Molenechos's Homepage Molenechos.org

Gits (Hooglede), Vlaanderen - West-Vlaanderen

Bestaande molen

Karakteristiek

Naam
Grijspeerdmolen
Ligging
Koolskampstraat 12
8830 Gits (Hooglede)
hoek met de Bollestraat
bij het Dominiek Savio Instituut
kadasterperceel B510d2
Vlaanderen - West-Vlaanderen
Geo positie
50.994133, 3.122588 (Google Streetview)
Eigenaar
Gemeente Hooglede
Gebouwd
1771 /1920 / 1980-1982
Type
Staakmolen met gesloten voet
Functie
Korenmolen
Kenmerken
Inscriptie op de vroegere middenlijst over het omvallen van de molen in 1770
Gevlucht/Rad
Geklinknageld, fabr. Verhaeghe (Ruddervoorde), ca. 24 meter, wiekverbeteringssysteem Fau?l (fokwieken)
Inrichting
Twee steenkoppels, buil,
Toestand
Maalvaardig, herstellingen nodig
Bescherming
M: monument,
27.05.1975 - 10.04.1981
Molenaar
Marc Lievens, Lieven Denewet
Openingstijden
Heropening in 2025 (restauratie vanaf 2023)
Database nummer
813
Ten Bruggencatenummer
50813  
© Foto: Lieven Denewet, 15.08.2017

Beschrijving / geschiedenis

De Grijspeerdmolen (oorspronkelijk Grysperremolen) is een houten korenwindmolen die thans staat op de hoek van de Koolskamp- en de Bollestraat, bij het Dominiek Savio-Instituut, maar oorspronkelijk - tot in 1980 - stond aan de oostzijde van de Grijspeerdstraat (nr. 52), in het gehucht Grijspeerd, op 2 km ten noordwesten van de kerk van Gits en dicht bij de grens met Torhout. Volgens het kadaster van 1829-1830 stond de mole op het perceel D 594 in een weiland van 13 aren 90 cenitaren.

De benaming Grijspeerdmolen heeft niets met een "grjis paard" te maken, maar  is een verbastering van "Grysperre", de vroegst bekende heren van Ogierlande, de belangrijkste heerlijkheid van Gits. De familie Grysperre was in 1550 in het bezit van de "grijsper muelene", ook zo genoemd in 1562 (in 1626 "Gryspere Molen", in 1641 "Cristpere Molen", in 1660 "Grispeer muelen" enz.). In een tekst van 1569 vinden we de vermelding "Oegaerlande muelene". De heren van Ogierlande bleven in het bezit van de molen tot aan het einde van de 17de eeuw.

We zien de Grijspeerdmolen aangeduid in:
- A. Sanderus, "Flandria Illustrata" (1641), kaart van het Brugse Vrije, met de benaming "Cristpere Molen"
- Fricxkaart (1712) met de benaming "Gristpere M."
- het "Manscheep-bouck" (= leenregister) uit 1771-1774 van de heerlijkheid Wijnendale, waaronder Ogierlande ressorteerde, met de benaming "Grijsper meulen".
- Ferrariskaart (ca. 1775) met het bruin symbool van een staakmolen op teerlingen
- Atlas der Buurtwegen (ca. 1844)
- Topografische kaart van Vandermaelen (ca. 1850) met de benaming "Ryspeerd Molen"
- Kadastrale kaart van P.C. Popp (ca. 1860).

Jan Lamsens was in 1709 de nieuwe eigenaar. Volgens de Ommeloper van Ogielande-Kringen van 1729 (begin 7, artikel 11, f° 169) was de molen dan in het bezit van de erfgenamen van Jos van Sieleghem. Zij lieten de molen bemalen door Denijs Vandepitte: "Dhoors Joos van Sieleghem ten suijthende ende som westsyde daeraen, den muelenwal daer den grijspere muelen op staet ende d'erfve daer het muelhuijs staet daer Denijs van de Pitte woondt, sijnde tsamen een ronde platse paelende van westen jnde voorn. straete, groot 1 lijne effen".

Molenaar Denijs Vandepitte was een zoon van Robrecht en een kleinzoon van Hendrik Vandepitte, molenaars op de Ellemolen te Kortemark-Elle. Geboren te Zuienkerke op 19 december 1679, had hij eerst in Esen gewoond. Uit elk van zijn huwelijken met Pieternelle Verhamme en Pieternelle Malleux kreeg hij telkens een dochter. Hij trouwde een derde maal te Gits op 18 juli 1721 met Maria de Duvere (weduwe van Anthone Vercamere) en overleed er op 5 februari 1733.

In 1764 was de Grijsperremolen in handen van Pieter Termote.

Laureyns Joye verkreeg de molen door erfenis en uitkoop van Termote op 24 juli 1766. Hij  behoorde tot een bekende molenaarsfamilie. Hij was op 10 mei 1714 te Roeselare geboren als zoon van Albert Joye (die op 25 juni 1714 de Oostmolen van Roeselare kocht) en van Godelieve Ollebeke. Hij huwde een eerste maal op 4 februari 1742 met Isabella Fiers uit Zwevezele en een tweede maal op 29 oktober 1752 met Joanna Wybo, eveneens uit Zwevezele. Laureyns Joye was schepen van Ogierlande-Cringen in 1758 en van Cringen in 1764. Hij overleed te Gits op 10 februari 1807. Een mogelijke verwantschap met Clemens Joye op de Onledemolen te Gits werd tot op heden nog niet gevonden.

Blijkens een advertentie in de "Gazette van Gend" nrs. 1373, 1374 en 1376 van 14, 21 en 28 april 1807 werd op dinsdag 23 juni 1807, in de herberg “den Ghidts-berg”, bewoond door baas Bouckaert, meier der gemeente Gits, de toeslag gedaan van een “ouden” (= houten?) korenwindmolen, met huis, schuur, stalling en 7 gemeten land en meers, gestaan en gelegen in Gits, noordelijk van de kerk, langs de straat naar Kortemark, wat westwaarts afgelegen van de steenweg van Torhout op Roeselare, en bekend onder de naam van “den Gryspeirdmolen”, zijnde familiegoed en nu gebruikt door de propriëtarissen zelf, die de molen zullen verlaten kort na de betaling. Ingesteld op £ 609-6-3 gr. wisselgeld. Verkoping door notaris Soenen te Hooglede.

De Grijspeerdmolen was in 1829 eigendom van de weduwe en erfgenamen van Van der Espt-Depuydt uit Kortemark. Op 23 september 1835 werd ze de enige eigenares (akte notaris Ketele). Zij hertrouwde na 1835 met ene Vankemmelbeke en werd herbergierster te Kortemark.

