Molenzorg

Meer (Hoogstraten), Antwerpen


Algemeen
Collectie
Verdwenen Belgische Molens
Naam

Molen Rommens
Meerselmolen

Ligging
Molentip
2321 Meer (Hoogstraten)

Meersel-Dreef
op de Mark
kadasterperceel A287


toon op kaart
Type
Watermolen
Functie
Korenmolen
Gebouwd
voor 1381 / 1621 / 1668
Verdwenen
1621 (oorlog), 1668 (brand), 1910 (sloop na brand)
Beschrijving / geschiedenis

De eerste Meerselmolen of Molen Rommens was een watermolen met onderslagrad op de Mark in Meersel-Dreef, op enkele tientallen meter van de huidige Meeselmolen.

De watermolen werd voor 1381 gebouwd.

Volgens akten van 3 januari 1381, 28 december 1391 en 9 februari 1406 bezat Jan IV van Kuik, heer van Hoogstraten, drie molens te Hoogsraten: de watermolen tYbbrugge, de watermolen van Laren (Laermolen) en de windmolen van Hoogstraten. Blijkbaar had een molenaar, die twee of drie van deze molens pachtte, van zijn monopolie misbruik gemaakt door de inwoners uit de streek af te persen. Om zijn onderdanen ter wille te zin, beloofde Jan van Kuik in 1391 en nogmaals in 1406 - naarhet voorbeeld van zijn vader en grootvader - zijn drie molens niet enkel goed te onderhouden, mar ook aan drie verschillende molenaars te verpachten.

Deze eerste molen had een onderslagrad en was ingericht als (olie)slagmolen. Later werd hij aangepast om ook graan te kunnen malen. Hij was één van de banmolens van de heren van Hoogstraten, zoals we dat nog uit een tekst van 1568 kunnen afleiden.

Het molengebouw, gelegen op de Mark, brandde diverse keren af. In 1612 was de watermolen aan herstelling toe (Tachtigjarige Oorlog). In 1621 werd de molen grotendeels vernield in de oorlog tussen de Nederlanders en de Spanjaarden. Op 22 juli 1624 verbrijzelde een bende ruiters van de Staten van Holland de sluisdeuren en vernielde ook de oogst. Het jaar daarop werd alles hersteld.

In 1668 brandden molen, huis en schuur af. Waarschijnlijk werd dan de eerste stenen molen gebouwd.

Rond 1809 sloeg de bliksem in.

Kadastrale beschrijving van ca. 1830:
"sterk steenen gebouw met lyen gedekt. Zeer gunstig gelegen op de rivier de Markt (sic, lees: Mark), hebbende twee paer steenen gelijktijdig kunnende werken, zijn de staende en drayende werken in eenen zeer goeden staat van onderhoud".

Eigenaars na 1830:
- voor 1834, eigenaar: Salm-Salm Alfredis en consoorten, te Anholt (D).
Deze consoorten:
a) Salm-Salm Guillaume Louis Charles, prince regnant, demeurant au château de Anholt,
b1) la duchesse de Croy Eléonore Wilhelmine Louise, née princesse de Salm-Salm, épouse de Alfred François, duc regnant de Croy, demeurant à Dülmen,
b2) la princesse de Croy Jeanne Wilhelmine Augustine, née princesse de Salm-Salm, épouse du prince Philippe François Renard Victurnen de Croy, major au service du Roi de Prusse à Tempelhof (D), mairie de Düsseldorf,
b3) la princesse douairière du prince George Leopold Maximilien Chretien de Salm-Salm, Rosine, comtesse de Steinberg, demeurant à Anholt (D) comme tutrice de sa fille la princesse Françoise Marie Caroline Jeanne Aloïse de Salm-Salm,
b4) la dame Marie Joséphine Sophie princesse douairière de prince Philippe François de Salm-Salm née princesse de Lövenstein Wertheim, domiciliée à Anholt, demeurant actuellement à Kruizenach (D), comme première tutrice de sa fille Marie Eléonore Crescentia Cathérine de Salm-Salm,
b5) le dit duc regnant Alfred François de Croy, comme tuteur de la dite princesse Françoise Marie Caroline Jeanne Aloïse de Salm-Salm et comme tuteur de la dite princesse Marie Eléonore Crescentia Cathérine de Salm-Salm,
c1) Herman Jean Ignace, comte de Salm-Salm Hoogstraeten, sous la tutelle de Frédéric Luseman, conseiller de justice à Munster,
c2) Rudolf Herman Guillaume, comte de Salm-Salm Hoogstraeten, demeurant à Ahaus,
c3) Albert Frédéric Louis, comte de Salm-Salm Hoogstraeten, référendaire à Munster,
c4) Otton Louis Oswald, comte de Salm-Salm Hoogstraeten, lieutenant au régiment de la garde à cheval au service du Roi de Saxe, demeurant à Dresden (en)
c5) Edouard Auguste Georges, comte de Salm-Salm Hoogstraeten, lieutenant au quatrième régiment de curassiers à Lubin (Polen).
De toenmalige huurder-molenaar was Schruckx, burgemeester te Meerle.
- 16.05.1845, verkoop: Rommens-Jespers Jozef Frans, molenaar te Wuustwezel (notaris De Kepper)
- 03.09.1863, verkoop: Rommens-Hoppenbrouwers Carolus, molenaar te Wuustwezel (notaris Van Nueten)
- 27.09.1877, erfenis: en de kinderen (overlijden van vrouw Hoppenbrouwers)
- 01.07.1905, afstand: Rommens-Hens Victor Petrus, molenaar te Meerle (notaris Van Regemorter).

