De Windmolen van Sterrebeek of Molen De Coster (naar de eigenaar-molenaar) was een houten korenwindmolen die voor 1830 werd opgericht op de Lindenberg, op de hoek van de Mechelsesteenweg en de huidige Windmolenlaan.

Het was een standaardmolen, kortgerokt en met open voet. De molen had een mansardedak, bedekt met eikenhouten schaliën. Aan de windzijde kwam een kleine baard voor. Er waren twee steenkoppels. Op één van de balken (kennelijk een recuperatiebalk) was het jaartal 1627 gebeiteld.

De molen, die nooit een specifieke naam heeft gehad, werd rond 1830 gebouwd door Jan-Baptist De Coster (°Kampenhout 1801 - +Sterrebeek 12.12.1876). Hij was afkomstig uit de bekende maaldersfamilie De Coster uit Kampenhout. Hij woonde al in 1829 in Sterrebeek op de hoeve "Boergondisch Kruis", gelegen aan de Oude Baan, op de hoek met de Mechelsesteenweg. Hij was gehuwd met Anna-Catharina De Coster (°Kampenhout 1800 - +Sterrebeek 19.08.1837) en in tweede huwelijk met Maria Mertens.

De molen heeft in 1830 voor het eerst gemalen. Dit blijkt uit de lijst van "Renten en Cijnsen in graen betaelbaer": "Anna-Catharina De Coster en Jan-B(aptis)te De Coster, maelder, gehuysschen te Sterrebeek gelden 's jaer, eene halve mudde koren bezet op eenen graen-wind-molen, van hout met molenbergh waer op den selven bevind en annexe erve, groot te saemen 10 roeden 14 ellen gestaen en gelegen te Sterrebeek..." De eerste betaling gebeurde op 27 januari 1831 voor het jaar 1830.

Eigenaars na 1830:
- ca. 1830, oprichting: De Coster Jan-Baptist, molenaar te Sterrebeek
- 04.04.1871, verkoop: De Coster-Van Doren Philippus Victor, molenaar te Duisburg (notaris Beckers)
- 12.11.1891, gift: De Coster-Philips Felix, molenaar te Sterrebeek (notaris Beckers)

In 1871 liet Jan-Baptist De Coster de molen over aan zijn zoon Philippus Victor De Coster (°Kampenhout 1828 - +Duisburg 09.07.1910) en gehuwd met Maria-Theresia Van Doren, dochter van de burgemeester van Sterrebeek. Victor was molenaar op de windmolen van Duisburg (eigenom van zijn echtgenote) sinds 1848.

Hij bleef eigenaar van de Sterrebeekse molen tot 1891. In dat jaar werd zijn zoon Felix De Coster (°Duisburg 01.06.1858), gehuwd met Maria Philips van Vossem, de eigenaar. Hij woonde in het huis links van de molen (zie op de foto), Mechelsesteenweg nr. 362.

Van 1907 tot 1911 was Jules Vangrunderbeek maaldersgacht. Victor De Coster (°Sterrebeek 27.04.1890), zoon van Felix en gehuwd met Elisabeth Josefine Smolders trad op als maalder van 1911 tot 1921.

Ondertussen had Franciscus Smets, van de watermolen van Kraainem, aan de Taymansstraat, een graanmolen gebouwd die door een oliemotor werd aangedreven. En Jules Vangrunderbeek, vroeger maaldersgast op de windmolen, richtte een vuurmolen op in de Nieuwstraat nr. 1.

Felix De Coster, de laatste molenaar van de windmolen, overleed op 14 maart 1935 bij zijn dochter te Coigge-Leefdaal.

Rond 1910 werd een paard dat de kar met graan trok, onthoofd door een draaiende molenwiek. Vele mensen gaven er de voorkeur aan naar de twee mechanische maalderijen in het dorp te gaan (zie hoger), in plaats van de windmolen op de Lindenberg.

De standaardmolen waaide om op 21 november 1921. Hij werd uit zijn standaard geheven omdat hij te weinig geladen was en viel om. De balken en het hout werden in loten verkocht. 

Van de draaiende molen bleef een prentkaart uit 1910 bewaard. Boven naast de deur staat maalder Felix De Coster (met bolhoed), naast hem Jules Vangrunderbeek (maaldersgast) en zijn vrouw. Op de trap tegen de leuning staan Lucie Vangrunderbeek en naast haar, haar broer Désiré. Het derde kind is onbekend.

Lieven DENEWET & Lucienne SOMMEREYNS-PARENT

Archiefbronnen
Gemeentearchief Nossegem, rekeningen: lijst met "Renten en Cijnsen in graen betaelbaer", ca. 1830.
Kerkarchief Sterrebeek, lijst van giften voor kerkenbouw.

Mondelinge bron
Lucie en Desiré Vangrunderbeek (kinderen van Jules Vangrunderbeek), aan mevr. Lucienne Sommereyns-Parent, Sterrebeek, in 1982 .

Literatuur
Maria-Theresia van Grambergen (1889-1976), Familieboek De Coster (onuitgegeven)
A. Wauters, Histoire des environs de Bruxelles 8 B, Brussel, 1855 (herdruk 1973), p. 352-363.
Henri Vannoppen & L. Sommereyns-Parent, De geschiedenis van Sterrebeek, het kastelendorp, Tielt, 1978.
Herman Holemans, "Kadastergegevens: 1835-1985. Brabantse wind- en watermolens. Deel 3: arrondissement Halle-Vilvoorde (M-Z)", Kinrooi, Studiekring Ons Molenheem", 1992.
M.A. Duwaerts e.a., "De molens in Brabant", Brussel, Dienst voor Geschiedkundige en Folkloristische Opzoekingen van de Provincie Brabant, 1961.
A. Cosyn, "Sterrebeek", Brussel, 1926.
L. Sommereyns-Parent, "De verdwenen Sterrebeekse water- en windmolens", Molenecho’s, jg. 10, 1982, 4, 159-164.