Het molenerf werd op 29 januari 1851 verkocht aan Adelaïde Joanna Rottier, weduwe van Jan Lede en grootgrondbezitster uit Brugge (akte notaris Vandeputte). Bij deling van 13 augustus 1869 (akte notaris Fraeys) werd haar zoon, de Brugse wijnhandelaar Jan Van Lede-Anoul de nieuwe eigenaar.

Door de aanleg van de Kortemarkstraat in 1892 werd het molenerf gedeeltelijk onteigend.

Gedurende al die jaren bleven de Joyes als molenaars in het molenhuis wonen. Samen met Laureyns vinden we er al voor 1800 zijn zoon Karel aan het werk. Hij was geboren in 1773 toen zijn vader al 59 jaar oud was en overleed als molenaar van de Grijsperre op 6 oktober 1842. Hij huwde voor de eerste maal met Maria-Theresia de Jonckheere en daarna met Rosalie Ghekiere.

In 1870 waren het nog steeds de ongehuwd gebleven kinderen uit Karels tweede huwelijk die het molenerf bewoonden: Pieter (°Wielsbeke 1804 - +Gits 22.09.1878), Isabella (°Wielsbeke 1806 - +Gits 19.11.1888) en Lodewijk (°Gits 27.02.1808 - + Gits 26 maart 1877).

Er was een groot verloop van het personeel op de molen:
- Jan van den Berghe, muldersknecht, geboren te Egem in 1827, verhuisde naar Roeselare op 23 maart 1867
- Désiré Vandevelde, muldersknecht, geboren te Koolskamp op 2 maart 1881, kwam naar Gits op 29 juli 1869, trouwde er op 22 april 1870 met Ludovica Van Haelewynn en vertrok naar Rumbeke op 7 juni 1870.
- Hendrik Vandevelde, geboren te Koolskamp in 1839, kwam uit Bavikhove op 15 maart 1870 en ging naar Emelgem op 4 januari 1872.
- Desiré Vercruysse, molenaar, geboren te Hooglede op 24 december 1846, kwam uit Werken op 7 decmeber 1874
- David-Alex Deman, molder, geboren te Woumen in 1843, kwam uit Antwerpen op 26 november 1874 en ging naar Gent op 30 oktober 1875.

De familie Joye bleef verder aan de Grysperremolen verbonden. Bij de Joyes woonde immers in 1870 hun neef Pieter Van Coppenolle °Gits 09.11.1822), zoon van Jan en Coleta Joye. Hij trouwde met Prudentia Hanseeuw. Hij kwam zijn ooms en tante als molenaar opvolgen tot aan zijn overlijden te Gits op 9 juli 1897. De familie Joye bleef dus meer dan 130 jaar de molenaar van de Grijsperre. In 1897 werd Karel Van Coppenolle er als mulder opgevolgd door August Ghys (°Aartrijke 29.11.1866 - +Gits 25.01.1944), die bij zijn huwelijk te Gits op 6 oktober 1897 met Melanie Lagrou (°Gits 07.08.1873 - +Gits 22.10.1946) op de molen kwam. Zijn vier oudste kinderen werden tussen 1898 en 1904 in het molenhuis geboren.

Op 15 november 1898 kon de politie de 18-jarige Camile Van Hallewyn aanhouden, die verdacht werd 200 frank gestolen te hebben van molenaar August Ghys (Chys).

Eigenaar Jan van Lede junior overleed in 1900 en zijn weduwe in 1905. De kinderen Van Lede verkochten  de molen op 10 mei 1906 (akte notaris Verté) aan Jules Vandenberghe, molenaar-landbouwer te Werken, waar hij op 15 februari 1972 geboren was en gehuwd met Eugenia Neyrinck (°Loppem 27.10.1869). Hij had eerst te Hooglede gewoond en van zijn kinderen zou vooral zijn zoon Leo (°Hooglede 1 november 1901 - +1976), gehuwd met Suzanna Devolder, het muldersbedrijf in Gits verderzetten. Van dan af zou er steeds een Vandenberghe eigenaar en molenaar blijven op de Grijsperre.

Jules Van den Berghe kreeg in 1912 de toestemming van de Bestendige Deputatie van West-Vlaanderen om in de molen een benzinemotor Doom-Mahieu te plaatsen van het type ‘Industriel’ en met een vermogen van 15 pk. Zo kon hij ook bij windstilte verder malen.

De oude molen brandde af in oktober 1918 bij de terugtrekking van de Duitse troepen. De familie Vandenberghe was op de vlucht geslagen. Bij hun terugkeer was het onheil geschied. De laatste balken smeulden nog. De familie moest nochtans verder aan de kost zien te komen en een beslissing was al spoedig genomen: in een snel tempo werd er een schuurtje opgetrokken, werd er een stoommachine in geplaatst en er werd een mechanische maalderij met een haverpletter ingericht. Het leek wel of een tijdperk onherroepelijk voorbij was. Blijkbaar zou er ook hier, zoals in vele andere plaatsen, geen koren meer gemalen worden met windkracht.

Jules Van den Berghe was evenwel niet zo gelukkig met het meel van zijn nieuwe inrichting. En gezien hij een windmolenaar was in merg en been, zocht hij gedurende twee jaar heel West-Vlaanderen af, op zoek naar een nieuwe molen. In 1920 had hij eindelijk succes. De staakmolen uit 1771 te Westkapelle bleek ter plaatse geen diensten meer te bewijzen en werd te koop gesteld door Arthur Verburgh (°Ettelgem, 1884 - + Westkapelle 1924), gehuwd met Léonie Vandekerchove. Jules Vandenberghe kocht de staakmolen aan, liet hem afbreken en naar Gits overbrengen met de hulp van Achilles Vergote.

Deze verhuis had heel wat voeten in de aarde. Een meevaller leek alvast dat de tramroute in Westkapelle vlak langs de molen liep, zodat de molenstukken rechtstreeks op de tramwagens konden geladen worden. Maar het tramstation dat het dichtst bij Gits lag was op 't Hoge in Hooglede, een heel stuk nog van de Grijsperre. Maar ook daarvoor werd snel een oplossing gevonden. Alle boeren van de wijk werden samengeroepen en met paarden en karren werd de 32 ton zware molen naar zijn bestemming gebracht. De roeden vormden het grootste probleem met hun lengte van 23 meter uit één stuk. Het begin van de reis liep gesmeerd maar door de kronkelende straatjes van Torhout volgde het ene probleem het andere op. Het enig geschikte vervoermiddel leek een boomezel te zijn die getrokken werd door muilezels. Maar bij de afdaling van de Gitsberg beleefden ze nog enkele hachelijke momenten. De staak woog duizenden kilo en de muilezels konden het gewicht nauwelijks tegenhouden. Ze slalomden werkelijk naar beneden terwijl de begeleiders het gevaarte enigszins onder controle poogden te houden. Alles bij mekaar duurde de reis met de wieken van Westkapelle naar Gits twee volle dagen. Negen weken na zijn afbraak draaide de molen echter weer en het hoeft niet gezegd dat Jules Vandenberghe de gelukkigste mens ter wereld was.