Tot in 1845 was de molen in het bezit van de adellijke familie van Salm-Salm. Dan werd hij openbaar verkocht en kwam hij in handen van de familie Jan Frans Rommens uit Wuustwezel, die zich alhier kwam vestigen.

De molen brandde uit in de nacht van 18 op 19 april 1910.

Victor Rommens kreeg machtiging van de Bestendige Deputatie van de provincie Antwerpen een watermolen voor het malen van graan en het slaan van olie op te richten.  De molen zou niet meer aangedreven door een klassiek waterrad, maar door twee metalen turbines. De restanten van de oude molen werden gesloopt en enkele tientallen meters verder, op het grondgebied van de gemeente Meerle (kadasterperceel D423f) werd een nieuwe watermolen opgericht. Hierbij kreeg de molen zijn huidig uitzicht.

Zie verder: Meerle, Watermolen van Meersel-Dreef

Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS

Literatuur

H. Holemans, "Beschrijving van de wind-, water- en rosmolens in de provincie Antwerpen rond 1830. Lier-Merksplas", Ons Molenheem 1994, nr. 1, p. 13-16.
C. Lauryssens, "De molens van het Graafschap en het Hertogdom Hoogstraten", in: HOK, Tijdschrift voor Geschiedenis, Oudheidkunde, Kunst en Folklore, II, 1934, p. 5-199; overgenomen in: De Belgische Molenaar, jg. 47 (1952) - 48 (1953), passim.
J. Jansen & L. Van Nueten, "Meerle door de eeuwen heen", Turnhout, 1923.
H. Holemans & P.J. Lemmens, Molens der Noorder- en Oosterkempen, Nieuwkerken, Ten Bos, 1980, p. 61, 63.
Frans J.B. Dirks, "Watermolens van de provincie Antwerpen", Antwerpen, 1990, p. 71-73.
G. Van Caudenberg, "Watermolen van Meer/Meerle", in: De Verzamelaarsvrienden/Ons Molenheem, nr. 3-4 van 26 april 1982.
F. Brouwers, "De toekomst van een verleden. Levende molens in de provincie Antwerpen", s.l., Levende Molens Werkgroep Kempen-Antwerpen, (1997).
P.J. Lemmens, "De watermolen van Meerseldreef", in: "Ons Molenheem", Kinrooi, 1990, nr. 4, p. 17-18.
Jozef Lauwerys, "De watermolen van Meersel", in: H.O.K., jg. 45, 1977, p. 112-115.
"Watermolen afgebrand", in: De Belgische Molenaar, jg. 5, nr. 17 (25 april 1910), p. 2.
F.J.B. Dirks, "De Meerselwatermolen te Meerle-Hoogstraten. (Portret van een draaiende molen)." in: "Natuur- en Stedeschoon", jg. 58 (1989), nr. 3, p. 16-17, ill.
Herman Holemans, "Wind- en watermolens van de provincie Antwerpen. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 2. Gemeenten H-O", Opwijk, Studiekring "Ons Molenheem", 2010, p. 54, 59.

Zie ook onder: Meerle (Hoogstraten), Meerselmolen

Stuur uw teksten over deze molen  | 
Stuur uw foto's van deze molen
  
Laatst bijgewerkt: maandag 1 mei 2017

 

De inhoud van deze pagina's is niet printbaar.

zoek in database zoek op provincie Stuur een algemene e-mail over molens vorige pagina Home pagina Naar bestaande molens