Molenzorg

Rupelmonde (Kruibeke), Antwerpen


Algemeen
Collectie
Verdwenen Belgische Molens
Naam

Smoutmolen op 't Gulden Vlies

Ligging
Gerard De Cremerstraat
9150 Rupelmonde (Kruibeke)

vroegere Bazelstraat
hofstede 't Gulden Vlies


toon op kaart
Type
Binnenrosmolen
Functie
Oliemolen, later korenmolen
Gebouwd
voor 1672
Beschrijving / geschiedenis

De Smoutmolen op 't Gulden Vlies was een olierosmolen (later korenmolen), type binnerosmolen, op de gelijknamige boerderij in de Gerard De Cremerstraat, de vroegere Bazelstraat.

De Smoutmolen werd voor 1672 gebouwd. De hofstede en molen waren toen eigendom van Michiel van de Perre, die ook eigenaar was van de stampmolen op de Oeverkouter te Bazel, nu Steendorp. Dat alles vernamen we uit een akte die gedateerd is 15 oktober 1672 (Rupelmonde nr. 919, los stuk).

Op 15 oktober 1672 verscheen Michiel van de Perre voor de schepenen van Rupelmonde en liet hen een lening van 1600 gulden registreren, die hij had aangegaan bij Sr. Anthoni Couvreur te Antwerpen. Hij bezette die lening als hypotheek op zijn oliewindmolen van de Oever te Bazel en op zijn hofstede met smoutmolen aan de Bazelstraat te Rupelmonde. De ligging van die hofstede met smoutmolen wordt in de akte als volgt beschreven : "...sijne behuysde hofstede soo die met alle hare edificien gestaen ende gelegen is, smautmolen, appenditien ende dependentien van diere (al wat er aan- en afhangt) in de Baselstraete binnen dese stede ; oost de voornoemde straete, zuyt Gillis de Wolf, west den hoff van Sente Jooris ende noort den uytganck (elders : inganck) van den selven hoff; wesende suyver ende onbelast dan met ses stuyvers tsjaers".

De aangegeven belendingen laten ons toe te zeggen waar die hofstede met smoutmolen juist lag. Het was de hofstede die in 1589 't Gulden Vlies heette en toen werd bewoond door Nicolas de Beudele, burgemeester van Rupelmonde. Op de grond van die hofstede bouwde Petrus Judocus Lyssens later het herenhuis, waar tot voor enkele jaren het klooster van de Zwartzusters was gevestigd.

Michiel van de Perre en zijn vrouw Catelijne Smet verkochten in 1674 hun hofstede met smoutmolen en ook hun stampmolen op de Oeverkouter aan Geeraert a. Gerrit Adriaenssens, koopman te Antwerpen. De hypotheek van 1600 gulden ten voordele van Anthoni Couvreur werd niet afgelost. Ze bleef volledig staan op de hofstede met smoutmolen. In 1676 kwam de hypotheek in het bezit van Maria Martens die toen ook in Antwerpen woonde. Maar vanaf datzelfde jaar 1676 betaalde de nieuwe eigenaar Gerrit Adriaenssens de 80 gulden intrest van de hypotheek niet meer. In 1680 werd hij te Antwerpen failliet verklaard, week uit naar Amsterdam waar hij kort nadien eveneens failliet werd verklaard. Maria Martens overleed te Antwerpen op 2 december 1679 en liet haar hypotheekbrief van 1600 gulden na aan een aantal erfgenamen die op Rupelmonde woonden. Onder hen waren Hendrik Boots, zoon van de griffier Andries Boots, Jan Claus Abrahamsz. en Andries Claus Pietersz. Op 26 maart 1680 spanden zij bij de vierschaar van Rupelmonde een proces aan om hun kapitaal van 1600 gulden en de verlopen intresten ervan te verhalen op de hofstede met smoutmolen aan de Bazelstraat, die toen in pacht waren bij Jan van der Heyden.

Het proces duurde drie jaar op drie dagen na. Hofstede en smoutmolen werden op 23 maart 1683 gerechtelijk verkocht aan een van de erfgenamen, Hendrik Boots Andriesz., voor de som van 1026 gulden. Daarmee konden wel de verlopen intresten van de hypotheek worden uitbetaald. Maar het grote deel van het kapitaal was voor de erfgenaam verloren.

De koper Hendrik Boots was te Rupelmonde geboren op 12 augustus 1634. Hij overleed schielijk op 8 oktober 1707. Hij was te Rupelmonde op 19 april getrouwd met Joanna de Grave, geboren op 13 maart 1638 en overleden op 5 juli 1688. Zij betrokken de hofstede aan de Bazelstraat die ze hadden gekocht en verbouwden de smoutmolen tot korenmolen. In 1703, vier jaar voor Hendriks dood, werd de hofstede "met bloemmolen" opnieuw gerechtelijk verkocht op verzoek van Hendriks schuldeisers Guilliaem van Galissen en Gillis Wuytack. Faillissementen waren in die tijd al evenmin uit de lucht als nu.

A. MARIS

Literatuur

Archieven
Rijksarchief Beveren, Oud archief Rupelmonde, nrs. 919 (akte van 15 oktober 1672, los stuk).
Rijksarchief Beveren, Oud archief Rupelmonde, nr, 953.

Werken
A. Maris, "Bazel in Waas", p. 196-197.
A. Maris, "De molens van Rupelmonde", Heemkundige Kring Wissekerke, 1985, nr. 3, p. 77.
A. Maris, Over de hofstede 't Gulden Vlies, Heemkundige Kring Wissekerke, 1982, p. 87-88.

Mailbericht
Marcel De Jonghe, Bazel, 18.03.2017.

Stuur uw teksten over deze molen  | 
Stuur uw foto's van deze molen
  
Laatst bijgewerkt: zondag 19 maart 2017

 

De inhoud van deze pagina's is niet printbaar.

zoek in database zoek op provincie Stuur een algemene e-mail over molens vorige pagina Home pagina Naar bestaande molens