De molen was in 1920 wel in een recordtempo heropgebouwd, maar veel baat heeft molenaar Vandenberghe met deze snelle reconstructie niet gehad. Het jaar 1920 bracht immers een volledig windstille zomer. Beneden lagen de zakken graan te wachten om gemalen te worden, maar de wind bleef echter uit. De enige oplossing was toen het plaatsen van een gasmotor om de concurrentie met de mechanische maalderijen aan te kunnen. Sindsdien was er op de Grijspeerdmolen ook steeds een mechanische maalderij actief. Toch bleef men ook met de wind malen. Voor herstellingen deed men vaak een beroep op molenmaker Machard Declerck uit Handzame.

In 1928 trouwde zoon Leon Vandenberghe met Suzanne Devolder en werden zij de nieuwe uitbaters van de Grijspeerdmolen. De oude molenaar Jules trok met de rest van zijn familie naar de Kruisstraatmolen van Werken.

Ook voor Leon Vandenberghe zou de molen een zorgenkind worden. Het jaar 1940 werd een heel zwart jaar, in drievoudig opzicht:
- op 10 mei vielen de Duitsers opnieuw ons land binnen;
- op 24 juni werd zijn tweejarig dochterje Maria Magdalena (°Gits 10.05.1938) door één van de draaiende molenwieken op slag gedood.
- in de nacht van 14 op 15 november deed een zware storm de molen bijna van zijn teerlingen blazen.

Precies in deze droevige periode werd gedacht aan het "klasseren" of het beschermen van de molen. Waarnemend gouverneur Michiel Bulckaert van West-Vlaanderen schreef op 13 november 1943 een brief aan de burgemeester van Gits, waarin hij meedeelde dat het ministerie van openbaar onderwijs besloten had de molen te klasseren. De Gitse gemeenteraad gaf hierop een zeer gunstig adives op 3 decmeber 1943. In 1953 werd nogmaals herhaalderlijk aangedrongen, onder meer door de Jozef Van Overstraeten van de Vlaamse Toeristenbond (V.T.B.) op het behoud van de molen. Toch diende men te wachten tot 1975 vooraleer de klassering een feit werd.

Leon verwierf op 16 mei 1947 de naakte eigendom van de molen, terwijl het vruchtgebruik nog in handen van zijn vader bleef (akte notaris Westerlinck, Hooglede). Toen Jules op 1 december 1948 overleed, nam zijn weduwe Eugenie Neyrinck het vruchtgebruik over. Zij overleed op 14 juni 1965 waarop Leon ten volle eigenaar werd.

Einde 1964 had Leon echter het werk op de molen overgelaten aan zijn twee zonen Laurent en Jozef. De oudste zoon, Gabriël (°Gits 9 augustus 1929) was al in 1956 gehuwd (met Georgette Verlinde) en eigenaar geworden van de Koutermolen te Kortemark. Aanleiding voor het overlaten van zijn molen aan zijn twee zonen was een nieuwe ramp. Op 19 december 1964 brak de buitenroede in de askop terwijl de molen aan het werken was. Met de grootste omzichtigheid werd de molen toen stilgelegd en enkele dagen later haalden de molenbouwers Peel uit Gistel de roede uit.

Lange tijd stond de molen er met één roede bij. Daar het herstel van de wieken financieel niet haalbaar was, werd de helft van de molenwal afgegraven. Begin 1965 werd het molenhuis, met een Germaanse levensboom in het opperlicht, afgebroken en vervangen door een mechanische maalderij. Deze kwam  zo dicht bij de molen dat hij, zelfs na herstel, niet eens meer op de wind kon gekruid worden. Hem verplaatsen bleef de enige mogelijkheid die overbleef. Dat was meteen ook het einde van de laatste beroepsmatig bemalen windmolen te Gits. Het bedrijf schakelde ook meer en meer over op het mengen van veevoeders (gestart in 1948) en de molen raakte steeds meer ingebouwd tussen de andere bedrijfsgebouwen. De molen afbreken was ook niet mogelijk, aangezien hij sinds 1943 het voorwerp uitmaakte van een klasseringsdossier, dat uiteindelijk pas bij koninklijk besluit van 27 mei 1975 gerealiseerd zou worden.

Net in dezelfde periode kocht de toen nog zelfstandige gemeente Gits de molen aan van de familie Vandenberghe. De molen zou overgebracht worden binnen het dorp. Er werd gezocht naar een geschikte lokatie. Er werd gedacht aan een perceel, eigendom van de kerkfabriek van Gits, in de Bruggestraat op de Gitsberg, op de grens Hooglede-Gits, recht tegenover de O.L.Vrouw-kapel. Deze hoogte zou een ideale plek geweest zijn voor de windvang van de molen. Onder impuls van directeur A. Favorel  van het Dominiek Savio-Instituur werd uiteindelijk besloten om de molen bij dat instituut te plaatsen.

De goedkeuring van de definitieve aankoop gebeurde op de Gitse gemeenteraadszitting van 28 april 1975. De molen zou verhuizen naar de terreinen van het instituut Dominiek Savio, op de hoek van de Kookskamp- en de Bollenstraat. De gemeente zou voor de molen aan de familie Vandenberghe 275.000 frank betalen als er geen subsidies kunnen losgekregen worden en 300.000 frank als men daar wel in lukt. De nodige grond, die 795 m³ groot is, wordt van het Dominiek Savio-instituut gekocht voor de symbolische prijs van 1 frank. Er werden daarvoor echter heel wat compensaties gegeven aan het instituut. Voor 50 jaar lang krijgt Dominiek Savio het uitbatingsrecht over de molen, wat inhoudt dat het toegangsgeld mag vragen als het dit wenst. De gemeente van haar kant zorgt voor de afbraak van de molen op zijn huidige plaats en de wederopbouw op zijn nieuwe. Het instituut Dominiek Savio staat in voor de bouw van de berm, waarop de molen komt, en van de motorkelder, net als voor het onderhoud ervan. Belangrijk is ook dat gebouwen, die hoger zijn dan de molen, op minimum 16 meter afstand moeten opgetrokken worden.

