De Papeterie Miesse (oorspronkelijk) of Filature Ladrière (later) was een watermolen met bovenslagrad in de Rue de la Belle Haie op de Train.
De Gedeputeerde Staten van  Brabant verleende in december 1831 de toestemming aan Alexandre Miesse uit Bousval om een papierwatermolen op te richten.
Deze was in 1847 buiten gebruik en werd in 1865 herbouwd en ingericht als katoenspinnerij met waterkracht.

Opeenvolgende eigenaars:
- 1831, opbouw: Miesse Alexandre, te Bousval
- 26.01.1838, delng: a) Miesse Marie Josephe, echtgenote Malcorps Charles, b) Miesse Joseph, molentimmerman, c) Miesse Alexandre, molentimmerman, d) Miesse Henri Joseph, zadelmaker te Bousval en e) Miesse Lucie, echtgenote Manbour Donat te Bousval (notaris Jottrand)
- 06.09.1841, verkoop: Gérard Aubin Joseph, papiermaker te Court-Saint-Etienne (notaris Jottrand)
- 21.01.1861, verkoop: Favette Séraphin, spinner te Bousval (notaris Jottrand- moulin à papier en ruïnes)
- 07.05.1888, erfenis: Ladrière-Chaufoureux Adrien, industrieel te Court-Saint-Etienne
- later, erfenis: de weduwe en de kinderen
- 15.07.1925, verkoop: Ladrière-De Bouil Paul Joseph Ghislain, industrieel te Court-Saint-Etienne (notaris Huyberechts - retorderie)
- 1946, verkoop: Société Immobilière Geelde

Gebeurtenissen met de molen:
- 1832: opbouw als papierwatermolen
- 1840: wordt belastbaar als papierwatermolen (= opbouw in 1832)
- 1847: beschreven in het kadaster als puin
- 1861: moulin à papier en ruïnes
- 1865: na grenswijziging tussen percelen: weide
- 1865: opbouw van een katoenspinnerij met waterkracht F556d
- 1868: na hermeting: F556e
- 1862: opbouw als "torderie de fils de coton"
- 1870: wordt belastbaar
- 1879: geheel herbouwd
- 1883: na vergroting en na grenswijziging tussen percelen: torderie de fils de coton mûe par l'eau, F556f
- 1887: na vergroting en na grenswijziging tussen percelen: F556g
- 1894: na plaatsing van een stoommachine: torderie de fils avec moteurs à eau et à vapeur, F556h
- 1897: na grenswijziging tussen percelen: F556i
- 1904, na verhoging van de stoomkracht, na vergroting en na grenswijziging tussen percelen: F556k
- 1909: na verhoging van de drijfkracht en na verdeling van het perceel: F556
- 1925: retorderie
- 1931: na grenswijziging  tussen percelen F5556m
- 1946: "usine à couleurs", zonder vermelding van de drijfkracht

Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS

Herman Holemans, "Kadastergegevens: 1835-1985. Brabantse wind- en watermolens. Deel 6: arrondissement Nijvel (A-E)", Kinrooi, Studiekring Ons Molenheem", 1995;
M.A. Duwaerts e.a., "De molens in Brabant", Brussel, Dienst voor Geschiedkundige en Folkloristische Opzoekingen van de Provincie Brabant, 1961.
Vincent Van Grunderbeeck, "Les moulins à eau de la Haute-Dyle", in: Le Lothier roman, Revue d'histoire publiée par le Cercle d'histoire et d'archéologie du Pays de Genappe, trimestriel, 1996, nr 1, p. 1-69.