Molenzorg

Rotselaar, Vlaams-Brabant


Algemeen
Collectie
Verdwenen Belgische Molens
Naam

Dievemolen
Dievenmolen
Godshuismolen

Ligging
Dieve
3110 Rotselaar

op de Winge


toon op kaart
Type
Onderslag watermolen
Functie
Korenmolen, later ook oliemolen
Gebouwd
voor 1217
Verdwenen
1530 (oliemolen) / 1635 (korenmolen)
Beschrijving / geschiedenis

Deze kleine Brabantse watermolen stond op de kleine Wingebeek die van zuid naar noord vloeit en in de Demer uitmondt.

Dieve is een gehucht onder Rotselaar, ten noorden van Leuven. De Godshuismolen van Dieve behoorde vanaf 1217 toe aan de abdij van Vrouwenpark, die kort hiervoor was opgericht. Deze abdij had de molen gekregen uit de nalatenschap van Arnold III van Rotselaar.

Aanvankelijk was het alleen een korenwatermolen met één water­rad. Na 1265 was het ook een oliewatermolen aangedreven door een tweede waterrad. De slagmolen omvatte ook het woonhuis.

In 1498 werd de molen reeds met stenen dakpannen (tiechlen) bedekt. Een beschrijving uit 1499 van alle roerende werken en van de molenstenen verschaft een redelijk gedetailleerde kijk op de inwen­dige uitrusting van de graan- en oliewatermolen.

De oliemolen verdween reeds in 1530. De graanmolen geraakte ook in verval en verdween in 1635.

We geven hieronder de tekst van de molenscbatting, gevolgd door een verklarend glossarium van de Brabantse m.olentermen. De be­schrijving van het inwendige van de molen is nogal summier maar toch leerrijk. De prijzen van de onderdelen worden eigenaardig ge­noeg niet aangeduid. De graanwatermolen en de oliewatermolen wer­den elk aangedreven door een afzonderlijk waterwiel, zoals gebrui­kelijk voor 1700.

De diameter van de molenstenen en het aantal alpen, spillen of kammen wordt niet aangegeven, zodat we de overbrengingsverhouding niet kunnen berekenen. Ook het aantal stampers en heien van de oliemolen wordt niet medegedeeld.

De slijtage van de molenstenen wordt aangeduid door de geza­menlijke dikte van de ligger en de loper aan te geven, 21 113 duim of 55 cm.

 Luc GOEMINNE

Bijlagen

Algemeen Rijksarchief. Brussel, Kerkelijke Archieven van Brabant,  nr. 955l,p. 82r. Schattinghe gedaen 15 nov. 1499.
Beschrijving van de oliegraanwatermolen te Rotselaar in 1499.

Scattinge gedaen XVen no(ve)mbre a(nn)o XCIX (=99) van des godshuys molen te dieve van alle den ruererenden wercke ende van­ den molenstee(n)en gedaen a(nn)o XCVIII (=98).

Inden iersten houden beyde die molensteen(en) in mate(n) tsa­ me(n) beyde opeen gemeeten XXI duym(n) ende het terdendeel van(n) een(en) duyme schaers.

Item inde voors(eyden) molen een nieu inrat(en) een nieuwe rutsse ende dbuyten rat wel gerepareer(t) ende al nieuwe souder den reep die noch goet es met syne(n) alpen wel gebreet

Item en cupe opte caremolen met har(en) toebehorte(n) daer den steen in gaet es wel gereet ende gemaict.

Inde slachmolen

Inden iersten een nieu buten rat oft reep wiel gerepareer(t) met oud(en) arme(n) met assen ende alpen wel gebreyct.

Item een oude rat ende eene(n) ouden rissele ende cam(m)e(n) ende spillen oic out met eene(n) goeden ouden vuystboom redelyck gereet metter berijen.

Item oude stampen wel gereet en(de) wel ganckbarich, die (=waar­van) II half slerich.

Item goede heijen wel ganckbarich.

Item de slachbanck, de backen alnuwe met har(en) haecken en(de) der toebehoirten.

Item de poluwen wel gereet.

Item een goede ys(er)en pa(n)ne.

Item dander rue(re)nde werck al nuwe goet ende gancbaer.

Item tgeheel huys al wel versien van wande ende van daecke ende omtre(n)t dwars gespilt ende geplanct.

Item een(en nieuwen houten(en) wat(er)steen.