De oorspronkelijke bedoeling om op de nieuwe standplaats een tien meter hoge betonnen constructie te bouwen, waarin een ontmoetingsruimte zou komen en waar omheen de aarden molenwal zou komen, werd niet gerealiseerd omwille van de hoge kosten.

De eigenlijke verkoop gebeurde op 24 augustus 1975. Op het Dominiek Savio-instituut werd een terrein aangekocht van 800 m², waarop eerst een molenwal van vijf meter hoogte werd aangelegd. Na de gemeentelijke fusie met Hooglede in 1976 werd ingenieur-architect Walter Snauwaert uit Oostende (°Ingelmunster 1928 - +Oostende 2011) als ontwerper aangesteld. Hij was specialist in molenrestauraties en de gemeente Hooglede had hem op hem al een beroep gedaan voor de restauratie van het gemeentehuis. In mei 1980 werd de aanbesteding voor de verplaatsing van de molen goedgekeurd. De firma Verstraete uit Rumbeke was de laagste bieder en kreeg de werken toegewezen.

De molen op de Grijspeerd werd afgebroken in 1980. De onderdelen werden vervoerd naar het atelier van aannemer Verstraete in de Louis Leynstraat te Rumbeke waar ze hersteld of vernieuwd werd. In 1982 werd de molen op zijn nieuwe standplaats door deze aannemer weer opgebouwd.

Vele onderdelen waren onbruikbaar geworden en de molen moest voor drie kwart worden vernieuwd. De belangrijkste bewaarde elementen zijn de historische standaard, de bovenas en de maalstenen: een koppel kunststenen en een koppel natuurstenen. Er werd beslist de kombuis met de buil weg te laten. (De buil bevindt zich nu binnen in de molenkast). De achthoekige onderbouw werd wel opnieuw gebouwd. De grote voorliefde van de familie Vandenberghe voor fokwieken (een wiekverbeteringssysteem bedacht door de Nederlandse ingenieur Fauël) werd hier gerespecteerd. Het kleine Onze-Lieve-Vrouwbeeldje dat zich in de steenbalk bevond, werd op de nieuwe standplaats weer aangebracht.

Dat de molen te Gits er nu nog staat, is voor een groot deel te danken aan het gemeentebestuur en aan de familie Vandenberghe. De liefde die drie generaties voor deze molen in het hart droegen, heeft er zeker voor gezorgd dat dit stuk bouwkundig erfgoed tot in onze dagen bewaard is kunnen blijven. Leon Vandenberghe heeft de heropbouw van zijn molen in 1982 niet meer mogen beleven. Hij overleed in 1976. Zijn zonen Laurent (°Gits 1930) en Jozef (°Gits 1944) waren de eerste vrijwillige molenaars op de nieuwe locatie. Ze werden opgevolgd door Marc Lievens uit Gits, die meestal op zaterdagnamiddag de molen laat draaien. Van de negen molens die Gits ooit rijk was, is deze korenmolen de enige overgeblevene.

In 2009-2010 voerde molenbouwer Eric Vanleene uit Ath onderhoudswerken uit: nieuwe schalies op het teerlingkot en de molenkap, herschilderen van de molenkast en van de roeden. Momenteel (2010) dienen de fokken en het hekwerk van de roeden geheel vervangen te worden.

Op zaterdag 27 april 2013 kreeg de molen in het Provinciehuis Boeverbos te Brugge het kenteken “Actieve Molen 2013” uitgereikt uit handen van de kabinetschef Marc Andries van Vlaams minister van Onroerend Erfgoed Geert Bourgeois op basis van de volgende criteria: de molen als gebouw (uitzicht, toestand), de werking als molen (draaien en malen) & de inzet van de molenaar, de toeristische ontsluiting en de gelegenheidsactiviteiten. Op de onderste foto, genomen tijdens de huldiging te Brugge, zien we van links naar rechts: Laurent Vandenberghe (oud-molenaar), Lieven Denewet (voorzitter Molenzorg Vlaanderen en vrijwillig molenaar), Marc Lievens (vrijwillig molenaar), Eddy Debruyne (schepen van cultuur en toerisme), Tijs Boussier (dienst cultuur en toerisme) en Frank Renard (dienst milieu).

Sinds 2018 ligt de molen stil wegens veiligheidsredenen. In 2016-2017 werd een beheersplan opgemaakt door het Architectenbureau Glenn Reynaert uit Diksmuide dat ook een restauratiedossier opstelde.
De opdracht “Restauratie Grijspeerdmolen - Fase 2” werd gegund aan de firma met de enige offerte (op basis van de beste prijs-kwaliteitsverhouding), zijnde Molenbouw Wieme BVBA, Leihoekstraat 71 te 9870 Machelen(O-Vl), tegen het nagerekende offertebedrag van € 82.100,00 excl. btw of € 99.341,00 incl. 21% btw (besluit van het college van burgemeester en schepenen van de gemeente Hooglede, 15.03.2021)
Molenbouw Wieme zal de molen vanaf 2023 gefaseerd restaureren. De gehele restauratie wordt geraamd op 251.000 euro, waarvan 51.000 euro erfgoedpremie van de Vlaamse Overheid (aanpassing meerjarenplanning 2020-2025, goedgekeurd door de gemeenteraad op 20 december 2021).

De heropening (met bezoekmogelijkheden, opdraaien draaien en malen) wordt voorzien vanaf 2025.

Bouwkundige en technische beschrijving (2016)

Standaardmolen of staakmolen, ingericht als korenmolen, met ingebouwde voet, met twee zolders, op een kunstmatig aangelegde wal.

* Molenwal
Kunstmatig aangelegde wal, begroeiend met bodembedekkers
Schuin oplopend pad in kasseien voor de toevoer van graan en de afvoer van meel
Nieuwe betonnen trap aan de zijde van de Koolskampstraat (2015), ter vervanging van de gammele vierkante cementtegels

* Molenvoet en gebint
- Vier bakstenen teerlingen
- Gemetseld achthoekig teerlingkot, waarvan het spitstoelopend dak is bedekt met gekloven eikenhouten leien.
- Eikenhouten standaard of staak, gedateerd "1771", nog dezelfde als die in Westkapelle (waar de molen tot 1920 stond).
- Eikenhouten kruisplaten en dubbele schoren, vernieuwd in 1980-1982.

