Molenzorg

Leest (Mechelen), Antwerpen


Algemeen
Collectie
Verdwenen Belgische Molens
Naam

Steinemolen

Ligging
Kapellebaan
2811 Leest (Mechelen)

Steinemolenveld
kadasterperceel C178


toon op kaart
Type
Staakmolen
Functie
Korenmolen
Gebouwd
1783
Verdwenen
1912, sloop na zware storm
Beschrijving / geschiedenis

De Steinemolen was, ondanks zijn benaming, geen stenen maar een houten korenwindmolen. De benaming is afgeleid van een familienaam.  De “van Steynemolens” waren goudsmeden die in de 14de eeuw naar Mechelen kwamen en er als oude adellijke familie veel aanzien had. Jan van Steynemolen die in 1346 vermeld werd als schepen van Mechelen had er eigendommen alsook te Heffen en te Leest. Hij was de stamvader van een aanzienlijk geslacht tot hetwelk verschillende schepenen, doch ook geleerden, zoals Rombout van Steynemolen (16de eeuw) behoorden. Het geslacht stierf uit einde 17de eeuw. De bewering dat in de nabijheid een watermolen stond, is onjuist gebleken.

De molen was gelegen op het Steinemolenveld (Hoogveld), bij de spoorweg in de huidige Kapellebaan.
Hij werd opgericht mits octrooi van 4 november 1783 door Peter Jan Van Breedam, molenaar te Blaasveld.

Kadastrale beschrijvingen:
- uit 1811:
"Moulin à vent pour les grains; il suffit au delà pour la consommation locale. Ce moulin est exploité par le propriétaire lui-même. Il serait difficile d'évaluer son produit réel. Cependant lorsque cette nature de propriété est affermée, il est à notre connaisance que la population est assez généralement la base du prix qui est de 1 florin par chef de famille. La population de cette commune est de 1579 dont le 1/6 qui est de 266 formerait à peu près le produit net de ce moulin ce qui donnerait f. 490 mais de peur d'ereur et toutes déductions faites, pour réparations, la valeur locative de ce moulin sera portée au taux net annuel de f. 450".
- uit 1831: "standerd graeanwindmolen hebbende twee paar molensteenen. Hij is in goeden staet en windgunstig gelegen"

Eigenaars na 1830:
- voor 1834, eigenaar: Van Breedam-Van Doorslaer Petrus Frans, molenaar te Leest
- 06.08.1836, erfenis: Van Breedam Marie Anne, echtgenote Dierckx Jan-Baptist, molenaar te Leest (testament d.d. 13.06.1836 voor notaris De Cocq: "windmolen, woning, stal, schuur, pelmolen, stokerij en andere gebouwen")
- 14.04.1874, deling: a) Dierckx Antoinette, te Leest en b) (broer) Dierckx Egide, molenaar en stoker te Leest
- 14.11.1881, verkoop: Dierckx Egide, molenaar en stoker te Leest (notaris Vanmelckebeke)
- 05.07.1886, erfenis: Dierckx Emmanuel, molenaar en jeneverstoker te Leest, en zijn broers en zussen  (overlijden van Egide Dierckx)
- 13.10.1886, verkoop: Van Winghe-De Boeck Franciscus, landbouwer te Hombeek (notaris Cluydts: graenmolen genaemd Steinemolen, paarden- of pelmolen, herberg "Het Molenhuis" met afhankelijkheden en hof, weide en bosch")
- 19.12.1905, erfenis: de weduwe en kinderen (overlijden van Franciscus Van Winghe)

De Steinemolen werd in 1912, na een zware storm, gesloopt. De bewering dat de molen op 28 september 1914 door de Duitse troepen werd afgestookt, klopt niet. Bij de ometing door het kadaster na de afbraak in 1912 zien we op de schets duidelijk de vier teerlingen van een staakmolen.

Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS

Bijlagen

Interview met eigenaar-boer Slachmulders van hoeve Steynemolen, in: De Band, november 1977.

