinze en de Leiestreek, LXXI, 2004, p. 481-492.
Paul Huys, "Deinse advertenties en nieuwsberichten in de "Gazette van Gend" (1816-1825)", Bijdragen tot de geschiedenis van Deinze en de Leiestreek, LXXXIII, 2016, p. 173-241 (p. 240).

Stuur uw teksten over deze molen  | 
Stuur uw foto's van deze molen
  
Laatst bijgewerkt: zondag 20 februari 2022

 

De inhoud van deze pagina's is niet printbaar.

zoek in database zoek op provincie Stuur een algemene e-mail over molens vorige pagina Home pagina Naar bestaande molens