Oorspronkelijk was dit een smidse van de abdij van Saint-Hubert. Werd later omgebouwd als oliemolen. In het begin van de 19de eeuw was de eigenaar Augustin Joseph Gérard, die, in 1846, de molen verkoopt aan Pierre Joseph Gérard. In 1854 wordt een korenmolen vermeld, en in 1859 een zagerij. Door erfenis komt het domein in 1891 toe aan de familie Gérard-Dermience, en vervolgens, in 1924, aan Gérard-Volvert. Omstreeks 1970 hebben Francis Collard en Mireille Demande de bouwvallige molen gekocht, die toen dienst deed als schuilplaats voor het vee. Alles wat nog overbleef van het oude molenbedrijf is ingewerkt in het interieur van de woning. De molenstenen zijn als sierelementen opgesteld.

-------------
Le Rifontaine est devenu ruisseau de Freux. Il va rejoindre l'Ourthe un peu en aval.
Le moulin Sept a d'abord été une forge, puis moulin à huile, puis scierie et moulin à farine. La famille Gérard occupera le site vers 1800 pour le laisser au début de la guerre, en 1940.

Met dank aan Aimé Smeyers, Jacky Adam & Robert Van Ryckeghem

Jacky Adam, "Des Moulins et des Hommes - Tome 2: L'Ourthe occidentale", Ortho, 2006, p. 44-48, ill.