De Moulin Maricq, le Franc Moulin of le Nouveau Moulin is een watermolen in de rue de la Barre 29 op de Train.

Op 8 oktober 1750 werd vergunning verleend voor de bouw van een oliewatermolen. Voor 1830 was de molen al omgevormd tot korenmolen.

Eigenaars na 1830:
- voor 1834, eigenaar: Maricq-Guilmin Jean Baptiste, de weduwe, molenarin te Grez-Doiceau
- 1847, rectificatie: Maricq Jean Joseph, molenaar te Grez-Doiceau
- 15.08.1867, verkoop: Van Dormael Henri Marie Joseph, eigenaar te Grez-Doiceau
- 11.12.1883, verkoop: Looze François, landbouwer te Biez (notaris Beauthier)
- 03.10.1894, erfenis: Looze-Noël Jules Joseph, molenaar te Grez-Doiceau (overlijden van François Looze - "moulin à eau et à grain monté à cilindres")
- 21.04.1914, erfenis: en de kinderen (overlijden van vrouw Noël)
- 16.10.1919, gift: a) Looze Marie Jules Cécile, echtgenote Paternoster Omer, onderwijzer te Court-Saint-Etienne, b) Looze Marie Thérèse Bertha, echtgenote Jacquet Lucien, landbouwer en molenaar te Grez-Doiceau en c) Looze Marie Victorine, echtgenote Lacourt Lucien, onderwijzer te Grez-Doiceau (notaris Beauthier - "moulin à eau et avec moteur à gaz")
- 25.03.1920, verkoop: Jacquet-Goes Fernand Ghislain Joseph, molenaar te Grez-Doiceau (notaris Beauthier)
- 10.05.1939, erfenis: de weduwe en de kindern (overlijden van Fernand Jacquet)
- 19.12.1940, erfenis: a) Jacquet Robert Camille Arthur Fernand Ghislain Emile, molenaar te Grez-Doiceau en b) Jacquet Willy Emile Ghislain Baudry Joseph, scholier te Grez-Doiceau (overlijden van de weduwe Goes van Fernand Ghislain Jacquet)
- 10.04.1947, deling: Jacquet Robert Camille Arthur Fernand Ghislain Emile, molenaar te Grez-Doiceau (notaris Duvivier)
- 12.07.1950, verkoop: Delinte-Duportal Walther Léon Ghislain, molenaar te Trazegnies (notaris Duvivier - graanwatermolen)
- 09.12.1964, erfenis: a) Delinte-Vandendris Robert Léon Ghislain, chauffeur te Trazegnies en b) Delinte Walther Léon GHislain, bediende te Trazegnies
- 04.03.1967, verkoop: Falise-Dewarichet Jean Baptiste Emile, aannemer te Damprémy (F) (notaris Messiaen - "moulin en ruines").

In 1870 gebeurde een grondige verbouwing. In een akte van 1894 werd gemeld dat de molen uitgerust was met walsenstoelen (cilindres) en in 1913 wordt melding gemaakt van een gasmotor. Toch bleef de molen ook met waterkracht werken. In de jaren 1950 viel de molen stil. De laatste molenaar was Walther Delinte. In 1967 kocht een Franse aannemer het toen vervallen molengebouw aan en bouwde die om tot appartementen.

Lieven DENEWET & Heman HOLEMANS

Herman Holemans, "Kadastergegevens: 1835-1985. Brabantse wind- en watermolens. Deel 7: arrondissement Nijvel (F-O)", Kinrooi, Studiekring Ons Molenheem", 1998, p. 23.
M.A. Duwaerts e.a., "De molens in Brabant", Brussel, Dienst voor Geschiedkundige en Folkloristische Opzoekingen van de Provincie Brabant, 1961;
Nory Zette, "Grez-Doiceau à travers les âges", Grez-Doiceau, Editions Nestor Hance, Louvain, Ceuterick, 1933, 20, 303 p.