Molenzorg

Tisselt (Willebroek), Antwerpen


Prentkaart. Verzameling Ons Molenheem
Algemeen
Collectie
Verdwenen Belgische Molens
Naam

Oude Molen
Stampmeulen

Ligging
Weverstraat 14
2830 Tisselt (Willebroek)

oostzijde
ten zuiden van de Baeckelmansstraat
Vosselaerveld
kadasterperceel A476


toon op kaart
Type
Staakmolen met open voet
Functie
Oliemolen, later korenmolen
Gebouwd
voor 1650
Verdwenen
1914 - 1 oktober, oorlog
Beschrijving / geschiedenis

De Oude Molen of Stampmeulen was een houten olie- en later korenwindmolen aan de oostzijde van de Weverstraat (nr. 14), ten zuiden van de Baeckelmansstraat.

De standaardmolen werd voor 1650 opgericht als een oliewindmolen.

Jan de Jonge en Jacob, Adriaan, Joanna & Servaes Vloebergh erfden in 1671 delen in de molen (samen met delen in een andere molen te Willebroek) van hun ouders Jan Vloebergh-Van (den) Eynde. Vier jaar later verkochten Gillis Verbruggen en Jan Scheltiens hun delen in de genoemde molens aan Adriaan en Jacob Vloebergh.
Jacob, Maria, Jan, Marcus en Anna Vloebergh verkochten in 1689 hun helft in de molen aan Hendrik Vloebergh.
In 1698 was er een minnelijke schikking nopens het gebruik van de genoemde windmolens tussen Hendrik en Marcus Vloebergh.
Hendrik Vloebergh verhuurde in 1703 zijn helft in de molen aan Adriaan Seghers. Op 7 september 1705 verkocht Hendrik Vloebergh de stampmolen aan Frans Van den Brande (voor de ene helft) en aan Jan Cools (van Waarloos) (voor de andere helft).

Voor 1810 werd de oliemolen in een graanmolen omgevormd.

De molen staat aangeduid op de Ferrariskaart (ca. 1775) met het bruin symbool van een standaardmolen, in de Atlas der Buurtwegen (ca. 1842) als "Ouden molen", op de topografische kaart van Vandermaelen (ca. 1850) als "Ouden Molen" en op de kadastrale kaart van P.C. Popp (ca. 1855) als "Oude Molen".

Een proces-verbaal van afpaling van de gemeente Tisselt uit 1810 vermeldt: "Il y a un moulin à vent qui ne consiste qu'en une baraque en planches placée et tournant sur un pivot. Il est exploité par le propriétaire lui même, et en égard de son imprtance il sera évalué brut f. 690 et net f. 460.
Een kadasterdocument van rond 1830 vermeldt: "deze molen verschilt van de volgende (B546) ten aanzien van zijn min voordeelige ligging".

Eigenaars na 1830:
- voor 1834, eigenaar: Verlinden Guillelmus, de weduwe, te Heffen.
- 10.09.1835, verkoop: Taelemans-Ceuppens Pierre, koopman te Brussel (notarissen Peeters en De Keersmaecker)
- 03.12.1860, verkoop: Clijnans-Taelemans Louis Gilllis, eigenaar te Sint-Joost-ten-Node (notaris De Doncker)
- later, erfenis: de weduwe Carolina Taelemans (overlijden van Louis Clijnans)
- 28.12.1877, verkoop: Robberechts-Somers René, molenaar te Tisselt (notaris Peeters)
- 28.06.1879, ruil: Cloostermans-De Block Désiré, molenaar te Tisselt (notaris Peeters)
- 22.07.1880, ruil: De Block-Verbeken Antonie Joseph, landbouwer te Londerzeel (notaris Peeters)

De Duitsers haalden de standaardmolen neer op 1 oktober 1914. Kort voordien hadden ze de laatste molenaar Jozef De Block beschuldigd van spionage en gefusilleerd. Hij was tijdens de oorlog in Tisselt gebleven. Op 29 september 1914 werd hij door de Duitsers gearresteerd. De telefoondraden aan zijn molen deden de Duitsers vermoedden dat hij spioneerde. In de Bormstraat moest hij zijn eigen graf graven. Hij moest een hele nacht in de regen rechtstaan. Om de volgende ochtend gefusilleerd te worden. Een schilderij van hem werd in 2014 door zijn achterkleindochter Goedele Merlevede geschonken aan de Dorpsraad van Tisselt en hangt nu in de traphal van de gemeentelijke feestzaal in Tisselt.

