Nota over de bezittingen van de familie van den Steene (door Olivier Meert)
De familie van den STEENE die te Ukkel het kasteel, leenhof, cijnshof en molen van Ten Steene bezat, was ook te Zoutleeuw vertegenwoordigd sedert minstens 1292. In Linter bezat de familie de ATRIO (van den KIRCHOVE) weiden en akkerland in leen tijdens de regering van Hertog Jan III (1312-55). Deze familie de ATRIO zegelde ook met 3 lelies zoals de familie van den STEENE. Te Melkweser (alias Wezeren) te Linter bezat een Arnold van den STEENE nog een allodiaal en cijnshof verkocht in 1480-81. Te Wezeren bezaten Arnold en Jan van den STEENE alias SABEL nog een brouwerij in 1392. Te Zoutleeuw bezaten de familie GOUDACKER en SABEL van den STEENE gedeelten van de Zoutleeuwse Moutmolen. Beide families waren meer dan eens aangetrouwd. Momenteel wordt nog onderzocht of er een verband is tussen de familie van den STEENE en het kasteel van Ten Steene te Orsmaal. In "Livre de feudataires de Jean III" wordt beschreven dat dominus Johannis de Meldert het leengoed van Ten Steene te Orsmaal afkocht van JAN VAN DEN STEENE. Als eigenaars worden ook Joannes de ORSCOT (= van AERSCHOT) vermeld die het leen doorverkocht aan Hendrik, zoon van Giselbert van AUDENHOVEN, oom van Joannes. Een Karel van AERSCHOT, burggraaf van Rivieren te Aarschot werd door huwelijk met een CLUTINC (alias van den STEENE) eigenaar van het kasteel en leenhof van Rivieren te Ganshoren. Weer een link met de familie van den STEENE. Een Godfried CLOET van ATTENOVEN (is het misschien van AUDENHOVEN) wordt vermeld als echtgenoot van een van den STEENE te Zoutleeuw.
Loft à Uccle description du projet Transformation en logement d'un ancien moulin industriel Maitre d'ouvrage : Privé Surface : 240 m2 Avancement du projet : Achevé en 2006 Website: architecte.b612associates.net
B612 Associates & Serge Brison (foto's), "Zoeklicht op hedendaagse inrichtingen in oude baksteengebouwen. Verbouwing van een oude molen tot woning in Ukkel", in: Bouwen met baksteen, 37ste jg., 2006, p. 7-9. Soms geeft een idee aan een bepaalde plek zijn bestaansrecht terug. Dankzij bepaalde ingrepen wordt een bestaande plek weer helemaal herboren en geeft ze de indruk dat alleen hierop nog werd gewacht om haar specifieke karakter volledig tot uidrukking te laten komen.Voor de verandering van deze oude molen in een loft, hebben de architecten ervoor gekozen om een ongewoon element te gebruiken om de grote oppervlakte te structureren en substantie te geven. De thematiek van ‘de doos in de doos' komt in verschillende projecten van B612 terug, een thematiek die doorheen de ingrepen van de architecten steeds werd verfijnd. Zij hebben inderdaad al kubusvormige volumes ingericht, meestal sober en somber, in verschillende ruimtes. Voor dit project is deze thematiek nog verder uitgediept en de subtiliteit nog verder doorgevoerd. Het ging om de uitwerking van een concept en een scenografie, die moesten zorgen voor harmonie tussen bestaande en nieuwe elementen. Door in de ruimte een doorzichtig, eivormig element te integreren, wordt een hele reeks contrasten gecreëerd die elkaar echter in een perfecte symbiose lijken aan te vullen. Met name het contrast tussen de materialen is opvallend: Zoeklicht op hedendaagse inrichtingen in oude, ruwe baksteen met patina dient als omhulsel voor gladde, doorzichtige policarbonaatplaten. Maar het tijdloze karakter van het metselwerk ten opzichte van het vergankelijke aspect van het object doet ook nadenken... Het oude metselwerk krijgt een nieuwe functie door de uitwerking van dit element: het dient als een echt omhulsel. Uit deze ontmoeting wordt een wederzijdse opwaardering geboren van de twee elementen - metselwerk van oude baksteen en modern object. Het doorzichtige element is multifunctioneel: het herbergt de keuken, de badkamer en een grote ruimte erboven. Het is een essentieel element in de scenografie omdat het vooral een zich blootstellend onderdeel is, maar eveneens een uitkijkpost via de doorkijkjes. Duidelijk modern van aard intrigeert dit object de toeschouwer door zijn juiste toon en zijn esthetische kwaliteiten.
Literatuur
Meurisse R., Ukkel en zijn molens, Eigen Schoon en de Brabander, 2005, p. 265-269. Paul Bauters & Marc Villeirs, "Les moulins à eau et à vent de Woluwe-Saint-Lambert et de la région bruxelloise. Histoire et technologie / Water- en windmolens van Sint-Lambrechts-Woluwe en van het Brussels gewest. Geschiedenis en techniek", Woluwe-Saint-Lambert/Sint-Lambrechts-Woluwe, 1996 (Musée communal de Woluwe-Saint-Labert, cahier n° 2 / Gemeentelijk museum van Sint-Lambrechts-Woluwe, tijdingen n°2); H. Crokaert, "Les moulins d'Uccle", in: Le Folklore Brabançon, nr. 155, sept. 1962, p. 289-329; J. Van Brimeu, "De oude molens van Ukkel", in: De Brusselse Post, 15 maart 1968; M.A. Duwaerts, "De molens in Brabant", Brussel, Dienst voor Geschiedkundige en Folkloristische Opzoekingen van de Provincie Brabant, 1961; Herman Holemans, "Kadastergegevens: 1835-1980. Brabantse wind- en watermolens. Deel 1: arrondissement Brussel-Hoofdstad", Kinrooi, Studiekring 'Ons Molenheem", 1989; F. Ringoot, "Molens te Ukkel", in: Ons Molenheem, 1988, nr. 4, p. 29-31, plan. Mededeling van de heer Olivier Meert, 16.07.2008, 11.10.2010. B612 Associates & Serge Brison (foto's), "Zoeklicht op hedendaagse inrichtingen in oude baksteengebouwen. Verbouwing van een oude molen tot woning in Ukkel", in: Bouwen met baksteen, 37ste jg., 2006, p. 7-9. Info Olivier Mathieu, 14.11.2011.
|