Intekendatum: 24.06.2003, 11 u. Molen: Lommel (Limb.), Leyssensmolen, Kattenbossermolen - standaardmolen met gesloten voet Bouwheer: Gemeente Lommel Opdracht: Onderhandelingsprocedure met bekendmaking voor aanstelling restauratie-ontwerper Plaats aanbesteding: Stadhuis, Dorp 57, Lommel Toewijzing: Eon, Mol (Bart Van Ham)
Krantenbericht van 21 november 1962: S.O., "Windmolens te Overpelt buiten gebruik - Werden aangekocht door de gemeente" Windmolens geven de Kempen een specifiek landelijke uitzicht. Ze zijn de getuigen van (vroegere) welvaart en vormen en dankbaar onderwerp voor de kunstschilders. Veel voorlopers van de kosteloze drijfkracht hebben ook het onverbiddelijk lot ondergaan van komen en gaan, ofschoon in algemene regel het praktisch een traditie vormde dat de molen en het molenaarsvak overgingen van vader op zoon. Geen jaar gaat voorbij of er zijn molens die verdwijnen uit het landschap waarmee ze vergroeid zijn. De tand des tijds knaagde onverpoosd. De wieken, het dak en het staketsel gingen aan het rotten bij gebrek aan onderhoud, en het werden wrakken. Een molenaar merkte terecht op dat de herstellingswerken aan een molen voor een eigenaar te zwaar vallen ; anderzijds dat de inschakeling van mazout en elektrische molens het molenaarsvak in een gunstiger zin heeft gebracht. Daarbij dient nog aangestipt dat vijf op tien grote landbouwers een eigen elektrische molen bezitten en zelf hun graan malen. Het lot is dat de molenaar die met hart en ziel aan zijn vak en molen is verbonden, het behoud van zijn windreus niet kan verzekeren, tenminste niet in zijn oorspronkelijke vorm. Gelukkig zijn er nog verenigingen en gemeentebesturen die de bestaande molens aankopen of helpen onderhouden omwillen van hun archeologische en geschiedkundige waarde, dat van toeristisch oogpunt mag toegejuicht worden. GEMEENTEBESTUUR KOCHT DE TWEEDE WINDMOLEN Na de windmolen, het standaardtype, gelegen in de Kloosterstraat, eigendom van Mooren, te hebben aangekocht, heeft het gemeentebestuur onlangs ook de stenen windmolen, gelegen in ’t Hasselt, eigendom van Henri Leyssen uit Peer, tot eigendom van de gemeente gemaakt. De windmolen van het “torentype” waarvan alleen de kleine bovenbouw beweeglijk is, heeft geen ver teruggaande geschiedenis in haar annalen. De onderbouw en molenhuis in baksteen opgetrokken, zijn kegelvormig en het geheel wordt ook wel eens “wipmolen” genaamd. Jozef Leyssen, die maalder was op de watermolen te St.-Huibrechts-Lille en deze huurde, kocht in 1898 een stuk grond van de familie Laenen, gelegen in ’t Hasselt. Henri Van de Broeck en Frans Schildermans sloopten de grachten en vormden het grondwerk voor de bouw van de molen. Met paard en kar werden stenen gehaald te Hamont en Jozef Leyssen kocht te Brussel het volledig binnenhoutwerk en de wieken (ramen) van een torentype-molen. Na zes jaar arbeid was in 1905 het sierlijke kunstgewrocht voltooid. Jozef Leyssen was de eerste eigenaar en ook de eerste maalder. Nadien werd de toren eigendom van Willem Leyssen en diens zuster en weer later ging hij over naar Henry Leyssen uit Peer, die daar een zelfde type molen bezat. Sinds enkele tijd is deze windmolen buiten gebruik gesteld. Het gemeentebestuur heeft hem nu aangekocht, wat de veiligste waarborg blijft om hem van verval te vrijwaren en zijn geschiedkundige waarde te behouden. S.O.
"Vandaag gezien...", in: internetgazet.be/overpelt.aspx, 04.09.2009. Vrijdag 4 september 2009 De windmolen op het kruispunt van Hoevenstraat en Willem II-straat is zijn kap kwijt en het binnenwerk is er uit verwijderd. Misschien krijgt de molen nu een nieuw binnenwerk en een nieuw dak. De gemeente had destijds, bij de verkoop, als voorwaarde gesteld dat het binnenwerk zou worden behouden.
Literatuur
Werken A.L., "Windmolens worden gered", Ons Heem, XVIII, 1963, p. 127. (L. Smet), "Molen Leyssen", Molenecho's, IV, 1976, p. 27. (L. Smet), "Overpelt. Verkoop stenen molen", Molenecho's, IV, 1976, p. 52. "De stenen molen van Overpelt", De Belgische Molenaar, LXXI, 1976, p. 15. W. Smet & H. Holemans, "Limburgse windmolens in heden en verleden", Nieuwkerken-Waas, 1981, p.141-145; E. D(e) K(inderen), De gemeente Overpelt verkoopt de stenen molen, in: De Belgische Molenaar, LXXI, 1976, p. 90-91; H. Leynen, "Overpeltana, de drie molens", in: Limburg, XIII, 1931, p. 29-30; J. Molemans, "Toponymie van Overpelt", Gent, 1975; Bert Van Doorslaer, "Met de stroom mee of tegen de wind in? Molens in Limburg", Borgloon/Rijkel, Provinciaal Centrum voor Cultureel Erfgoed, 1996.
Persberichten S.O., "Windmolens te Overpelt buiten gebruik - Werden aangekocht door de gemeente", in een krant, 21 november 1962 "Overpelt wil molen verkopen", Het Belang van Limburg, 02.04.1976. "Le Moulin d'Overpelt", Le Sillon Belge, 18.03.1977. Ir., "Koop een molen voor je vrouw", in: De Krant, 31.12.1975. B. Lindekens, "Overpelt", Het Rijk der Vrouw, 07.05.1969. L.V., "Ovepelt wil zijn windmolen verkopen", Volksgazet, 11.01.1976. Kerkuil, "Van zwaaiende wieken en tuimelende raderen in de Kempen en in Haspengouw", Moeder van Goeden Raad, september 1964, p. 205-208. Nx., "Overpelt herstelt de stenen molen", Het Laatste Nieuws, 07.04.1966. Sh., "Wil iemand windmolen?" De Standaard, 30.12.1975. S.0., "De Noorderkempen: land van heide, molens, moderne fabrieken en cultuurwerking", Het Volk, 26.12.1975. S.O., "Overpeltste windmolen te koop?" Het Volk, 26.12.1975. S.O., "Windmolens sterven staande in Limburg", Het Volk, 19.01.1976. S.O., "Overpelt wil windmolen verkopen", Het Volk, 04.04.1976. Vo., "Molen te koop in Overpelt", Het Nieuwsblad, 03Z.10.1971. "Stenen Molen van Overpelt", Het Nieuwsblad, 18.01.1966. "Herstel van de stenen molen", Het Belang van Limburg, 07.04.1966. "Vandaag gezien...", in: http://internetgazet.be/overpelt.aspx, 04.09.2009.
Mailberichten Michiel Hooijberg, 11.11.2017.
|