Bijlagen

Kristof Lauwers, "Portret van gefusilleerde burgemeester Jozef De Block is terug", Het Nieuwsblad, 11.06.2014.
(Reproductie schilderij). De Tisseltse oud-burgemeester Jozef De Block werd op 1 oktober 1914 aan de Bormstraat gefusilleerd
Willebroek. Van Goedele Merlevede, de achterkleindochter van Jozef De Block die burgemeester was van Tisselt van 1900 tot aan zijn dood in 1914, kreeg de Tisseltse dorpsraad een oud portret. Het was de wens van de dochter van Jozef De Block dat het portret van haar vader ooit weer naar Tisselt kwam.
Jozef De Block was landbouwer en molenaar. Hij was tijdens de oorlog in Tisselt gebleven. Op 29 september 1914 werd hij door de Duitsers gearresteerd. De telefoondraden aan zijn molen deden de Duitsers vermoedden dat hij spioneerde. In de Bormstraat moest hij zijn eigen graf graven. Hij moest een hele nacht in de regen rechtstaan. Om de volgende ochtend gefusilleerd te worden. Het portret zal te zien zijn in de expo over Tisselt in de Eerste Wereldoorlog. Nadien wil de dorpsraad de schilderij, samen met de portretten van de Tisseltse oud-burgemeesters van 1900 tot 1976, ophangen in de traphal van de gemeentelijke feestzaal in Tisselt.

------------------------

Karel De Decker, "Jozef De Block en de molen van Tisselt", drupal.tisselt.be

Het  Willebroekse Vaartland telde tijdens de voorbije eeuwen tal van inmiddels al lang verdwenen molens op haar grondgebied (1).

Koploper in dit rijtje was de aan de Nokkestraat (Guido Gezellestraat) gelegen molen van Willebroek. Hij werd echter, na aan de hertog van Brabant te hebben toebehoord, in 1485 door de heer van Grimbergen aan particulieren overgedragen en in 1913 afgebroken.

Eeuwen later, op 10 april 1630, werd door graaf van Empden, heer van Rumst, de toelating verleend tot het bouwen van de molen van Heindonk (2).

Daarnaast was er de op 1 februari 1893 omgewaaide molen van Blaasveld. Hij werd opgericht op “de Heyde teghen de galghe van Blaesvelt”, nadat Margaretha van Hornes, weduwe van Cosmas van Prant, baron van Blaasveld, op 19 december 1652 de toelating daartoe had gekregen (3).

De molens, waarmede de energie van de wind wordt opgevangen, werden in Vlaanderen meestal gebruikt voor het malen van graan, daar waar de pelmolens werden gebruikt voor het pellen van gerst of haver, zoals dat in de Hoogstraat te Tisselt het geval was.

De “Kaart der Oostenrijkse Nederlanden” van graaf de Ferraris openbaart ons dat er in 1771 te Tisselt één windmolen was. Later, in 1855, trof men er twee waaronder de “Oude Molen” in de Biesemansstraat, alsmede twee tredmolens. Wat met de vier brouwerijen waaronder twee distilleerderijen, één kaarsenfabriek, twee ververijen, twee touwslagerijen en twee fabrieken voor weefgetouw, niet enkel voor leven in de brouwerij, maar bovendien ook voor de nodige sfeer in het dorp wist te zorgen (4). Vijf jaar later, in 1860, noteerde P.C. Popp (5) één windmolen en één pelmolen, beide gelegen aan de Hoogstraat, eigendom van Jan-Frans Van Hoomissen-De Wit, molenaar, evenals één windmolen in de Biesemansstraat (nu Baeckelmansstraat), eigendom van Louis Gillis Clymans-Taelemans uit Sint-Joost-ten-Noode.

