Jaarlijks aantal asomwentelingen
1994: 0 1995: 0 1997: 43.136 1998: 100.014 1999: 101.598 2000: 100.257 2001: 100.095 2002: 96.982 2003: 100.108 2004: 94.194 2005: 48.816 2006: 18.386 2007: 10.434 2009: 5.161 2010: 0 2011: 0 2012: 0 2013: 0 2014: 0 2015: 0 2016: 0 2017: 0 2018: 0 2019: 0 2020: 0 2021: 0 2022: 0
------------
Bossenare-molen: als een sfinx. Etikhove mag van geluk spreken dat er zich onder de huidige inwoners een jonge man bevindt met oog, oor en vooral respect voor het waardevolle verleden. Mark De Merlier, zoon van Dirk, de dirigent van de Koninklijke Fanfare De Bijenkorf, had het plan opgevat om Bossenare-molen te doen herleven. Wat oorspronkelijk een utopische gedachte leek, is vandaag in realiteit omgezet. Mark behaalde het diploma van molenaar en richtte op de Bossenare de imposante Bossenare-molen opnieuw op. Nu weer overheerst de molen het landschap zoals het er tot 1939 moet hebben uitgezien. Nu pas begrijpen we ten volle waarom Valerius de Saedeleer de molen toendertijd voor afbraak wou behoeden en hem één der schoonheden van Etikhove noemde. Tijdens bepaalde evenementen en feestdagen kan deze molen bezocht worden door het publiek en ik kan zeggen : 'er is een veelvuldige interesse voor een bezoekje aan Bossenaremolen'. Onvergankelijk dus !
Over de naam Bossenare In Maarkedal kent iedereen de Bossenareheuvel: het is één van de hoogste punten, centraal gelegen in onze gemeente. Hier werd enkele jaren geleden opnieuw een staakmolen opgericht. Van hieruit bekijken we het uitgestrekte open landschap in het midden van de Vlaamse Ardennen. De Bossenaere gaf de naam aan de in 1997 opgerichte heemkundige kring. Het toponiem "Bossenare", vermoedelijk Gallo-Romeins, eventueel Romaans uit de merovingische tijd, stamt van het Latijnse "buxinarias". In 1063 komt de naam "Businarias" voor het eerst voor. Later in 1272, vinden we in het Renteboek van het hospitaal van Oudenaarde de vermelding "Bosseneere" en in het register "De weeskamer van Pamele" staat in 1535 "te bosseneere". Buxus of bosseboom blijft eeuwig groen en vanzelfsprekend zeer geliefd. Eind april staat de buxus in volle bloei. De kleine geelgroene bloemetjes verspreiden een aangename geur. Onze mensen noemen de buxus ook wel "palmboom". Op Palmzondag staat de palm in het midden van de belangstelling. Vroeger stak men op Palmzondag gewijde palm in huis, stal en op elke hoek van het veld om mens, dier en gewas te beschermen tegen de boze machten. Hij is daarbij niet alleen het symbool van de matigheid ( J. Van Vlierberghe : "het symbolisme der bloemen", p. 91) maar ook het zinnebeeld van de hoop (G. Celis : "Volkskundige kalender van het Vlaamsche land" blz. 30.)
Gemeente Maarkedal. Meldingslijst van de gemeenteraadszitting van 20 december 2016. 9. Aanvaarden van de schenking van de Bossenaarmolen aan het gemeentebestuur Ter hoogte van Langekouter en Aatse Heerweg te Etikhove staat de “Bossenaarmolen”. De “tukmolen” werd in 1992 overgebracht naar Etikhove, heropgebouwd en gerestaureerd door Mark De Merlier. Volgens de inventaris Onroerend Erfgoed werd de windmolen Tukmolen beschermd als monument bij koninklijk besluit van 18 juni 1979. Bij ministerieel besluit van 25 maart 1993 werd toelating verleend om de molen te verplaatsen naar Maarkedal. De huidige eigenaar wenst de Bossenaarmolen te schenken aan het gemeentebestuur. Aan de schenking “om niet” werden een aantal voorwaarden gekoppeld. Deze zijn opgenomen in de belofte tot schenking die in het administratief dossier terug te vinden is. De gemeenteraad beslist unaniem de schenking “om niet” van de Bossenaarmolen en bijhorende grond aan de gemeente door de heer Mark De Merlier, Ladeuze 19 te 9680 Maarkedal te aanvaarden. Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met de verdere uitvoering van het dossier.
