Slagmolen van Bautershoven
Jezuïetenmolen
Hoog Molen
zuidzijde
op de Melsterbeek
De Slagmolen van Bautershoven of de Jezuïetenmolen was een watermolen op de Melsterbeek aan de zuidzijde van de Zepperenweg (nr. 253), bij de nog bestaande hoeve "Hoog Molen".
Op 12 februari 1607 stelde notaris J. Vreven het pachtcontract op tussen eigenaar P. Jamotte s.j. uit Leuven en molenaar Hendrik van Boenhoven. Opvallend in dit contract is wel dat enkel de molenaar plichten had; de heer of eigenaar streek de winst op. Wel betaalde hij de vracht en de prijs van een nieuwe oliepletsteen.
De molen staat aangeduid met een molenteken op de Ferrariskaart (ca. 175) en op de kaart van Vandermaelen (ca. 1850) onder de benaming "Jesuite Molen".
De watermolen werd tussen 1850 en 1875 gesloopt.
De nog bestaande hoeve "Hoog Molen" heeft een kern uit de eerste helft van de 17de eeuw. Het woonhuis heeft op de voorgevel muurankers die "1617" vormen. Het watermolengebouw zelf is evenwel verdwenen. De hoevegebouwen zijn opgenomen in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed.
Lieven DENEWET
Bouwkundige beschrijving van de boerderij "Hoog Molen" (Frieda Schlusmans, Agentschap Onroerend Erfgoed, 1978-1981)
Voormalige molen en hoeve zogenaamd "Hoog Molen" met losstaande bestanddelen, met kern uit de eerste helft van de 17de eeuw, doch verschillende aanpassingen; ligging aan de Melsterbeek. De hoeve ligt wat afgelegen ten opzichte van de straat, en is er met een berkendreef mee verbonden; de ingang van de dreef wordt gemarkeerd door twee beuken. Aan weerszij van de dreef bevinden zich boomgaarden, die door ligusterhagen zijn afgesloten.
Ten oosten, dwarsschuur van drie traveeën, naar achteren toe vergroot (cementblokken), onder mank dak. Perelaar tegen de voorgevel. Getoogde, bakstenen poort in een risaliet. Aanbouwsel van cementblokken onder lessenaarsdak tegen de zuidgevel
Ten westen, stal van vier traveeën, schuin gelegen ten opzichte van het woonhuis. De voorgevel heeft aangepaste muuropeningen, op een rechthoekige deur in een houten omlijsting na. Tegen de achtergevel is een serre aangebouwd. Zijgevels met aandak, vlechtingen, top- en schouderstukken; ronde uilengaten; aanbouwsel onder lessenaarsdak tegen de noordelijke zijgevel.
Ten zuiden, woonhuis (nok evenwijdig aan straat) van vijf traveeën en één bouwlaag, door middel van muurankers op de voorgevel gedateerd 1617. Aangepaste, rechthoekige vensters in een gecementeerde omlijsting; het uiterst rechtse venster was oorspronkelijk waarschijnlijk een drieledig bolkozijn: de natuurstenen omlijsting bleef gedeeltelijk bewaard, evenals drie ontlastingsboogjes van een rollaag en een platte laag; het tweede venster heeft onder de cementering zijn natuurstenen omlijsting met afgeschuinde neg behouden; ontlastingsboog van een rollaag en een platte laag. Rechthoekige deur met bovenlicht in een houten omlijsting. Aangepaste muuropeningen in de achtergevel. Getrapte zijgevels met mergelstenen schouderstukken; kleine, rechthoekige venstertjes met afgeschuinde, mergelstenen posten met negblokken en houten lateien, en een houten kozijntje; ontlastingsboogjes van een rollaag en een platte laag. Gedeelten van mergelstenen hoekbanden. Aangebouwde varkensstal onder lessenaarsdak tegen de oostelijke zijgevel.Witgekalkte bakstenen gebouwen met gepikte plinten onder zadeldaken (Vlaamse pannen), gegroepeerd rondom het onregelmatig gevormde erf.
G.J., "Verpachting van de watermolen te Bautershoven (1607)", in: Limburg, XLIV, p. 278-279.
Frieda Schlusmans m.m.v. Gyselinck J., Linters A., Wissels R., Buyle M. & De Graeve M.-Ch. 1981: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Hasselt, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 6N2 (He-Z), Brussel - Gent, 1981.
Agentschap Onroerend Erfgoed 2015: Molen en hoeve Hoog Molen. In Inventaris Onroerend Erfgoed, https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/22974 (24.12.2015)
De inhoud van deze pagina's is niet printbaar.