Wiekenkruis
- Geklinknagelde roeden, fabrikaat Verhaeghe, Ruddervoorde (1982), vlucht 24 meter
- Wiekverbeteringssysteem Faüel (fokwieken) met remkleppen, aangebracht in 1950 en heraangebracht bij de restauratie van 1990-1992.
- Roodgekleurde zeilen in kunststof (op de vorige standplaats in lijnwaad, roodgekleurd door de aanbreng van rode bolus)

* Molenkap
Gebroken kap of mansardekap.
Bedekt met gekloven eikenhouten schaliën. (Op de vroegere standplaats werden deze houten leien in de 20ste eeuw vervangen door grote houten eternietschaliën)

* Molenkast
- Verticale beschieting aan de voorweeg en de zijwegen, halfrond afgezaagd omheen het dak van het teerlingkot
- Gekloven eikenhouten leien op de windweeg en op de gebroken kap.
(Op de vroegere standplaats werden deze houten leien in de 20ste eeuw vervangen door grote eternietschaliën)

* Molenas
- Eikenhouten molenas uit 1771, nog dezelfde als die in Westkapelle
- Twee aswielen: vangwiel (52 kammen) en voorwiel (48 kammen)
- Gietijzeren insteekaskop uit 1882, vervaardigd door Van Aarschot te Herentals.

* Zolders
- Maalzolder met lange trommelbuil en haverpletter
- Steenzolder.
   Vangbalk met ijzeren vangsabel
   Iepenhouten hoepelvang, versterkt door twee overlangse ijzeren banden
   Eikenhouten luias met luiwieltje waarvan de kammen grijpen in de kammen van het vangwiel
   Luival aan de zijde van de linkerzijweeg
   Stutvang met twee tanden die grijpen in de kammen van het vangwiel, zijde linkerzijweeg
   Twee maalgangen:
        koppel natuurstenen (groeven van La Ferteé-sous-Jouarre, F)
        koppel kunststenen (Jaspers, Aarle-Rixtel, NL)
   Vangwiel: 52 kammen > schijfloop: 14 spillen
   Voorwiel: 48 kammen > schijfloop: 13 spillen

Inschriften

- Op de standaard staat "ANNO 1771".
- Op de vroegere middenlijst staat ingehakt: "DEN 19 XBER IS DEZE OMGEVALLEN / ENDE DEN 10 MEY 1771 TOT OPRECHTEN / IN T WERCK GELEYT. DEZE MOLEN IS NIEUWE / GEMACKT DOOR G. JONGBLOET EN JOANNE ROOMS. HET EERSTE GRAEN GEMALEN / VOOR DEN KEYSER JSAAC VAN HOLM", daaronder ondermeer "JOSEPH VAN HOLM", "1823. JONGBLOET". (Toelichting: Isaac van Holm was pachter van een hofstede te Westkapelle, die eigendom was van het Godshuis De Moor in de Boeveriestraat te Bruge en schonk op 2de pinksterdag 1766 boven zijn pachtgeld nog een gift aan dat godshuis).
- Op de vroegere steenbalk is geschilderd: "DEN YSEREN ASSEKOP / IS INGESTEKEN DEN 9 / AUGUSTUS 1882 DOOR POLYDOOR EN THEODOOR / BOUSSY MOLEMAKERS TE THOUROUT". Deze askop werd gegoten door de Kempense ijzergieterij Van Aerschot uit Herentals. Linksonder van dit opschrift is ingehakt "1755". - - Op de zijkanten van de meelbak "JOANNES VAN HOLM", "FELIX D / LILLE", "I VAN / HOLM / 1823", [JONG]BLOET 1823".
De balkfragmenten met de opschriften op de middenlijst en op de steenbalk zijn uitgezaagd en in de molen geplaatst.
- Op één van de ezels staat de gedrukt tekst: "VERBODEN GODT TE LASTEREN". Misschien werd de molenaar bij een plotse windstilte wel eens kwaad toen zijn graan nog niet geheel gemalen was.
- Verder staat er nog ingebeiteld: "MAURITS VANDENBERGHE"
- Op de ijzeren askop een ovalen plaat met de tekst: "KEMPYSCHE GIETIJZER EN SMEDERIJ VANAERSCHOT - HERENTALS".

Zie ook: Gits, Grijspeerdmolen - I (vorige standplaats te Gits)
             Westkapelle, Dorpsmolen

Lieven DENEWET & Aubert-Tillo VAN BIERVLIET

Aanvullende informatie

Jaarlijks aantal asomwentelingen
1991:  7.202
1992: 13.303
1993: 19.769
1994:   8.446
1995: 19.500
1996: 26.230
1997: 48.328
1998: 50.250
2001: 44.530
2002: 45.775
2003: 35.028
2004: 40.318
2005: 39.368
2006: 31.478
2007: 27.346
2008: 27.267
2009:   6.949
2010: 18.279
2011:

Intekendatum: 03.03.2008, 11 u.
Molen: Gits (Hooglede, W.-Vl.), Grijspeerdmolen - staakmolen met fokwieken
Bouwheer: Gemeente Hooglede
Ontwerper: UTF Architecten bvba (Bert Deckmyn), Mater
Opdracht: Onderhoud, onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking
Schalieberd in gekloven eiken schaliën (teerlingkot en molenkap), vervangen zinken kraal teerlingkot
Constructies in hout (vervangen traptreden
Houtconservering (beplanking molenkast, ontmossen en conserveren hekwerk)
Schilderen roeden en fokken
o/cat D22 (metalen dakbedekkingen en zinkwerk), kl. 1; D23 (restauratie door ambachtslieden), kl. 1, D24 (restauratie van monumenten), kl. 1; cat. 28 (andere activiteiten), 15 (dakdekken en isolatie tegen vochtigheid);
120 (i.p.v. 60) kalenderdagen
Plaats aanbesteding: Gemeentehuis, Marktplaats 1, 8830 Hooglede (geen publieke opening offertes)
Toewijzing (later): Vanleene Eric, Ath

Enkele weetjes.
De Grijspeerdmolen van Gits stond centraal in het "Bakelandt"-stripverhaal nr. 6 van H. Leemans en J. Daniël, uitgegeven door J. Hoste in 1979, onder de titel "Het beest van Gits".