----------
Mailbericht Eddy De Saedeleer, 16.12.2016. De verkoop van de Bossenaarmolen aan de gemeente Maarkedal is voor mij schitterend nieuws, want.... dit is de molen waarmee het allemaal begon voor mij. Deze molen werd verplaatst van Impe op de grens met Papegem naar Etikhove. In Impe was de molen begin jaren zestig stilaan in verval geraakt, en begon voor deze Tucmolen een lijdensweg. Als kinderen, nog in de jaren vijftig, maakten wij vanuit ons buurtschooltje vaak zomerse wandelingen naar een schooltje in een ander dorp. De weg liep over de Leedse "heuvels" vanwaar wij in de verte deze imposante molen zagen staan. Ooit werd hij, of wat er van overbleef verkocht aan de stad Blankenberge, om hem ginder als toeristische trekpleister herop te richten. Dit ging uitei!ndelijk niet door. Enkele jaren later kocht Mark De Merlier de restanten van de molen en richtte deze opnieuw op als de nieuwe Bossenaere. Oorspronkelijk stond de molen niet op een torenkot. Het resultaat wat er nu staat kan je een kruising noemen van de oude Impse Tucmolen en de oude Bossenaremolen. Er zijn nog wel meer pittige details bij dit verhaal te vertellen. De molen is meer dan een bezoekje waard. Hij staat overigens op een steenworp van het huis waar de schilder Valerius De Saedeleer een aantal jaren heeft gewoond. De Saedeleer penseelde vaak de molens die in zijn buurt stonden. Iets wat u dan weer kunt bekijken in het Oud Hospitaal, het Stedelijk Aalsters Museum aan de Oude Vismarkt.
Mailbericht Jan Bauwens, 16.12.2016 Ik wil even opmerken dat de toenmalige werkgroep Levende Molens Oost-Vlaanderen aan het project van de Bossenaremolen heel hard heeft meegewerkt. Ik denk daarbij aan o.a. Firmin Standaert zaliger en mezelf. Ik heb daar ook heel wat tijd in gestoken, van onderhandelen met de gemeente Lede voor de schenking, over het opmeten en tekenen van de bouwaanvraagplannen en de eigenlijke heropbouw. Deze historische molenplek is bijzonder mooi en de Tukmolen te Impe (Lede) had toen geen toekomstperspectief. Niet volledig gelukkig met de keuze om de molen om te vormen tot een nieuw aanblik, jammer genoeg geen gelijkenis met de Tukmolen. Naar mijn aanvoelen niet de goede keuze. Iets wat men wel consequent gedaan heeft aan de Vinkemolen. Hopelijk een nieuw leven voor de molen dat hij terug meer mag draaien en malen, de molen en deze mooie historische molenplek verdienen beter. Mogelijks een rol weggelegd voor een nieuwe lichting molenaars?
Literatuur
Archieven Agentschap Onroerend Erfgoed, Oost-Vlaanderen. Archief
Werken M. Verbeeck & A. Tack, "Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur Provincie Oost-Vlaanderen, Arrondissement Oudenaarde, Kanton Oudenaarde, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 15N2", Brussel - Turnhout, 1998. Julien L. Th. Vandeputte, "De molens van het arrondissement Oudenaarde uit hun geschiedenis", Oudenaarde, 1974, p. 35-36. Bart Van Langenhoven, "Wind- en watermolens te groot-Lede", in: Ken uw Dorp, Jaarboek van de heemkundige kring Heemschut-Lede, nr. 18, 1991, p. 19-53. Lieven Denewet, "Vijf verplaatsingen van Vlaamse standerdmolens (1992-...)", in: Molenecho's, XX, 1992, nr. 1, p. 8-21. E. D(e) K(inderen), "De Tukmolen te Impe", in: De Belgische Molenaar, LXXII, 1977, p. 58-59. Severius, "De Bossenaeremolen