De molen van Tisselt
De “Oude Molen” van de familie De Block – “mooi gelegen temidden van de velden, zonder de minste hindernis” (6) – is in de geschiedenis altijd een item geweest waar moeilijk naast kon worden gekeken. Jozef De Block werd immers, tijdens de beginperiode van de Eerste Wereldoorlog, om vermeende spionagedaden waarbij Belgische soldaten zijn molen als observatiepost hadden gebruikt, door Duitse mariniers om het leven gebracht.
Petrus De Block, geboren te Puurs op 7 januari 1739 en overleden te Tisselt op 19 april 1806, is waarschijnlijk de eerste maalder van de familie De Block, die op de “Oude Molen” bedrijvig is geweest. Zijn zoon Philip, geboren te Coolhem (Puurs) op 21 augustus 1774 en overleden te Breendonk op 11 december 1834, stond in 1830 als maalder wonende Schorheyde 27 en nadien Molenplein 64, in de Tisseltse bevolkingsregisters ingeschreven. Jacobus Coremans, geboren te Puurs rond 1797, en Henricus Demaeyer, geboren te Liezele omstreeks 1799, maakten op dat ogenblik als dienstboden deel uit van het gezin, wat ergens wijst op het feit dat de aloude molen gedurende tal van jaren in goeie doen is geweest. Jacobus De Block (1776-1856), de jongere broer van maalder Philip De Block (1774-1834) was gehuwd met Maria Theresia Van de Wauwer (1789-1856). Ze hadden twaalf kinderen.
Oudste daarvan was Petrus-Joannes De Block (1811-1856), die als landbouwer op ’t Klein Kasteeltje in de Peeterstraat, samen met zijn echtgenote Lucia Van Ranst (1811-1882) voor een kroostrijk gezin van dertien kinderen had gezorgd.

Jozef De Block
Jan  Antoon De Block, de 5e in de rij, werd geboren te Tisselt op 10 september 1840. Hij overleed aldaar op 1 oktober 1914. Hij trad op 22 mei 1870 voor de eerste maal in het huwelijk te Heindonk met Maria Francisca Reyniers, dochter van Gulielmus Reyniers, maalder te Heindonk. Ze werd aldaar geboren op 21 december 1839 en overleed te Londerzeel op 27 maart 1871 (7).

Uit dit huwelijk waren er twee kinderen:
1. Willem Jozef Alfons De Block, bakker, geboren te Londerzeel op 21 maart 1871 en overleden te Tisselt op 5 februari 1945. Hij trad in 1895 in het huwelijk met Amelia De Wit.
2. Guilielmus Jozef De Block, geboren te Londerzeel op 21 maart 1871 en aldaar overleden op 29 april 1971.

Hij trad op 13 december 1871 voor de tweede maal in het huwelijk met Maria Stephania Verbeken, dochter van Joannes Verbeken en Maria Sophia De Keersmaecker, geboren te Londerzeel op 8 november 1850 en overleden te Tisselt op 23 september 1884.

Uit dit huwelijk waren er acht kinderen:
1. Jaak Maria Louis De Block, geboren te Londerzeel op 12 oktober 1872 en overleden te Tisselt op 4 oktober 1937. Hij trad in 1893 in het huwelijk met Stephania Maria Jacops.
2. Maria Theresia Josephina De Block, geboren te Londerzeel op 26 september 1873 en overleden te Willebroek. Ze trad in 1896 in het huwelijk met Jozef Ragheno.
3. Maria Carolina Ludovica De Block, geboren te Londerzeel op 15 februari 1874 en aldaar overleden op 12 januari 1880.
4. Maria Francisca Celestina De Block, geboren te Londerzeel op 18 maart 1876.
5. Maria Victoria Mathilde De Block, geboren te Londerzeel op 31 mei 1878 en aldaar overleden op 1 februari 1879.
6. Maria Amanda De Block, geboren te Londerzeel op 3 augustus 1879 en overleden te Lede op 25 juni 1971. Ze trad op 26 april 1905 in het huwelijk met Carolus Ludovicus Meeus, veearts, geboren te Puurs op 23 juli 1877 en overleden te Lede op 28 maart 1956.
7. Isabella Maria Carolina De Block, geboren te Tisselt op 1 februari 1880 en overleden te Breendonk op 26 april 1971. Ze trad in 1905 in het huwelijk met Frans De Wit (grootvader van Reinhilde De Wit, geboren op 3 februari 1957, producer bij VTM), geboren te Tisselt op 8 februari 1881 en overleden te Breendonk op 26 februari 1930.
8. Edward Josephus De Block, geboren te Tisselt op 18 september 1884 en overleden te Breendonk op 21 oktober 1957. Hij was gehuwd met Ludovica Theresia Van der Stappen.
Hij trad op 4 oktober 1898 voor de derde maal in het huwelijk met Joanna Maria Van Gyseghem, geboren te Sint-Amands op 2 april 1844 en overleden te Ruisbroek op 12 april 1915. Ze verdronk aldaar in de vaart.
Uit dit huwelijk waren er geen kinderen.

