Molenzorg

Ukkel, Brussels Hoofdstedelijk Gewest


Collectie
Verdwenen Belgische Molens
Naam

Loodwitmolen van Martin Incolle

Ligging
Waterloosesteenweg 290
1180 Ukkel

Vleurgat
hoek met Depraeterestraat
thans een bankinstelling
kadasterpercel C 44


toon op kaart
Type
Binnenrosmolen
Functie
Loodwitmolen
Gebouwd
voor 1800
Verdwenen
1853, landgebouw
Beschrijving / geschiedenis

Van voor 1800 bestond te Ukkel een rosloodwitmolen. gelegen op nr C 44 op Vleurgat, Waterloosesteenweg 290 (vroeger de "Waelsche Casseide") aan de hoek van de Depraeterestraat, nu een bankinstelling

De rosloodwitmolen werd vooral gebruikt om loodwit voor verven te maken. Het is een zwaar wit poeder, ook om andere kleurpoeders te malen of te pletten tot poeder, zoals geel van ijzersteen, rood van ijzersteen hematiet, wit uit meekrapwortel, okervariëteit van limoniet, blauw gemalen uit weidebloem verfplant... Thans is het gebruik van loodwit verboden.

De oprichter is niet bekend. In 1800 was de loodwindmolen in het bezit van Martin Incolle, geboren in Thibaut en overleden in 1853. De molen staat aangeduid in een lijst van 1834 en ook A. Wauters schrijft in zijn boek "Histoire des environs de Bruxelles'' op bladzijde 233 de volgende kleine zin: "i! y a un moulin à céruse" of er was een loodwitmolen!

De erfgenamen van Martinus Incolle verkochten de eigendom. Men maakte er in 1853 een landelijke woning van. Het had, al­les samen, een oppervlakte van 22a 60ca.

Raf MEURESSE

Bijlagen

Raf Meuresse, "Ukkel en zijn molens: Rosmolen of loodwitmolen", Eigen Schoon en de Brabander, 89ste jg., 2006, 1, p. 79-80.

Bij het opzoeken van de Ukkelse molens, las ik in een lijst van 1834 dat er te Ukkel  een rosloodwitmolen bestond , ook A. Wauters in zijn boek "Histoire des environs de Bruxelles'' schrijft op bladzijde 233 volgende kleine zin: "i! y a un moulin à céruse" of er was een loodwitmolen!

We hebben tot nog toe geen aanduidingen gevonden over deze molen wanneer en door wie deze molen werd gebouwd. In 1800 was deze eigendom van Incolle Martinus geboren in Thibaut kwam te overlijden in 1853 en de erfgenamen verkochten den eigendom. Men heeft er dan een landelijke woning van gemaakt. Het  was al­les tesamen 22a60ca groot van oppervlakte. Deze goederen waren gelegen op nr C 44 aan de Vleurgat, Waterloose Steenweg 290 aan de hoek van Depraeterestraat nu een bankinstelling; (was vroeger de Waelsche Casseide). Wat betekent het woord ros? In het Neder­lands is dit een scheldwoord voor een "feeks" of een slechte vrouw in woord en daad!

Het betekent ook een slecht paard, een ros van een paard, ook "Hij besteeg  zijn ros" of  bijvoorbeeld een ros  kammen. Wat is een ros­molen? De schaalvergroting van de produktie stelt automatisch: het probleem van de aandrijving van de verschillende processen. In de pré-industriële maatschappij was men aangewezen op "natuurlijke" vormen van mens en dieren, van water en wind.

De molens zijn dan ook de oudste technologische  uitvindingen waarmee men de kracht van deze kan aanwenden voor aandrijving van productieprocessen. Ze waren bestemd om tekorten van/aan kracht op te lossen.

Vanaf de oudheid werden tal van draaiende processen in beweging gebracht  door tredmolens en rosmolens. Bijvoorbeeld door te "trappen" naaimachine, door "hondenwielen" die een boterkarn aandreven, bij de rosmolens  liepen paarden eentonige rondjes en via een overbrengingssysteem werd de molensten en of pletstukken in beweging gebracht. Voorbeelden nog te zien in Bokrijk, Til­legembos, De buskruitmolen in Wetteren, In het brouwermuseum in Antwerpen om water op te halen, In landbouwmuseum van Sijsele om bij de boeren aangedreven dorsmachienen aan te drijven. Loodwitmolen werd vooral gebruikt om loodwit voor verven te maken (nu verboden te gebruiken), is een zwaar wit poeder, ook voor andere kleurpoeders te malen of te pletten tot poeder zoals, geel  van ijzersteen, rood  van ijzersteen hematiet, wit uit meekrapwortel, oker variëteit van limoniet, blauw gemalen uit weidebloem verfplant...

Literatuur

Raf Meuresse, "Ukkel en zijn molens: Rosmolen of loodwitmolen", Eigen Schoon en de Brabander, 89ste jg., 2006, 1, p. 79-80.
Alphonse Wauters, "Histoire des envrions de Bruxelles", p. 233.

Stuur uw teksten over deze molen  | 
Stuur uw foto's van deze molen
  
Laatst bijgewerkt: dinsdag 2 mei 2017

 

De inhoud van deze pagina's is niet printbaar.

zoek in database zoek op provincie Stuur een algemene e-mail over molens vorige pagina Home pagina Naar bestaande molens