Molenzorg
navigatie Schorisse (Maarkedal), Oost-Vlaanderen
Foto van Kasteelmolen, Schorisse (Maarkedal), Foto: Frans Van Bruaene, 13.07.2013 | Database Belgische molens © Foto: Frans Van Bruaene, 13.07.2013

Kasteelmolen
Parkstraat 4
9688 Schorisse (Maarkedal)
op de Molenbeek
400 m Z v.d. kerk
kadasterperceel C67
50.802963, 3.679588 (Google Maps)
Familie Vanderdonckt
voor 1421 / 1768
Bovenslag watermolen
Korenmolen
Versieringen op de binnenmuur
Groot metalen bovenslagrad: 4,85 m diameter en 77 cm breed
2 koppels maalstenen, 2 haverpletters, graankuiser, walsenstoel
Maalvaardig
M: monument,
10 augustus 1976
Familie Vanderdonckt
Op de laatste zaterdag van de maanden april tot september, op molendagen en op afspraak, tel. 055 45.51.94 (R. Vanderdonckt)
50493 (allemolens.nl)

Beschrijving / geschiedenis

De Kasteelmolen is een korenwatermolen met metalen bovenslagrad op de Molenbeek in de Parkstraat 4, op 400 meter ten zuidoosten van de kerk. op de Molenbeek.

De huidige fusiegemeente Maarkedal ontleent zijn naam aan de Maarkebeek. Deze beek krijgt eerst haar naam wanneer ze in de bocht de Krombeek heeft opgenomen. Te Schorisse krijgt ze de bekenisvollenaam "Meulebeek". Deze eerder smalle beek loopt dicht bij de plaats waar eens het machtige slot van de heren van Schorisse stond midden de grote vijvers. Nu ligt daar, rechtover het vroegere gemeentehuis van Schorisse - door een lichte bodemverheffing omgeven - het voetbalterein van F.C. Schorisse. Van het kasteel dat door Sanderus in zijn "Flandria Illustrata" zo prachtig werd weergegeven, rest niets meer tenzij de watermolen.

De watermolen werd voor het eerst vermeld in 1421 en behoorde tot de lenen van de baronie Schorisse.

In het denombrement van de baronie Schorisse uit 1456 staat te lezen: "... Item soo behoort ten mijnen voors. leene een watermeule metter beken ende wallen van den watere, staende neffens mijn casteel enden andere plaetsen ende plecken daer andere hier voortijds gestaen hebben..."

In 1571 werd de molen door de heer van Lalaing verhuurd aan Pieter Maelbrancke voor 10,5 mnd koren van 12 halster elk per jaar een anderhalf mud koren per jaar voor het onderhoud: "... Pieter Maelbrancke haudt in pachte van mijnen heere ende grave van Lalaing, heere van Schoorisse, een cooren watermuelen metten huize ende vijverkijn daertoe behoorende ende dit zo hem pieter de zelve muelen bij verhooghen metten stock sclaghe bleven es voor thien mudde en half coorins van 12 halster elc mudde tsiaers, voort het onderhaudt van den zelven muelen welcke onderhaudt meyer ende schepenen gheestimeert hebben een mudde coorins tsiaers, loopt tsamen 11 mudde en half ghestimeert elc mudde wert zijnde 36 p. parisis( (Penningkohieren van Schorisse, 1571, f° 24 r°).

Volgens de dekanale verslagen van 1593 was mulder Frans van Helleputte, die gehuwd was, een vrouwenloper: "Violet passim mulieres".

In het rijksarchief Gent bleven de vijfjaarlijkse verhuring bewaard van 1683 tot 1728.

Vanaf 1767 was André Allegaert voor 500 ponden parisis de huurder, en dit voor 27 jaar. In de deur van de maalderij staat het jaartal 1768 ingesneden.

Livinus van Wetteren was er pachter-molenaar tot in 1794. De eigenaar, de baron van Schorisse, liet toen via zijn ontvanger Justinus de Smet, advertenties in de "Gazette van Gend" plaatsen om een nieuwe pachter te zoeken voor een termijn van 9 jaar (zie bijlage).

Tijdens de Franse Revolutie droeg men op de steenzolder de H. Mis op. Uit die tijd dateren de muurschilderingen.

Vanaf ca. 1800 was de molen in het bezit van De Smet, "ex-sous-Intendant de l'arrondissement d'Audenaerde". Joseph Spitaels was dan de huurder. Vervolgens was er steeds - tot op heden - een Vanderdonck eigenaar en molenaar.

Uit het proces-verbaal van afpaling van de gemeente Schorisse uit 1818:
"Il y a un moulin à eau exploité par Joseph Spitaels, appartenant à Monsieur de Smet, ex-sous-Intendant de l'arrond. d'Audenaerde. L'expert est d'avis qu'il est de la même valeur que les deux moulins à vent et qu'il doit être évalué à un même revenu imposable donc: net frs. 234."

