De Stompershoekmolen was een houten korenwindmolen, gelegen ten oosten van de hoeve "Stompershoek" tussen de plaatsen "Geestveld" en het "Anderveld" (verbasterd tot "Dandelveld"), nabij de hoek, gevormd door de Anderveldstraat en de Eyselaarstraat, op 1,9 kilometer ten zuidoosten van de kerk van Boortmeerbeek.

De standaardmolen, op een grondperceel van 9,90 are oppervlakte, werd rond 1802 gebouwd. De  eigenaars Servaes bezaten eveneens de nog bestaande Watermolen van Boortmeerbeek.

Eigenaars vanaf 1830:
- voor 1834, eigenaar: Servaes Eugène Jean, molenaar te Boortmeerbeek
- 22.10.1852, erfenis: Potemans-Servaes Franciscus, rentenier te Scherpenheuvel (overlijden van Eugène Servaes)
- 27.08.1857, verkoop: Wouters-Servaes Franciscus Josephus, molenaar te Boortmeerbeek (notaris Van Bellinghen)
- 23.06.1882, erfenis: en de kinderen (overlijden van vrouw Servaes)
- 17.02.1891, erfenis: de kinderen (overlijden van Franciscus Josephus Wouters)
- voor 1901, deling: Wouters-De Keyser Petrus Jan Antoon, molenaar te Boortmeerbeek (registratie op 15.02.1892)
- 27.11.1908, erfenis: de weduwe en de kinderen (overlijden van Petrus Jan Wouters).

De molen werd geheel beschadigd bij de inval van de Duitsers in augustus 1914 en hierop gesloopt.

Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS

Cyriel Wellens, "Boortmeerbeek", in: Oost-Brabant III, Heemkundig handboek voor Aarschot, Diest, Haacht, Zoutleeuw en omliggende gemeenten bezorgd door de Hagelandse Werkgemeenschap, 1957, p. 29-43.
Voor de wereldoorlog 1914-1918 bezat Boortmeerbeek twee windmolens, de eerste stond precies halfweg het dorp en de Kwadeschranshoeve (aan de grens op Hever), tegen de "Eyckestraat " (Heidekenstraat) en hoorde ca. 1855 toe aan de kinderen Joannes-Josephus Peeters, brouwers, en aan de kinderen Jos. Dekeyser (Rijmenam) (grondperceel van 1,70 a oppervlakte).
Een andere "windgraanmolen" draaide ten oosten van de hoeve "Stompershoek" tussen de plaatsen "Geestveld" en "Dandelveld" (= 't Anderveld) en stond nabij de hoek, gevormd door de Anderveldstraat en de Eyselaarstraat. Eigendom (opp. 9,90 a) van molenaar Franciscus-Josephus Wouters. 

J. Peeters & G. Wouters, "De familie Servaes en de Boortmeerbeekse watermolen", in: Heemkring Ravensteyn (Boortmeerbeek, Heemkring Ravensteyn), jg. 8 (1994), nr. 3; nr. 4, blz. 147-156, ill.;
(J. Peeters & G. Wouters), "De naamdragende afstammelingen van Remigius alias Rombout Servaes", Boortmeerbeek, Heemkundige kring Ravensteyn vzw, 2011, 122 p.
M. Fierens, "Boortmeerbeek, van heerlijkheid tot gemeente", Boortmeerbeek, 1979..
Cyriel Wellens: Boortmeerbeek, in: Oost-Brabant III, Heemkundig handboek voor Aarschot, Diest, Haacht, Zoutleeuw en omliggende gemeenten bezorgd door de Hagelandse Werkgemeenschap, 1957, p. 29-43.
M.A. Duwaerts e.a., "De molens in Brabant", Brussel, Dienst voor Geschiedkundige en Folkloristische Opzoekingen van de Provincie Brabant, 1961.
Herman Holemans, "Kadastergegevens: 1835-1985. Brabantse wind- en watermolens. Deel 4: arrondissement Leuven (A-L)", Kinrooi, Studiekring 'Ons Molenheem', 1993, p. 22.
Mededeling Wim Van der Elst, Laken, 13.01.2014.