Tussen het plateau van Linthout en het centrum van Schaarbeek ligt het Josaphatdal, dat vroeger de naam Kattepoel droeg (een ingedijkte plas). Door dit dal stroomt de Roodebeek die ontspringt op het plateau van Linthout, ter hoogte van het huidige VRT-RTBF-complex. Deze beek bevoorraadt het Josaphatpark en mondt uiteindelijk uit in de Maalbeek, in de buurt van de Jerusalemstraat. Indertijd dreef deze beek ook de Roodebeekmolen aan.

De Roodebeekmolen werd voor het eerst vermeld in 1175 in een oorkonde van Wauter, kasteelheer van Brussel, waarin bevestigd werd dat Phillipe van Humbeek de rechten van deze molen verkocht had aan de abdij van Affligem.
Werd in 1350 vermeld in het Charterboek van het Sint-Janshospitaal.
Staat nog afgebeeld op een prent van rond 1575 maar verdween kort nadien tijdens de godsdiensttroebelen.

-------------------------

(Vallée de Josaphat) La chute d'eau que l'on y remarque, près de la maison de campagne des De Roest d'Alkemade, a activé un moulin: le Roodenbeke molen, qui, au seizième siècle, Etait abattu depuis longtemps Note: Dans un acte de l'an 1350, on lit: Secus Linthout, in loco dicto Rodenbroec, prope molendinum ibidem (Cartulaire de l'hôpital Saint-Jean); et, dans un autre de l'an 1360: Apud Scarenbeke, desuper molendinum dictum Rodenbeke molen (Cartulaire de l'infirmerie du béguinage).

Alphonse WAUTERS

Alphonse Wauters: Histoire des Environs de Bruxelles, 1855, livre 8A, heruitgave 1973, p 109:
(Vallée de Josaphat) La chute d'eau que l'on y remarque, près de la maison de campagne des De Roest d'Alkemade, a activé un moulin: le Roodenbeke molen, qui, au seizième siècle, Etait abattu depuis longtemps
Note: Dans un acte de l'an 1350, on lit: Secus Linthout, in loco dicto Rodenbroec, prope molendinum ibidem (Cartulaire de l'hôpital Saint-Jean); et, dans un autre de l'an 1360: Apud Scarenbeke, desuper molendinum dictum Rodenbeke molen (Cartulaire de l'infirmerie du béguinage).

Eugène Van Bemmel & Henri Hendrickx, "Histoire de St-Josse-ten-Noode et de Schaerbeek...: Accompagnée de 2 cartes ...", 1869.
Alexandre Henne & Alphonse Wauters, "Histoire de la Ville de Bruxelles", Brussel, I-II, 1845. M.A. Duwaerts e.a., "De molens in Brabant", Brussel, Dienst voor Geschiedkundige en Folkloristische Opzoekingen van de Provincie Brabant, 1961, p. 245;
Alphonse Wauters: Histoire des Environs de Bruxelles, 1855, livre 8A, heruitgave 1973, p 109
Herman Holemans, "Kadastergegevens: 1835-1980. Brabantse wind- en watermolens. Deel 1: arrondissement Brussel-Hoofdstad", Kinrooi, Studiekring 'Ons Molenheem", 1989.
P. De Ridder & L. Goeminne, "De Herenmolen van het kapittel van St.-Goedele te Schaarbeek in 1370", Eigen Schoon en de Brabander, jg. 1980, p. 301-307.
Paul Bauters & Marc Villeirs, "Les moulins à eau et à vent de Woluwe-Saint-Lambert et de la région bruxelloise. Histoire et technologie / Water- en windmolens van Sint-Lambrechts-Woluwe en van het Brussels gewest. Geschiedenis en techniek", Woluwe-Saint-Lambert/Sint-Lambrechts-Woluwe, 1996 (Musée communal de Woluwe-Saint-Lambert, cahier n° 2 / Gemeentelijk museum van Sint-Lambrechts-Woluwe, tijdingen n° 2).
Mailbericht Wim Van der Elst, Laken, 03.12.2013.