Eigenaaars na 1810:
- 1818, eigenaar: De Smet, gewezen onderintendant van het arrondissement Oudenaarde: uitbater-molenaar was Spitaels Joseph
- voor 1834, eigenaar: Vanderdonckt Frans, molenaar te Schorisse
- later, eigenaar: Vanderdonckt-Helleputte Antoine, de weduwe
- 16.06.1855, ruil: a) Vanderdonckt Charles Louis, molenaar te Schorisse en b) Helleputte Melanie (weduwe Vanderdonckt Antoine), landbouwster te Maarke-Kerkem (notaris Platteau)
- 24.12.1901, erfenis: Vanderdonckt-Helleputte Charles Louis, de weduwe Idonie en de kinderen, landbouwers te Schorisse (overlijden van Charles Louis Vanderdonckt)
- 30.05.1905, deling: a) Vanderdonckt Hilloné, landbouwer te Schorisse en b) Vanderdonckt-De Vos Remi, landbouwer te Schorisse (notaris De Beer)
- later, erfenis: a) Vanderdonckt Hilloné, landbouwer te Schorisse en b) Vanderdonckt-De Vos Remi, de weduwe, landbouwster te Schorisse (overlijden van Remi Vanderdonckt)
- 19.08.1930, verkoop: Vanderdonckt-Van Haetsdaele Cyriel Desiré Alfred, molenaar te Schorisse (notaris Lambrecht)
- 15.04.1965, gift: Vanderdonckt-Desmet Rufin Leo Jules Remi, molenaar te Schorisse (notaris De Temmerman)
- 2020, erfenis: familie Vanderdonckt (overlijden van Rufin Vanderdonckt)

Na de Revolutie kwam de molen in het bezit van de molenaar en werd ze uitgebaat door de familie Vanderdonckt die nu reeds 5 generaties de molen uitbaat. De walsmaalderij werkt nog met waterdracht. Het betreft een zelfstandige handelsuitbating zonder boerderij.
Het ijzeren bovenslagrad werd in 1981 vernieuwd. In 1993-1997 werden aan het gebouw en de strekdam herstellingswerken uitgevoerd onder leiding van architect A. Verbeurgt.
De watermolen is nog steeds maalvaardig en is te bezoeken.

Op zaterdag 27 april 2013 kreeg de molen in het Provinciehuis Boeverbos te Brugge het kenteken “Actieve Molen 2013” uitgereikt uit handen van Vlaams minister van Onroerend Erfgoed Geert Bourgeois (of zijn kabinetschef bij verlet). Deze nominatie gebeurde door het Molenforum Vlaanderen vzw (www. molenforumvlaanderen.be)  op basis van de volgende criteria: de molen als gebouw (uitzicht, toestand), de werking als molen (draaien en malen) & de inzet van de molenaar, de toeristische ontsluiting en de gelegenheidsactiviteiten.

De laatste beroeps-watermolenaar, Rufin Vanderdonckt, overleed in 2020.

Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS

Bouwkundige beschrijving (Agentschap Onroerend Erfgoed)
Molengebouw aan de beek op natuurstenen onderbouw uit de 18de eeuw, later verhoogd en thans met golfplaten zadeldak. Hoge watergevel met sporen van voorheen steilere puntgevel met vlechtingen.
Brede steekbogige toegangsdeur aan binnenplaatszijde in omlijsting van alternerend gesinterde en rode bakstenen en afgedekt door gestrekte druiplijst; jaartal 1768 tussen andere inscripties op bovenhelft van deur; fraaie smeedijzeren deurhengsels. Tegenover staande toegangspoort in vroegere buitengevel in gelijkaardige omlijsting maar onder gebogen druiplijst.
Woonhuis en maalruimte staan rechtstreeks met elkaar in verbinding.
Watermolen van het bovenslagtype.
Geklonken ijzeren waterrad met diameter van 4,85 m.
Dit is groot want de meeste molens hebben een rad van rond de 2,5 m. Dit grote rad was hier mogelijk vanwege het grote verval van de beek op deze plaats. Het rad is slechts 77 cm breed. De sluismonding is diep trapsgewijze uitgebouwd. De doorgang naar het waterrad heeft een verval van ongeveer 5 meter. Er is een bypass rond de molen.
Steile getrapte strekdam (baksteen en beton). Oorspronkelijk houten molenmechanisme grotendeels in ijzer herbouwd namelijk wateras (1908), rad (1914), binnenrad (na 1918), en aandrijving (1925). Maalinstallatie met gietijzeren overbrenging maar geen asput. Hydraulische of electrische aandrijving (vervangt dieselmotor sinds 1942-43).
Houten maalvloer met een bewaarde maalstoel van de vroegere drie. Naast het koppel Jaspers-maalstenen ligt er nog een Frans koppel maalstenen (uit La Ferté). Er zijn twee haverbrekers, een graankuiser en een walsenstoel die werkt met een elektromotor maar ook met waterkracht.  Verticale as met houten kroonwiel. Muurschilderingen op bepleisterde oostelijke wand met voorstelling van monstrans, enkele primitief weergegeven figuurtjes, naam Pieter.