“Veel mensen denken dat het hier Steynemolen heet omdat er een molen stond aan de overkant van de Kapellebaan, maar dat is niet zo, een zekere Jan Stijnemolen bezat hier een kasteel en daarrond veel land. In de beek hier een beetje verder is er zo’n klein watervalleke, het water stroomt daar klotsend over “een zulle” en m’n vader (Giele) heeft altijd gezegd dat dat de zulle was van den oven van ’t kasteel. Mijn broer Frans heeft hier langs de beek een bungalow gebouwd. Toen hij z’n garage heeft gezet is hij ook op ’n zulle gestoten. Misschien is dat die van ’t kasteel?

In 1925 hebben we gecementeerd, ook aan de stallingen hebben we gewerkt. Men is eens hier geweest om te vragen of de boerderij nog in haar oorspronkelijke staat was, anders hadden ze ze geklasseerd. In het begin hadden we wel 25 Ha grond om te bewerken. We kregen toen veel werkvolk, die kwamen hier helpen voor “paardenarbeid”, in die tijd ging dat zo. Maar later begon ieder op z’n eigen stukje grond te bouwen en wij moesten machines kopen. Dan hielpen we mekaar nog met de pikdorser enz.

Graan, patatten, koren (rogge) en ook al bloemkool hebben we van begin af gezet. De laatste 25 jaar zijn daar spruiten bij gekomen. In 1938 ben ik getrouwd en met m’n vrouw heb ik de boerderij overgenomen. Mijn ouders gingen terug naar Hombeek wonen. Nu ben ik gepensioneerd en met mijn 1 Ha grond heb ik mijn handen wel vol.

Wat ik nooit zal vergeten is onze schuur. Onze schuur hier langs het woonhuis, dat was nog met ouwe eiken balken. In 1918 sloegen de Duitsers de schuur aan om de wacht op te trekken bij de tunnel. Een groep met hunne officier sliep in de schuur. Een soldaat die telaat op post was, was met een sigaret in de schuur ingeslapen. Baas brand ! Baas brand! klonk het in de nacht, onze schuur stond in lichtelaaie. De brandweer van Mechelen is nog opgedaagd maar was te laat, de schuur brandde helemaal uit.

Aan de overkant van de Kapellebaan stond er een molen. We waren nog jonge gasten toen die is afgebroken. Ik weet het nog goed. De molen was van een zekere Van Winge. Toen die molen was afgebroken rolden en tolden we van het molenbergsken af.
Maar nu zie je daar niks meer van.” 

-----------------

H. Van de Ven, "In den echten Oude Steine Molen", in: 't Vaartland, IV, 1976, nr. 2, p. 7.

“Bejaarde Kapellenaren herinneren zich nog wonderwel de stenen molen, opgericht nabij de grens Kapelle – Leest, langs de Mechelseweg, enkele tientallen meter zuidwaarts van de spoorwegviadukt.
Deze werd in 1807 gebouwd en, na zware stormschade, in 1912 gesloopt.
De grondvesten en de 4 stenen pijlers werden enkele jaren geleden weggeruimd en in de onmiddellijke nabijheid ervan werd een electriciteitscabine gebouwd.
Het vroeger bestaan leeft echter onder de Kapelse en Leestse bevolking nog voort in de uitdrukkingen : “bij... van de staane meule..”
Trouwens, de familie Van Winghe, laatste bewoners van het molenaarshuis worden haast uitsluitend door iedereen vernoemd met toevoeging van “Staane Meule” achter de voornaam. En dat is ook het geval voor de nakomelingen.
Persoonlijk herinneren we ons heel goed dat er zich in de onmiddellijke omgeving van de gewezen stenen molen drie staminekes waren, haast deur tegen deur, en die onderscheidelijk de naam droegen van :
a) In de Steinen Molen
b) In de Oude Steinen Molen
c) In de Oude Echte Steinen Molen.
Een zekere onderlinge concurrentiegeest lag hierbij zeker aan de basis van de naamkeuze. En alhoewel ze opgericht waren in een weinig volksrijke omgeving floreerden ze buitengewoon. Immers, elke baas of bazin liet niets onverlet om klanten te lokken.
Er ging, en dit gedurende jaren, geen weekend voorbij of er stond wat op het programma.
Naast kaartavonden werden regelmatig wedstrijden georganiseerd op de vogelpik, op de “schietbak”, op de bollebaan en golfbiljart.  Elk “etablissement” had daarbij haar “spaarkastje” en was de zetel van de ene of andere vereniging.
En om ’t jonge volk te “lokken” werd er op de zaterdag- en zondagavonden bovenop nog gezorgd voor dansmuziek.
Ingevolge overlijden sloten de twee eerstgenoemde inrichtingen hun deuren en dit enkele jaren na wereldoorlog II.
“In den Echten Ouden Steinen Molen” hield stand tot voor een tiental jaren.