Van landbouwer tot molenaar

Jozef De Block werkte tot aan zijn huwelijk in 1870, op het Spaans Kasteel, de boerderij van zijn ouders in de Peeterstraat, waar hij zich als een fervent paardenfokker wist te ontplooien. Eens de wittebroodsweken voorbij, vertrok hij, samen met zijn echtgenote Maria Reyniers, naar het gehucht Sneppelaar onder Londerzeel, waar ze tien jaar zouden blijven. Op 30 november 1880 worden ze, “komende van Londerzeel” op het adres Biesemansstraat 44, in de Tisseltse bevolkingsregisters ingeschreven. Jozef De Block wordt kort daarop eigenaar van de “Oude Molen” en hij zal dat tot aan zijn dood blijven. In een nota van 28 september 1899, ondertekend door burgemeester F. Baeckelmans, lezen we dat Jozef De Block, eigenaar van de molen, enkel werkt “op het moment als er wind is en (er) ook te malen is. Hij kan (echter) niet voorzien of dit bij dag of bij nacht is”.

Jozef De Block, die op dat ogenblik geen werklieden in dienst heeft, verlicht de niet verwarmde, door vensters verluchte lokalen “...met petrol en soms met olie”. Uit een niet gedateerde nota blijkt dat de werkzaamheden worden verricht “door de eigenaar en dezes zoon”. Enkel “in tijd van nood” wordt er gewerkt in een ruimte die 100 kubieke meter omvat. De verlichting gebeurt “bij middel van welgesloten lantaarnen”. De rustpauzes worden “ten langste alle vier uur genomen”.
De Bestendige Deputatie van de provincie Antwerpen verklaart in zitting van 29 juni 1900 dat er geen verzet is en dat de adviezen gunstig zijn “...in verband met de benuttiging van de molen”. Ondanks het feit dat hij sinds jaren onregelmatig in werking is, wordt onder de gewone voorzorgsmaatregelen de toelating verleend tot de verdere uitbating van de molen (8).

Burgemeester van 1900 tot aan zijn dood

Grafsteen van Jozef Antoon De Block op de gemeentelijke begraafplaats te Tisselt.Nadat Jan Frans Huysmans, schepen-voorzitter, tijdens de gemeenteraad van 20 maart 1900 te kennen gaf “dat mijnheer Baeckelmans aan de heren schepenen, bij brief van 16 maart ll. toegekomen, ter weet laat, dat hij zijn ontslag aan zijne majesteit de koning heeft ingediend”, wordt schepen Jozef De Block als burgemeester geïnstalleerd.

Reeds op 22 mei 1900 ondertekent hij als burgemeester-voorzitter de notulen van het schepencollege. Op 28 augustus 1914 - de Eerste Wereldoorlog is pas uitgebroken - doet hij dat voor de laatste maal.
Jozef De Block was immers, nadat iedereen de vlucht had genomen, in Tisselt gebleven, waar hij door een Duitse patrouille werd gevat. De aan de molen vastgehechte telefoondraden deden bij de Duitsers het vermoeden rijzen dat er van op de molen gespioneerd werd, ook al had het Belgisch leger het telefoontoestel voordien meegenomen. Door de Duitsers weggevoerd, diende hij hen naar Londerzeel-Berg te volgen. In de Bormstraat diende hij de ganse nacht naast de van dienst zijnde schildwacht post te vatten. De dag nadien, op 1 oktober 1914 werd hij, nadat hij eerst zijn graf had gegraven en geweigerd had geblinddoekt te worden, door twaalf marinesoldaten neergeschoten. Zijn lichaam werd later naar de gemeentelijke begraafplaats van Tisselt overgebracht.

In de overlijdensakte van 1 oktober 1914 verklaren Alfons De Block en Jozef Ragheno, de eerste zoon en de tweede schoonzoon, “...dat heden omtrent tien uren voormiddag ter plaatse Bormstraat is overleden Jozef De Block, landbouwer, wonende te Thisselt”. Het is een nuchter document waarin de dramatische omstandigheden van zijn overlijden blijkbaar worden verdoezeld. Dit in tegenstelling met de notulen van het schepencollege van 15 oktober 1914 waarbij gesteld wordt dat “..aangezien de heer Burgemeester op 30 september ll. door het Duitsche leger is doodgeschoten”, er bijgevolg reden bestaat om een ander lid van het college aan te stellen “...om den dienst van den burgerlijken stand te volbrengen”.
De naam Molenstraat werd na de Eerste Wereldoorlog, als tastbare herinnering aan het tragisch overlijden van deze man, in Jozef De Blockstraat gewijzigd. De “Oude Molen” is inmiddels al jaren verdwenen. Enkel de herinnering blijft.