Aanvullende informatie

Jaarlijks aantal asomwentelingen

1994: 174.711
1995: 134.989
1997: 166.342
1998: 196.541
1999: 201.156
2000: 204.656
2001: 201.419
2002: 200.241
2003: 209.621
2004: 228.365
2005: 244.859
2006: 226.339
2007: 239.333
2009: 228.089
2010: 237.000
2011: 204.998
2012  201.804

Intekendatum: juli 2006
Molen: Schorisse (Maarkedal, 0.-Vl.), Kasteelmolen - watermolen met metalen bovenslagrad
Bouwheer: Rufin Vanderdonckt, Schorisse
Opdracht: Dakbedekking en molentechnisch onderhoud
Plaats aanbesteding: R. Vanderdonckt, Parkstraat 4,
9688 Schorisse
Toewijzing: Wieme R. & K. Molenbouw, Zulte

Gazette van Gend, 12 december 1793 en 2 januari 1794.
Schorisse - Korenwatermolen te pachten.
Advertentie vanwege Justinus de Smet, ontvanger van het Land en de Baronnie van Schorisse, dat hij op 14 januari 1794 in het Wethuys aldaar zal overgaan tot de verpachting, voor een termijn van 9 j aren, van een schone korenwatermolen, eigendom van de baron van Schorisse, gelegen dicht "aen de kerke", met de medegaande grond, alsook de vijver en de beekdam. Diezelfde dag zullen ook de landerijen verpacht worden die actueel nog gebruikt worden door de "mlder" Livinus van Wetteren.

Archieven
Stadsarchief Gent, Penningkohieren Schorisse, 1571, f° 24 r°.

Gedrukte bronnen
Gazette van Gend, 12 december 1793 en 2 januari 1794.

Werken
(L. Smet), "Schorisse, de Kasteelmolen", in: Molenecho's, I, 1973, p. 29.
E. D(e) K(inderen), "Kasteelmolen te Schorisse", in: De Belgische Molenaar, LXXIII, 1978, p. 155-156;
P. Bauters & R. Buysse, "De Oostvlaamse watermolens. Inventaris 1980", Gent, 1980, p. 147-151 (Kultureel Jaarboek voor de provincie Oost-Vlaanderen. Bijdragen, nieuwe reeks, 11).
P. Bauters, "Oostvlaams molenbestand 1986", Gent, 1985 (Kultureel Jaarboek voor de provincie Oost-Vlaanderen. Bijdragen, nieuwe reeks, 25);
Julien Th. Vandeputte, "De molens van het arrondissement Oudenaarde uit hun geschiedenis", Oudenaarde, 1974, p. 16-18.
A. Van Stappen, "De watermolen te Schorisse", in: Natuur- en Stedenschoon, Antwerpen, 63, 1994, nr. 2, blz. 30, ill.
Inventaris van de wind- en watermolens in de provincie Oost-Vlaanderen naar gegevens van het Archief van het Kadaster. Derde aflevering. De arrondissementen Oudenaarde en Sint-Niklaas", in: Kultureel Jaarboek voor de provincie Oost-Vlaanderen, XVI, 1962, 2 (Gent, 1963), p. 80-81.
Robert Desart, "Les Moulins à Eau du Hainaut et des Flandres", Soignies, Lemaire, 1968, p. 122.
H. Holemans, "Oostvlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 7. Gemeenten S-T", Opwijk, 2007.
Frans Ringoot, "De Molens van Schorisse", in: Ons Molenheem, driemaandelijks tijdschrift van de Studiekring voor Wind- en Watermolens, jg. 33, 2008, nr. 3, juli - september, p.61-62, ill.
M. Verbeeck & A. Tack, "Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur Provincie Oost-Vlaanderen, Arrondissement Oudenaarde, Kanton Oudenaarde", Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 15N2, Brussel - Turnhout, 1998.
Mola, "Aantal asomwentelingen van Oost-Vlaamse molens in 2010", in: /West-/Vlaams Molenblad, XXVII, 2011, 1, p. 51.

Persberichten
Paul Darragas, "Kasteelmolen op Maarkebeek", in: Het Nieuwsblad, 11.09.2010.
JVW, "Overstromingsgebieden op Maarkebeek", Het Nieuwsblad, 29.11.2011

Mailberichten
John Verpaalen, Roosendaal, 09.02.2020
Alain Goublomme, Horebeke, 09.02.2020

Overige foto's

transparant

Kasteelmolen

Foto: Guy Jacobs, 2007

Kasteelmolen

Foto: Guy Jacobs, 2007

Kasteelmolen

Foto: Donald Vandenbulcke, 11.10.2008

Kasteelmolen

Foto: Donald Vandenbulcke, 11.10.2008

Kasteelmolen

Molenaar Rufin Vanderdonckt. Foto Donald Vandenbulcke, 11.10.2008


Laatst bijgewerkt: maandag 7 december 2020
Stuur uw teksten over deze molen
Stuur uw foto's van deze molen
  

 

De inhoud van deze pagina's is niet printbaar.

zoek in databasezoek op provincieStuur een e-mail over molen Kasteelmolen, Schorisse (Maarkedal)homevorige paginaNaar Verdwenen Molens