--------------------------------

J.A. Huysmans, "Steinen Molen", in: De Band, augustus 1980
“Op Oxdonk woonde op de hoeve Dunkema, een zeker Joriske, en die betaalde reeds lang, slechts zijn vorige maalrekening, doch nu bij het afhalen van een gisteren gebrachte zak graan, kreeg hij de rekening der twee bakzakken van voorgaande keer. Hij verweet de maalder diens eis tot die dubbele betaling als een moedwillige vergissing.
De zonen van den “Steinen Meulenreus” namen dat niet en grabbelden Joriske bij zijn kraag, bonden hem aan armen en benen en duwden het poefboerken in een graanzak, vulden die aan met kaf, er bovenop een briefken met vermelding dat na betaling van drie bakzakkenloon, het eetwaar mocht worden afgehaald, en snoerden met een molenaarsknoop de vracht toe. Een paar uur later komt Joris’boerin op het molenerf, en ziet daar hun geladen kruiwagen staan, en vraagt naar Joris.
“O,” zei één der zonen , “we hadden wat molenpanne en uwe man moest wat wachten. Hij is onderwijl een glaasje gaan drinken naar den “Droogen Hoek”, voert gij liefst uw bakzak naar huis, want ge weet, als uw ganske Joriske bier ziet...”
De stoere Marjan, van geen kleint gerucht vervaard, die duwt geen kruiwagen, maar trekt die achter zich naar huis.
Wat daarna is gebeurd heeft de molenaar nooit geweten maar Joriske kwam ditmaal en later om zijn bakzak met gereed geld.
De twee eeuwen oude grondvesten van den “Steinen Meulenreus” zijn grotendeels verdwenen, enkel de wijk wordt nog naar zijn naam vermeld.”

Literatuur

Algemeen Rijksarchief Brussel, Raad van Financiën, nr. 1918 (oprichtingsoctrooi)
G. Heiregeerts, "Leest geweest", s.p., 1978.
L. Van Damme, "De etsen van Barth Verschaeren", Mechelen, 1986.
J.A. Huysmans, "Steinen Molen", in: De Band, augustus 1980
H. Van de Ven, "In den echten Oude Steine Molen", in: 't Vaartland, IV, 1976, nr. 2, p. 7.
Interview met eigenaar-boer Slachmulders van hoeve Steynemolen, in: De Band, november 1977.
J.A. Huysmans, "Steinen Molen", in: De Band, augustus 1980
H. Holemans & P. Lemmens, "Molens van Klein-Brabant, Mechelen en de Rupelstreek", Nieuwkerken-Waas, Ten Bos, 1987, p. 47-48.
G.K. Kockelberg, "De Molens van Mechelen", in: Ons Molenheem, s.l., s.d. [2005], p. 18-20, ill.
Herman Holemans, "Wind- en watermolens van de provincie Antwerpen. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 2. Gemeenten H-O", Opwijk, Studiekring "Ons Molenheem", 2010.
H. Thys, Molens in het arrondissement Mechelen, circa 1865-1870, in Heemkundig Handboekje voor de Antwerpse Kempen, Borgerhout, jg. 14, 1966, p. 3-14.
P. Lemmens, Molenoverzicht uit het arrondissement Mechelen van 1830 tot heden, Borgerhout, 1963. Overdruk uit het Heemkundig handboekje voor de Antwerpse randgemeenten, 1963, X, 4.

Stuur uw teksten over deze molen  | 
Stuur uw foto's van deze molen
  
Laatst bijgewerkt: zondag 20 juli 2014

 

De inhoud van deze pagina's is niet printbaar.

zoek in database zoek op provincie Stuur een algemene e-mail over molens vorige pagina Home pagina Naar bestaande molens