De Moulin de Maka op de Grote Gete werd opgericht als ijzermolen door Lamquet mits een toelating verkregen door Lamquet van de prefect van het Dijle-departement op 22 juni 1800 (3 vendémiaire an VIII).

Op 12 september 1844 verkreeg Antoine Baugniet de toestemming van de Bestendige Deputatie van de provincie Brabant om de molen eveneens in te richten als korenmolen. Antoine Baugniet (°Incourt 1790 - + Jauchelette 1861) stelde volgens de telling van 1847 5 à 6 peronen tewerk in zijn "exploitation prospére du Maka". Het industrieel complex bevatte toen ook een brouwerij, uitgerust met een kleine molen, "pour moudre l'orge". De smederij werd juist voor de eerste wereldoorlog gesloten. Als reden werd toen opgegeven dat de treinstations te ver waren afgelegen om te voorzien in de kolenbevoorrading. De echte oorzaak is natuurlijk dat een watergedreven smederij toen al een anachronisme was geworden.

Eigenaars na 1850:
- 1850, eigenaar: Baugniet Albert, de kinderen, eigenaars te Incourt
- 20.05.1856, gift: Baugniet Antoine Joseph, de k inderen, landbouwers te Jauchelette
- 12.03.1872? verkoop: Baugniet-Berré Prosper Joseph, eigenaar te Jauchelette (notaris Robert - exploitation dite 'Le Maca')
- 17.11.1894, begin vruchtgebruik: a) Lamblot Nicolas (voor naakte eigendom), industrieel te Jauchelette en b) Lamblot Julie (voor vruchtgebruik), rentenierster te Jachelette
- 05.02.1897, einde vruchtgebruik: Lamblot-Sambrée Nicolas Joseph, industrieel te Jauchelette (overlijden van Julie Lamblot)
- 18.08.1933, erfenis: de weduwe en de kinderen (overlijden van Nicolas Lamblot)
- 19.09.1949, afstand: Lambot-Monseur René Gérard Jean Jospeh Ghislain, industrieel te Jauchelette.

In 1914 werd een bijgebouw opgericht voor verlichtingstoestellen: "agrandissement du moulin par la construction d'une annexe destinée aux appareils d'éclairage".

De bloemmolen werd uitgerust met turbines. De laatste molenaar René Lamblot (°1899-+1980), stopte met malen op de vooravond van de tweede wereldoorlog. Het overgebleven molengebouw werd gerenoveerd. De turbines werden verwijderd.

Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS

---------------------------------

Le Moulin du Maka s'appelait en 1872 "le moulin Baugniet". A l'origine c'était une usine à fer, puis - en plus - moulin à farine. Il est situé à 96,50 m au-dessus de la mer.
Chose rare, les roues se trouvaient de part et d'autre du moulin à eau; la force du courant autorisait deux amenées d'eau aprés le canal de retenue et avant vanne (sortie latérale).
Le 3 vendémiaire de l'an VII, le préfet du département de la Dyle autorisait la mise en marche du moulin à eau servant à battre les fers.
En 1815, cette industrie était exploitée par Baugniet et comprenait un martinet à deux martinaux servant "l'un à battre l'autre à maiter."
Le 12 septembre 1844, Baugniet fut autorisé à y adjoindre un moulin à farine.
En 1872 le Maka à deux roues hydrauliques, l'une pour la soufflerie, l'autre pour la forge et le moulin ; elle occupe 5 ouvriers et produit pour ca. 50.000 francs de fer. Seule la mitraille y est employée.
En 1925, quand René Lamblot reprent le Maka à son pére Joseph, il rachéte la production d'électricité pour le village, les poteaux électriques et les compteurs. Il produit aussi de la farine.
Le moulin s'arretait en 1960.

Propriétaires
3 vendémiaire an VIII: Lamquet
1815: Mm d'Autrebande, maîtres de forge à Huy
1890: Joseph Lamblot
1925: son fils René Lamblot (°1899-+1980), puis assisté par son fils Roger Lamblot (°1926).

Jean-Jacques Gaziaux, "Parler wallon et vie rurale au pays de Jodoigne", Louvain-la-Neuve, 1987 (doctoraatsthesis);
Herman Holemans, "Kadastergegevens: 1835-1985. Brabantse wind- en watermolens. Deel 7: arrondissement Nijvel (F-O)", Kinrooi, Studiekring Ons Molenheem", 1998; M.A. Duwaerts e.a., "De molens in Brabant", Brussel, Dienst voor Geschiedkundige en Folkloristische Opzoekingen van de Provincie Brabant, 1961.
Léon Capelle e.a., "Moulins à eau brabançons ayant existé entre le XIIe et le XXe siècle de Perwez à Jodoigne", Petit-Rosière, Histoire et Civilisation en Brabant asbl, 1994, p. 32-33.
J. Tarlier et A. Wauters, "Géographie et histoire des communes belges. La Belgique ancienne et moderne. Province de Brabant, Canton de Jodoigne", Bruxelles, 1872.
Mémorial administratif de 1858

Persberichten
"Un livre et une balade entre Jodoigne et Perwez pour les Journées du Patrimoine. Entrez-y comme dans un... moulin!" Le Soir, 31.08.1994.