Rijksarchief Brugge, Notariaat, depot notaris C. Mergaert Staden. Notaris Charles Louis Dehaese Beveren Roeselare. nr. 11 (lening, 1872 en 1873)
nr. 96 - 8.8.1873 Rosalia Constantia Lievens, weduwe van Pieter Jan Vandecasteele, bijzondere, won. Beveren, is schuldig aan Bruno De Coster, landbouwer en grondeigenaar te Gits, voor wie hier meecomparerende is Louis Joye, molenaar te Gits: een hoofdsom van 2000 frank, ten titel van lening,  met een intrestvoet van 5 %. hypotheek op 4de deel onverdeeld in volle eigendom en 4de deel onverdeeld in vruchtgebruik met haar kinderen Theresia, Barbara, Petrus, Aloïse, Eduard, Charles Vandecasteele. een behuisde hoeve te Beveren, Sectie A, 701, 707, 725, 731, 738, 739a, 740a, met een grootte van 2 ha 11 a 80 ca.

Gazette van Brugge en der provincie West-Vlaanderen, 16.11.1898, p. 3, kol. 1.
15 november 1898. Aanhouding dief.
Gisteren rond den middag is door de policie aangehouden de genaamde Van Hallewyn Camiel, oud 18 jaar wonende te Gits, verdacht van diefte van 200 fr. ten nadeele van Auguste Nys [lees: Chys], mulder te Gits.

E.P., "Gits koopt zijn Molen", Het Wekelijks Nieuws, 02.05.1975.
Het is inderdaad eindeljik zover: de gemeenteraad van Gits heeft maandag de definitieve aankoop van de Grijspeerdmolen goedgekeurd. Nadat er wel even moeilijkheden waren om een geschikte plaats te vinden voor die trotse getuige uit een ambachtelijk verleden, werd tenslotte toch een geschikte oplossing gevonden: de molen gaat naar de terreinen van het instituut Dominiek Savio.
De gemeente zal voor de molen aan de familie Vandenberghe 275.000 fr. betalen als er geen subsidies kunnen losgekregen worden en 300.000 fr. als men daar wel in lukt. De nodige grond, die 795 m³ groot is, wordt van het instituur Dominiek Savio gekocht voor de symbolische prijs van 1 fr. Er werden daarvoor echter heel wat kompensaties gegeven aan het instituut. Voor 50 jaar lang krijgt Dominiek Savio het uitbatingsrecht over de molen, wat inhoudt dat het toegangsgeld mag vragen als het dit wenst. De gemeente van haar kant zorgt voor de afbraak van de molen op zijn huidige plaats en de wederopbouw op zijn nieuwe. Het instituut Dominiek Savio staat in voor de bouw van de berm, waarop de molen komt, en van de motorkelder, net als voor het onderhoud ervan. Belangrijk is ook dat gebouwen, die hoger zijn dan de molen, op minimum 16 meter afstand moeten opgetrokken worden.

Moderne molenaarsfolklore: "DE WIEKENDE MOLENAARTJES VAN HET TWEEDE"
Op dinsdag 17 november 2007 bezocht het tweede leerjaar van de Gemeentelijke Basisschool van Hooglede de Grijspeerdmolen. De nabijgelegen kinderboerderij Ter Kerst opende in 2005 haar deuren. Het gerenoveerde erf toont ons het belang van de landbouw in onze samenleving.
Vrijwillig molenaar Marc Lievens had vooraf al de vier rode zeilen opengespannen. Eerst was er te weinig wind om te draaien. Maar "wind maken" is toevallig één van onze specialiteiten en een tijdje later draaide de molen toch dapper zijn rondjes. Molenaar Marc en meneer Lieven - zelf ook molenaar - gaven uitleg over de knarsende wielen, de ronkende molenstenen en de zoevende wieken. Het topje van de bovenste wiek blijkt twee maal zo hoog te zijn als onze school!
In de kinderboerderij mochten we met het molenmeel aan de slag. We bakten het niet te bruin, maar wel - met de hulp van een echte kok - heerlijke pannenkoeken. We klutsten en klotsten dat het een lieve lust was. En die lust en onze honger mochten we stillen door te proeven van onze eigen baksels. Aldus konden we malen, kneden, bakken en… proeven van een geslaagde uitstap!

De molenaarsfamilie Verburgh door Georges A.L. Verburgh
Molenaar August Verburgh (geboren te Ettelgem op 28 april 1845 en overleden te Ettelgem op 13 april 1939 - zijn vrouw werd gedood door de molen, met het leggen van haar was).
Oscar Verburgh (broer van  mijn grootvader Arthur Verburgh - geboren te Ettelgem op 01 augustus 1884- overleden te Westkapelle op 12 september 1924 - echtgenoot van Léonie Vandekerchove) en zijn vrouw Sylvie Soete die mijn meter was.
Ik heb ook kennis van de molen, die uitgebaat werd door mijn grootvader Arthur Verburgh echtgen. van Léonie Vandekerchove.  Die werd verkocht in 1924.  Nu staat die molen in Gtis (Grijspeerdmolen).
Deze inlichtingen zijn geleverd door Georges Arthur Léopold Verburgh, geboren te Westkapelle op 23 november 1952, woonachtig in Wallonië, prov. Namen - zoon van Arsène Verburgh (Westkapalle 1919 - Chimay 2005) en Urbanie Vanparys (Oostkerke 1921 - Charleroi 1984), en kleinzoon van Arthur Verburgh. Ikzelf heb een zoon Sébastien Verburgh, geboren te Charleroi op 31 juli 1975, dierenarts te Amiens (Frankrijk).

Restauratie Grijspeerdmolen - Fase 2 - Goedkeuring gunning.
Besluitenlijst Schepencollege Hooglede, 15/03/2021
De opdracht “Restauratie Grijspeerdmolen - FASE 2” wordt gegund aan de firma met de enige offerte (op basis van de beste prijs-kwaliteitsverhouding), zijnde Molenbouw Wieme Roland en Kris BVBA, Leihoekstraat 71 te 9870 Machelen(O-Vl), tegen het nagerekende offertebedrag van € 82.100,00 excl. btw of € 99.341,00 incl. 21% btw.

