De "Moulin de la Rabeque" was de houten korenwindmolen van de heerlijkheid Rabeque. De naam Rabeque wijst eveneens naar o.m. een beek, een brug over deze beek en twee boerderijen ("le Grand Rabeque" en "le Petit Rabeque").

De staakmolen stond op de zuidoostzijde van de Chemin du Bon Coin (nr. 4), op de hoek met de Route de Frelinghien.

We zien de molen aangeduid op de Ferrariskaart (ca. 1775) met het bruin symbool van en staakmolen, in de Atlas der Buurtwegen van Waasten (1846), op de topografische kaart van Vandermaelen (ca. 1850) met de benaming "M(oul)in de la Rabeque" en op de kadastrale kaart van P.C. Popp (ca. 1855).

De molen verdween nog voor 1900.

Lieven DENEWET

A.B., "De Rabeque-kapel te Ploegsteert," Biekorf, jg. 93, 1993.
In Ploegsteert, aangeduid als volgt: au Hameau du Ploegstert commune de Warneton stond een kapel genoemd de Rabeque-kapel. De naam Rabeque komt in de streek voor als naam van een beek, van een heerlijkheid op Waasten, van een molen en van nog meer andere toponiemen (De Flou, Top. Wdbk., XIII, 218).
De kapel van Rabeque, die zou dateren uit de tweede helft van de 15de eeuw, was een beneficie met eigen inkomsten. In 1787 bij de aangifte aan Jozef II was de beneficiant Philippus François Joseph Tourneminne, ‘capellaen’. De stichter van de kapel was echter onbekend (Alg. Rijksarch. Brussel, Rekenkamer, nr. 46.846).

Edmond Eekhout, "Le moulin du Rooster d'après des photos allemands", Mémoires de la Société d'histoire de Comines-Warneton et de la région, XXVIII, 1998, p. 299-302.
J.-M.- Duvosquel & Cl. Lemoine, La région de Comines-Warneton..., fig. 25, 40, 41, 115, 121.
Hanonia - Moulins en Hainaut", Bruxelles, Crédit communale, 1987, p. 302.
Jozef Maes, "De grensmolens van Waasten. (Hanenkampen I), De Belgische Molenaar, 22.11.1976.
John Verpaalen, "Molens van de Frontstreek", Veurne, De Klaproos, p. 125.
John Verpaalen, "Nieuw licht op onbekende molenruïne", Levende Molens, april 1997.
Karel De Flou, "Toponymisch Woordenboek van Westelijk Vlaanderen", XIII, kol. 218.