De Moulin de Geest was een watermolen langsheen de Grote Gete, in de Rue Julien Salmon 35, op Les Marliéres, op 118,58 meter boven de zeespiegel.
Hij werd voor 1300 gebouwd. Rond 1830 was hij ingericht als graan- en hennepbraakmolen.

Eigenaars na 1830:
- voor 1834, eigenaar: a) Louis Jean Joseph, molenaar te Geest-Gérompont, b) Louis André, molenaar te Geest-Gérompont en c) Louis Eugène, molenaar te Geest-Gérompont.
- 17.05.1840, erfenis: Louis André en consoorten, molenaar te Petit-Rosière
- voor 1850, erfenis: Louis Eugène, molenaar te Geest-Gérompont
- 17.11.1853, gift: Louis-Ravet Jean Joseph, molenaar te Geest-Gérompont-Petit-Rosière
- 15.01.1867, gift: Delfosse-Louis Pierre Joseph, molenaar te Geest-Gérompont-Petit-Rosière (notaris Libert)
- 21.02.1903, erfenis: de weduwe en de kinderen (overlijden van Pierre Delfosse)
- 29.04.1912, verkoop: Delfosse-Allaert Lucien Pierre, molenaar te Geest-Gérompont-Petit-Rosière (notaris Martin)
- 06.01.1919, verkoop: a) Allaert-Loubry François (schoonbroer van Lucien Delfosse), zonder beroep te Geest-Gérompont-Petit-Rosière en b) Loubry-Lecocq Octave Joseph, landbouwer te Autre-Eglise (notaris Gallez - établissement industriel)
- 1936, erfenis: a) Allaert-Loubry François, de weduwe en de kinderen, te Geest-Gérompont-Petit-Rosière en b) Loubry-Lecocq Octave Joseph, landbouwer te Autre-Eglise (overlijden van François Allaert)
- 01.07.1947, einde vruchtgebruik: a) Allaert-Loubry François, de weduwe en de kinderen (voor 3/4 naakte eigendom en voor 1/4 naakte eigendom) en b) Loubry-Lecocq Octave, de weduwe (voor 1/4 vruchtgebruik)
- 17.01.1957, aanvang vruchtgebruik: Evrard-Allaert Georges Jules Vincent Joseph Ghislain, landbouwer te Geest-Gérompont-Petit Rosière (notaris De Locht)

De  hennepbreekmolen werd in 1854 uitgeschakeld, vier jaar nadat dezelfde eigenaar (Eugène Louis) de nabijgelegen windmolen had laten afbreken.

De molen werd in 1912 door een brand vernield en herbouwd in 1913-1914. Dan werden de sluizen verbeterd en het waterrad door een turbine vervangen.

De laatste molenaar was Richard Allaert (°1914). Hij maalde tot 1952, naar rato van 100 tot 120 kg graan per uur. In 1977 werd de rivierbedding gerioleerd. De watertoevoer naar de turbine werd toen afgesloten. De turbine bevindt zich nog onder het gebouw maar is niet meer zichtbaar.

Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS

------------

Le Moulin de Geest sur la Géthe au lieu-dit "les Marliéres" date du XIVe siécle. Il y eut un autre moulin à eau qui appartenait au domaine ducal, mais il n'existait plus en 1403-1404. Le moulin de Geest  était à l'origine batterie de chanvre et fut converti en moulin à farine aprés démolition du moulin à vent érigé à proximité et qui appartenait au même propriétaire.
La retenue d'eau se trouwe à 118,58 m.
Le moulin brûla en 1912 et fut reconstruit en 1914.
En 1913, les écluses ont été rectifiées et à la roue hydraulique fut substituée une turbine.
Aprés la guerre de 1940-1945, le moulin était encore en bon état et fonctionnait. Il pouvait moudre 120 kg de céréales à l'heure. Arrêté vers 1965.

Propriétaires
En 1858: Eugéne Louis
Avant 1914-1918: Lucien Delfosse qui le vend à son beau-frére François Allaert (mort en 1936);
Aprés 1930: Richard Allaert puis sa fille, épouse de Georges Evrard

Herman Holemans, "Kadastergegevens: 1835-1985. Brabantse wind- en watermolens. Deel 7: arrondissement Nijvel (F-O)", Kinrooi, Studiekring Ons Molenheem, 1998, p. 18.
M.A. Duwaerts e.a., "De molens in Brabant", Brussel, Dienst voor Geschiedkundige en Folkloristische Opzoekingen van de Provincie Brabant, 1961.
Léon Capelle e.a., "Moulins à eau brabançons ayant existé entre le XIIe et le XXe siècle de Perwez à Jodoigne", Petit-Rosière, Histoire et Civilisation en Brabant asbl, 1994, p. 12-13.
J. Tarlier et A. Wauters, "Géographie et histoire des communes belges. La Belgique ancienne et moderne. Province de Brabant, Canton de Jodoigne", Bruxelles, 1872.
Mémorial administratif de 1858.