De Gasthuismolen was een houten korenwindmolen in de Pistelhoek, nabij de hoek van de Albert I-laan en de Ieperse Steenweg, niet ver van het Zuidgasthuis dat nu het Bakkerijmuseum herbergt.

De molen stond op grond van het Zuidgasthuis of de Disch van Veurne. Rond 1830 was de grond nog steeds eigendom van de "Hospiciën"  van Veurne, de molen zelf was eigendom van de Veurnse molenaar Louis Debusschere.

Vroege vermeldingen:
- 1501: "Jan de Waerd en zijn wijf Claere gaf op Pieter Marschia eene muelene staende buten de Zuudpoorte op den loodyc gheheten de oli muelen met alle huuzen ende plaetsen als van oude tijden daertoe behoorende mitsgaders zesse zeilen en de kalant.
- 11 februari 1502: "een Olyemuelne staende an d'oosteynde vande Loogracht".
Merk op dat de olen toen ingericht was als oliemolen.

We vinden hem aangeduid op de Ferrariskaart met een bruin symbool (= houten windmolen) en op de kaart der stad en dependentiën van Veurne uit 1818.

De staakmolen werd in het voorjaar 1845 gesloopt: in een akte van 6 maart 1845 wordt gemeld "le moulin est entièrement démoli". Toch vinden we hem nog afgebeeld op de kaart Vandermaelen van ca. 1850.

Stadsarchief Veurne, nr. 1701 (molens)
Jozef Ameeuw, "Molens van Veurne-Ambacht", Koksijde, De Klaproos, 2004, p. 184-186.
Herman Holemans, West-Vlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 8. Gemeenten V-Z , Opwijk, Studiekring Ons Molenheem, 2005.