(1) Volgens A. Wauters in zijn “Histoire des environs de Bruxelles” waren er op dat ogenblik twee windmolens in Willebroek, twee te Tisselt, één te Blaasveld en één te Heindonk.
(2) WAUTERS, A., Histoire des environs de Bruxelles. Brussel, 1855.
(3) DE KEERSMAECKER, J., De Molen van Blaasveld en het Meuldersgeslacht Van Breedam. Blaasveld, 1976.
(4) WAUTERS, A., Histoire des environs de Bruxelles. Brussel, 1855.
(5) POPP, P.C., Plan parcellaire de la commune de Thisselt. 1842-1879.
(6) Archief van de provincie Antwerpen.
(7) MOORTGAT, L., Familieboek De Block. Bonheiden, 2000.
(8) Archief van de provincie Antwerpen.

Literatuur

Kaarten
Fricxkaart (1712) (niet aangeduid)
Ferrariskaart (ca. 1775)
Atlas der Buurtwegen (ca. 1842)
Topografische kaart van Ph. Vandermaelen (ca. 1850)
Kadastrale kaart van P.C. Popp (ca. 1855)

Werken
Karel De Decker, "Tisselt, dorp met karakter", Gemeentebestuur Willebroek, 2008.
L. Moortgat, "Familieboek De Block", Bonheiden, 2000.
P. Pittoors, "Molensprokkelingen", in: Katalogus van de molententoonstelling te Boechout en Kasterlee, 1965, p. 61.
G. Roggeman, Archief voor Familiekunde, notariaat Willebroek
J. Troch, "Geschiedenis van Tisselt", z.p., 1937.
H. Van de Ven, "Tisseltse molenaar gefusilleerd", in: 't Vaartland, IV, 1976, p. 6.
A. Wauters, "Histoire des environs de Bruxelles", I-II-III, Brussel, 1855.
"René Robberichts, Tisselts laatste molenaar", in: Het Volk, 19 augustus 1975.
H. Holemans & P. Lemmens, "Molens van Klein-Brabant, Mechelen en de Rupelstreek", Nieuwkerken-Waas, Ten Bos, 1987.
H. Thys, "Molens in het arrondissement Mechelen, circa 1865-1870", in Heemkundig Handboekje voor de Antwerpse Kempen, Borgerhout, jg. 14, 1966, p. 3-14.
P. Lemmens, "Molenoverzicht uit het arrondissement Mechelen van 1830 tot heden", Borgerhout, 1963. Overdruk uit het Heemkundig handboekje voor de Antwerpse randgemeenten, 1963, X, nummer 4.
K. De Decker, "Nieuw Willebroek in oude prentkaarten", Zaltbommel, 1977.
J. De Keersmaecker, "Klein Willebroek, Schippersdorp", Antwerpen, 1979.
A. Duwaerts e.a., "De molens in Brabant", Brussel, 1961.
G. Roggeman, "Archief voor Famiiekunde - Notariaat Willebroek.
A. Wauters, "Histoire des environs de Bruxelles", I-II-III, Brussel, 1855.
Karel De Decker, "Jozef De Block en de molen van Tisselt", drupal.tisselt.be
Kristof Lauwers, "Portret van gefusilleerde burgemeester Jozef De Block is terug", Het Nieuwsblad, 11.06.2014.

Overige foto's

<p>Oude Molen<br>Stampmeulen</p>

Detail van deze prentkaart.

<p>Oude Molen<br>Stampmeulen</p>

Schilderij van de laatste molenaar Jozef De Block (Gemeentelijke Feestzaal, Tisselt)

Stuur uw teksten over deze molen  | 
Stuur uw foto's van deze molen
  
Laatst bijgewerkt: maandag 10 april 2017

 

De inhoud van deze pagina's is niet printbaar.

zoek in database zoek op provincie Stuur een algemene e-mail over molens vorige pagina Home pagina Naar bestaande molens