 

Literatuur

Archieven
- Rijksarchief Brugge, Fonds Wijnendale. Manscheep-bouck" (= leenregister) van de heerlijkheid Wijnendale, 1771-1774.
- Rijksarchief Brugge. Gemeentearchief Gits. Ommeloper van Ogierlande-Cringen (1729), begin 7, artikel 11, f° 169.
- Rijksarchief Brugge, Notariaat, depot notaris C. Mergaert Staden. Notaris Charles Louis Dehaese Beveren Roeselare. nr. 11 (lening, 1872 en 1873)
- Provinciaal Archief Brugge, 3de afdeling, A3-GB/1997-87-f (plaatsing benzinemotor, 1912)
- Gemeentearchief Hooglede, Register van beramingen van burgemeester en schepenen vann Gits, boek 1942-1972, p. 21 (gunstig advies van de Gitse gemeenteraad op klasseringsbesluit, 03.12.1943).
- Archief Heemkundige Kring Aubert-Tillo van Biervliet (zolder gemeentehuis Gits), Kadasterkaart van 20 augustus 1810, door landmeter d'Abencourt.
- Provinicaal Archief West-Vlaanderen, BE PAWV A/1940-heden/A.4./2000/P.B./71. Dossier betreffende het advies van de Bestendige Deputatie om een houten windmolen, de Grijspeerdmolen te Hooglede (Gits), als monument te rangschikken, 1974-1981, 1 omslag, 4de afdeling, Oud ID 23376, Dienstnr. 74/4600/4; met Koninklijke Besluiten van 27 mei 1975 en 10 april 1981.

Uitgegeven bronnen
- Sanderus A., "Flandria Illustrata", 1641 (kaart van het Brugse Vrije)
- Fricxkaart (1712)
- Ferrariskaart (ca. 1775)
- Atlas der Buurtwegen (1846)
- Topografische kaart van Vandermaelen (ca. 1850)
- Kadastrale kaart van P.C. Popp (ca. 1860)
- "Gazette van Gend" nrs. 1373, 1374 en 1376 van 14, 21 en 28 april 1807 (advertentie)
- Gazette van Brugge en der provincie West-Vlaanderen, 16.11.1898, p. 3, kol. 1 (diefstal)

Werken
- Aantal asomwentelingen van West-Vlaamse molens in 2010", in: /West-/Vlaams Molenblad, XXVII, 2011, 1, p. 50.
- [Bataille Jaak], "De Grijsperremolen te Gits", Curiosa, XLI, 2003, nr. 409 (september), p. 15-19.
-(Callewaert Ferdy), "De Grysperremolen te Gits", Rollarius, IV, 1975, 3.
- (Callewaert Ferdy), "Gryspeerdtmolen" (foto), De Gidsenkring, XVI, 1978, nr. 5.
- (Callewaert Ferdy), "Gryspeerdtmolen wordt verplaatst te Gits", Mandeldal, I, 1976, nr. 8.
- (Callewaert Ferdy), "Waarom laat men de Grysperremolen te Gits verkommeren", Mandeldal, III, 1978, nr. 4.
- (Callewaert Ferdy), "Gryspeerdmolen naar dom. Savioinstituut te Gits", Mandeldal, III, 1978, nr. 12.
- (Callewaert Ferdy), "De Grysperremolen te Gits", Mandeldal, II, 1977, nr. 1.
- Coornaert Maurits, "Westkapelle en RamskapelIe - De geschiedenis, de topografie en de toponimie van Westkapelle en Ramskapelle, met een studie over de Brugse Tegelrie". Tielt 1981.
- Coornaert Maurits, "Een overzicht van de molens in het Noordvrije", in: "Liber Amicorum René De Keyser", Speciale uitgave, Geschied- en Heemkundige Kring Sint-Guthago, 1985, p. 43-78.
- Cornilly Jeroen, "Monumentaal West-Vlaanderen. Beschermde monumenten en landschappen in de provincie West-Vlaanderen. Deel 1. Arrondissementen Ieper, Kortrijk, Roeselare, Tielt", Brugge, 2001, p. 59.
- De Bruyne Michiel, Lieven Denewet Lieven e.a., "Albrecht Rodenbachroute,Roeselare", Roeselare, 1981, p.27-28.
- De Flou Karel, "Toponymie van Westelijk Vlaanderen..." (toponiemen Grijspeerd, Grijspeerdmolen)
- De Gunsch Ann, Metdepenninghen Catheline & Vanneste Pol m.m.v. Tansens A., Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie West-Vlaanderen, Arrondissement Roeselare, Kantons Hooglede - Izegem - Lichtervelde, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 17N2, Brussel - Turnhout, 2001.
- De Kinderen Els, "Indrukken uit West-Vlaanderen" [Gits, Kuurne, Leisele, Pollinkhove], in: Levende Molens, jg. 6 (1984), nr. 6, p. 44-46.
- Denewet Lieven, "Hooglede en Gits in de krant, 1840-1910. Van een wonderdokter, valse nonnen en een landbouwer-uitvinder", Hooglede, 2009, 162 p. (Ledda Giddis. Bouwstoffen voor de geschiedenis van Hooglede en Gits, 1).
- Denewet Lieven, "Windmolens vroeger en nu". Hooglede-Gits, Hooglede, 1979, 55 p.
- Denewet Lieven, "Even voorstellen: Gryspeerdmolen te Gits", De Denker, II, 2009, nr. 1.
- Denewet Lieven, "De herstelde Grysperremolen te Gits", Molenecho's, X, 1982.
- Denewet Lieven, "Molennieuws uit Gits", in: De Belgische Molenaar & Levende Molens, LXXVII, 1982, nr. 1, p. 10.
- Desart Robert, "Les moulins à vent de la Belgique / De Windmolens van België", Brussel, 1961, p. 27 (met natuurgetrouwe pentekening)
- Devliegher Luc, "De molens in West-Vlaanderen", Tielt/Weesp, 1984, p. 218-221 (Kunstpatrimonium van West-Vlaanderen, 9)
- Devyt Christiaan, "Westvlaamse windmolens. Inventaris volgens de toestand op 1 januari 1965", Brugge, 1966, p. 75.
- Devyt Christiaan, "Het Westvlaams molenpatrimonium", Biekorf, XCIV, 1994, nr. 4.
- Holemans Herman, "Westvlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 2. Gemeenten D-G", Kinrooi, Studiekring Ons Molenheem, 1994, p. 57, 59-60.
- Maertens A. & R. Cauwe R., "De Brugsche Godshuiszen, 1944 (hs.), p. 92-93. (over Isaac van  Holm).
- Maes Joël, artikel in "Gits aan de spits" (tijdschrift van de plaatselijke Milac, soldatenblad), 01.02.1941, p. 20-21 (over de avontuurlijke overbrenging van de molen van Westkapelle naar Gits)
- Provinciale draaipremie voor ambachtelijke molens. Aantal asomwentelingen van West-Vlaamse molens in 2004-2009", in: /West-/Vlaams Molenblad, XXVI, 2010, 3, p. 115-118.
- Vandenberghe Jozef, "Weer doorklieven suizende molenwieken de lucht van Gits", in: Molenecho's, XI, 1983, 4, p. 170-174.
- Van Biervliet Aubert-Tillo, "Gits in oude prentkaarten, waarin afbeeldingen van Finance, Grijspeersmolen, Onledemolen en Stenenmolen", Zaltbommel, 1972.
- Van Biervliet Aubert-Tillo, "De windmolens van Gits", in: Rollariensia, VII, 1975, p. 217-233.
- Van Biervliet Aubert-Tillo, "De Windmolens van Gits", in: "De Gids voor Gits", Gits, Gemeenteuitgave, 1971, p. 27-30.
- Van Biervliet Aubert-Tillo, Gits door de eeuwen heen, Gits - Handzame, 1986, p. 47-51.
- Verpaalen John, "Windmolens in de actualiteit" [Gits; Bikschote; Balegem], in De Belgische Molenaar en Levende Molens, jg. 77 (1982), nr. 12 (december), p. 264-265.
- Vandepitte Germain, "De molenaarsfamilie Vandepitte en verwanten", Rond de Poldertorens, XXI, 3, p. 115; 4, p. 157 e.v.; XXII, 1, p. 21 e.v.
- Van Overstraeten Jozef, artikel in De Toerist, jg. 32, 1953, p. 551 (oproep tot klassering).
- Verhelst Dirk, "Vleugels boven Hooglede-Gits 1914-1918", Koekelare, 2008.
- Werbrouck Marcel, "Aanvulling omtrent de molens van Gits", Mandeldal, XVIII, 1993, nr. 1.