Item een(en) ys(er)enhantboom ende IX ys(er)en beien.

Gedaen ten dage bov(en) gesch(reven) ten bysyn vanja(e)ne van maelcote(n) ende goedevoerde van baelst, scep(en)en van Rousselaer, ja(è)ne de h(er)toge, wout(er) peeters ende ja(e)ne machleis beyde tij(m)me(r)mans.

Glossarium.

1. Alpen: schoepen of bakken van bet waterwieL
2. Armen: armen van het waterwieL
3. Backen: becken, opvangbekken van de oliemolen, onder de pers­lade om de olie op te vangen.
4. Beien: scherphamers, bilhamers. Om de molensteen te scherpen.
5. Berijen: geheel van hefbalken en rollen bevestigd aan de wentelas om de heien op te tillen.
6 Buytenrat: waterwiel, buitenrad.
7. Haecken: handvaten aan de oliebakken.
8. Hantboom: koevoet, ijzeren staaf met geplooid ondereinde om molenstenen op te tillen.
9. Hijen: heien van de oliemolen, zware vertikale balk die op een zware wig in de perslade valt.
10. lnrat: binnenrad.
11. Cupe: steenkuip, steenkist, waarin de molenstenen van de graan­molen liggen.
12. Panne: hier fornuispan van de oliemolen, waarinhet oliehoudend zaad wordt opgewarmd.
13. Poluwe: in een watermolen, houten blok op een onderstel waarop het uiteinde van de molenas draait.
14. Reep: hier houten hoepelband rond een wiel, waarop de alpen genageld zitten. Vlg. Kiliaen, 1599. Circt!lus ligneus. Niet in molentechnische betekenis in het: MNW, VI, 1176.
15. Reepwiel: buitenrad, waterwiel met schoepen. Niet bij Coutant. Niet in het MNW.
16. Rissele: rissele, ressele, ritsel, rissel. rondsel. Rondsel, binnenrad dat de wentelas aan­drijft. Niet in het MNW. Niet bij Coutant.
17. Rutse: Brabantse vonn voor rondsel, schijfloop die de onderspil en de molensteen aandrijft.
18. Slachbanck: groot houten blok waarin het oliehoudend zaad door middel van stampen geplet wordt en!of door middel van beien en wiggen geperst wordt.
19. Slachmolen: oliemolen.
20. Stampen: stampers, zware vertikale beweegbare balk waarmede het oliehoudend zaad geplet wordt.
21. Vuystboom: hier vuistasse, horizontale houten wentelas, die door middel van de uitstekende delen de stampers en de heien optilt. Coutant vermeldt enkel vuistasse.

Literatuur

Archieven
Algemeen Rijksarchief. Brussel, Kerkelijke Archieven van Brabant,  nr. 955l,p. 82r. Schattinghe gedaen 15 nov. 1499.

Werken
V. Vanderhoeven, De Dievemolen te Rotselaar. Tijdingen van het Beatrijs­genootscbap, p. xvm, nr. 2, 1982, p. 4-9.
M.A. Duwaerts e.a., "De molens in Brabant", Brussel, Dienst voor Geschiedkundige en Folkloristische Opzoekingen van de Provincie Brabant, 1961.
B. Minnen, I. Jansen, "Op zoek naar de middeleeuwse watermolens van Rotselaar" in: Hagok, Haachts oudheidkundig en geschiedkundig tijdschrift, X, 1995, nr. 1, p. 31-39.
B. Minnen, "De watermolens in het dorp Rotselaar 1200-1550. Bijdrage tot de studie van de landelijke economie in Brabant in de middeleeuwen", in: Eigen Schoon en De Brabander, 67 (1984), p. 377-412, plans; en vervolg: "De watermolens te Rotselaar 1200-1500 (Verv.)", idem, 68 (1985), p. 63-80.
Luc Goeminne, "Beschrijving van de Dieve watermolen te Rotselaar in 1499",  Eigen Schoon en de Brabander, 80ste jrg., 1997, 4-5-6, p. 241-243.

Stuur uw teksten over deze molen  | 
Stuur uw foto's van deze molen
  
Laatst bijgewerkt: dinsdag 2 mei 2017

 

De inhoud van deze pagina's is niet printbaar.

zoek in database zoek op provincie Stuur een algemene e-mail over molens vorige pagina Home pagina Naar bestaande molens