te Etikhove neergehaald", in: Natuur- en Stedenschoon, XVIII, 1939, p. 86-87. "De oude molen te Etikhove", in: A.B.C., VI, 21 november 1937, p. 8-9 en VIII, 7 mei 1939, p. 14-15. Dirk De Merlier, "De verrijzenis van de nieuwe Bossenaarmolen", in: Businaris (heemkring Maarkedal), I, 1997, 1, p. 16-19. Marc Vuylsteke, "Uitreiking "Oorkonde voor geslaagde restauraties" - De nieuwe Bossenaarmolen", in: Heemkring Maarkedal, 1998, nr. 4, p. 13. Paul Bauters, "Eeuwen onder wind en wolken. Windmolens in Oost-Vlaanderen", Gent, Provinciebestuur, 1985, p. 148-167. Paul Bauters, "Oostvlaams molenbestand 1986", Gent, 1986 (Kultureel Jaarboek voor de provincie Oost-Vlaanderen. Bijdragen, nieuwe reeks, 25). J.V., "De water- en windmolens van Etikhove en Leupegem", in: Het Volk, 26.9.1960. "Foto Etikhove, de voormalige "Bossenaeremolen", in: Molenecho's, IX, 1981, nr. 6, p. 48. J. De Brouver, "Houten molen te Impe", in: Ons Heem, XIII, 1959, nr. 5, p. 153. M. De Gendt, "Is Impse "Tukmolen" niet meer te herstellen?" in: Voorpost, XXX, 1977, nr. 42, p. 10; M. De Gendt, "Provincieraadslid Henderickx interpelleerde over de twee windmolens", in: Voorpost, XXX, 1977, nr. 42, p. 10; (L. Smet), "Impe. Tukmolen", in: Molenecho's, V, 1977, p. 42; VIII, 1980, p. 23, 70, 75. (P. Bauters), "Kleine kroniek van een grote schande", in: Levende Molens, I, 1978, nr. 5, p. 103. "Wat met de "Dijkmolen" te Impe?" in: Voor Allen, XXXIV, 1972, nr. 38, p. 1. "Wat met de molen van Impe en het kasteel van Mesen", in: Voorpost, XXXI, 1978, nr. 37, p. 11. "Intriges om Leedse Tukmolen. Wil Blankenberge geld?" in: Voorpost, XXXI, 1978, nr. 41, p. 1 en 13. "Inventaris van de wind- en watermolens in de provincie Oost-Vlaanderen naar gegevens van het Archief van het Kadaster. Eerste aflevering. De arrondissementen Aalst en Dendermonde", in: Kultureel Jaarboek voor de provincie Oost-Vlaanderen, XIV, 1960, 3 (Gent, 1962). Ibid., Derde aflevering. De arrondissementen Oudenaarde en Sint-Niklaas", in: Kultureel Jaarboek voor de provincie Oost-Vlaanderen, XVI, 1962, 2 (Gent, 1963). Herman Holemans, "Oostvlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 2. Gemeenten D-E", Rotem, Studiekring Ons Molenheem, 1998, p. 72 (foto), 73. Ibid., Deel 3. Gemeenten G-H-I", Rotem, Studiekring Ons Molenheem, 2000. Willy Bodequin, "Etikhove. Een geschiedkundige beschrijving", Etikhove. Els De Kinderen, "De Tukmolen aan zijn lot overgelaten?" in: Levende Molens, jg. 4 (1981), nr. 7 (7 april), p. 96-97. Dirk De Merlier, "De verrijzenis van de nieuwe Bossenaarmolen", in: Businarias, Viermaandelijks tijdschrift van de Heemkring Businarias, Maarkedal, jg. 1, 1997, nr. 1, janaurai, p. 16 e.v. Marc Vuylsteke, "Uitreiking 'Oorkonde voor geslaagde restauraties' - De nieuwe Bossenaarmolen", in: Businarias, Viermaandelijks tijdschrift van de Heemkring Businarias, Maarkedal, jg. 2, 1998, nr. 1, januari, p. 13 e.v. Mola, "Aantal asomwentelingen van Oost-Vlaamse molens in 2010", in: /West-/Vlaams Molenblad, XXVII, 2011, 1, p. 51.
Persberichten MDVR, “Etikhove. Echtpaar schenkt gemeente De Bossenaeremolen”, Het Laatste Nieuws, 16.12.2016.
Mailberichten Willem Breenen, Breda, 26.05.2014. Eddy De Saedeleer, Lede, 16.12.2016. Jan Bauwens, Serskamp, 16.12.2016 Walter Van den Branden, Gentbrugge, 20.02.2020
|