Mededelingen
Depont Guy (melding van het leenregister van Wijnendale, 1771-1774)
Devyt Christian, Brugge (later Knokke), aan A.T. van Biervliet, 01.01.1947.
Lievens Marc, vrijwillig molenaar op de Grijspeerdmolen
Verburgh Georges A.L. (°Westkapelle 1946, prov. Namen), kleinzoon van de laatste molenaar te Westkapelle, aan Lieven Denewet, 17.09.2009.
Vandenberghe Daniël, Gits, kleermaker te Gits
Vandenberghe Gabriël (°1925), Kortemark, molenaar op de Koutermolen te Kortemark
Vandenberghe Jozef, molenaar op de Grijspeerdmolen
Vandenberghe Laurent, molenaar op de Grijspeerdmolen
Van Landschoot Ronnny, heemkundige, Sijsele

Persberichten
- "Daar bij die molen in de gemeenteraad", Het Wekelijks Nieuws, 03.01.1975.
- "Nog geen definitieve oplossing voor de Gitse molen", Het Wekelijks Nieuws, 14.02.1975.
- E.P., "Gits koopt zijn Molen", Het Wekelijks Nieuws, 02.05.1975.
- "Grijspeerdmolen mag verhuizen naar het domein Dominiek Savio", Het Wekelijks Nieuws, 07.05.1976.
- "Gryspeerdmolen in de belangstelling", Het Wekelijks Nieuws, 08.09.1989.
- "Verhuizing Gryspeerdmolen", Het Wekelijks Nieuws, 20.04.1979.
AVR, "Erfgoeddag", in: Het Nieuwsblad, 20.04.2007.
- JD, "Molenhappening in en rond Grijspeerdmolen op zondag 22 april. Wenkende wieken op erfgoeddag", in: De Weekbode, ed. Roeselare, 20.04.2007.
- "Herstel Grijspeerdmolen", in: De Weekbode, 31.10.2008, p. 43.
JD, "Gemeenteraad vergaderde om 17 uur en trok daarna naar opening
- EK in Eernegem. In de ban van EK wielrennen", in: De Weekbode, ed. Roeselare, 03.07.2009.
- Joost Decorte, "32 deelnemers provinciale cursus voor meester-molenaars. Daar bij die molen...", Krant van West-Vlaanderen, 11.11.2011.
- "De molen van Jozef en Laurent, Onledemolen", De Weekbode, 01.09.1989.
- "Grijspeerdmolen in zijn blootje", De Weekbode, 20.06.1980.
- "Grijspeerdt's molen wiekt over Dominiek Savio", De Weekbode, 10.07.1981.
- "Daar bij die molen... een lang verhaal, Gryspeerdmolen", De Weekbode, 05.11.1982.
- "De Grijspeerdmolen draait weer", De Weekbode, 20.05.1983.
"Gits door de eeuwen heen", De Weekbode, 01.11.1985.
- "Drukke dagen voor Mark" (Grijspeerdmolen - foto), De Weekbode, 23.05.1997.
- RSO, "Molen De Goede Hoop krijgt award", Het Nieuwsblad, 07.05.2013.
- RSO, "Grijspeerdmolen actieve molen  Beste West-Vlaamse molens gekozen", 17.05.2013.
- DDI, "Het plekje Gits - Rondom wijst u de weg in eigen streek. Grijspeerdmolen", Het Nieuwsblad, 04.06.2014.
- EV, "Lieven Denewet ontvangt provinicale onderscheiding.  "Molens zijn kwetsbaar erfgoed", Krant van West-Vlaanderen, 05.09.2019.
- Sam Vanacker, "Hooglede stuurt meerjarenplanning bij; geld voor kunstgrasveld bij Eendracht Hooglede, nieuwe rotonde in Hogestraat en renovatie van Gryspeerdmolen", Het Laatste Nieuws, 21.12.2021.
- John Taillieu (JT), "Eendracht krijgt kunstgrasveld", KW-De Weekbode, 24.12.2021.

Overige foto's

Grijspeerdmolen, Gits (Hooglede), Foto: Donald Vandenbulcke, Staden | Database Belgische molens
© Foto: Donald Vandenbulcke, Staden
Grijspeerdmolen, Gits (Hooglede), Foto: Donald Vandenbulcke, 31.01.2010 | Database Belgische molens
© Foto: Donald Vandenbulcke, 31.01.2010
Grijspeerdmolen, Gits (Hooglede), Foto: Eric Vancompernolle, 22.04.2007 | Database Belgische molens
© Foto: Eric Vancompernolle, 22.04.2007
Grijspeerdmolen, Gits (Hooglede), Foto: Eric Vancompernolle, 22.04.2007 | Database Belgische molens
© Foto: Eric Vancompernolle, 22.04.2007
Grijspeerdmolen, Gits (Hooglede), Uitreiking kenteken Actieve Molen namens Vlaams minister Bourgeois in Provinciehuis Boeverbos. Foto: Eddy De Saedeleer, 27.04.2013 | Database Belgische molens
© Uitreiking kenteken Actieve Molen namens Vlaams minister Bourgeois in Provinciehuis Boeverbos. Foto: Eddy De Saedeleer, 27.04.2013