Molenechos's Homepage Molenechos.org

Asse, Vlaanderen - Vlaams-Brabant

Verdwenen molen

karakteristiek

Naam
Hogewegmolen, Windmolen van Asbeek, Molen van Pullewouwe, Montilmolen
Ligging
Hogeweg
1730 Asse
noordzijde
grens met Essene (Affligem)
3,6 km W v.d. kerk
kadasterperceel J588b
Vlaanderen - Vlaams-Brabant
toon op kaart
Gebouwd
1858, overgebracht uit Schendelbeke
Verdwenen
1937 - 25 oktober, sloop
Type
Staakmolen met open voet
Functie
Korenmolen
Database nummer
2396
© Prentkaart Nels (coll. A. Smeyers, Alsemberg)

Beschrijving / geschiedenis

De Hogewegmolen of de Windmolen van Asse was een houten korenwindmolen aan de noordzijde van de Hogeweg, tegen de grens met Essene (Affligem), op 3,6 kilometer ten westen van het centrum van Asse.

Op 30 augustus 1858 verkreeg Antonius Moyson, landbouwer te Asse, de toestemming van de Bestendige Deputatie van de provincie Vlaams-Brabant, om in Asse een houten graanwindmolen op te richten. Hij werd opgericht op de Montil (heuvel), aan de Hogeweg, op de grens met Essene. De molenaarswoning stond trouwens op het grondgebied van Essene (gemeente Affligem). De standaardmolen was afkomstig van Schendelbeke, alwaar hij door een stenen bergmolen werd vervangen.

Opeenvolgende eigenaars:
- 1858, opbouw: Moyson Antonius, landbouwer te Asse
- 04.04.1866, gift: a) Moyson Maria Theresia, echtgenote Decoster J. (voor naakte eigendom), b) Moyson Maria Elisabeht, echtgenote De Backer Jan-Baptist (voor naakte eigendom) en c) Moyson Antonius (voor vruchtgebruik), landbouwer te Asse (notaris Crick)
- 22.03.1867, deling: a) Moyson Maria Theresia (voor naakte eigendom), landbouwster te Asse, b) Van de Putte Paulina (voor naakte eigendom), zonder beroep te Asse en c) Moyson Antonius (voor vruchtgebruik), landbouwer te Asse (notaris Crick)
- 29.05.1874, einde vruchtgebruik: a) Moyson Maria Theresia, te Asse en b) Van de Putte Paulina, landbouwster te Asse (overlijden van Antonius Moyson)
- 1878, deling: Bragers-Vandeputte Victor Jozef, bediende te Opwijk
- 24.05.1891, erfenis: en de kinderen (overlijden van Paulina Vandeputte)
- 21.01.1930, verkoop: Desmedt-Wermoes Jan-Baptist, landbouwer te Asse (notaris Wijnants)

Op een balk van een zoldering stond de naam CAROLUS BUYL 1830 en op een staakijzer stond 1805. Deze dateren nog uit de tijd toen de molen in Schendelbeke stond.

Op 12 maart 1876 was er een gewel­dige  stormwind. Vele huizen werden beschadigd en de gemeenteraad van Essene stemde zelfs een subside van 200 frank om de daklozen te helpen. Ook de windmolen had het erg te verduren en werd bijna omvergeworpen, doch met de hulp van geburen kon deze ramp vermeden worden.

Na het overlijden van Antonius Moyson in 1874 bleef de molen in familiaal bezit tot in 1920, maar de molen werd verpacht. Koper in 1920 was Jan-Baptist De Smedt-Wermoes, landbouwer te Asse (akte notaris Wijnants, 21.01.1920). Hij zou de laatste eigenaar worden.

De molen domineerde de streek en genoot over een heel goede windvang. Hij had geklinknagelde roeden van Verhaeghe uit Ruddervoorde.

Op 25, 26 en 27 oktober 1937 werd de standaardmolen gesloopt door Vanhaelemeersch uit Ruddervoorde. Ze gooiden de molenstenen er uit en daarna werd de molen omvergetrokken. De dikste balken werden meegevoerd. Het kleinhout en ijzer werd ter plaatse verkocht.

Zie ook onder: Schendelbeke, Molen Van De Velde (nog bestaande stenen bergmolen)

Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS

Aanvullende informatie

Van Nieuwenborgh Henri, "Familie De Vis. Notoire bloedverwanten en hun patrimonium doorheen Aalst en Affigem", Erembodegem, Uitgeverij Flying Pencil, 2016, 154 p. (p. 69-70).

Isidorius (Isidoor) Hubertus De Vis
Hij was de jongste telg uit het gezin van Jan Baptist De Vis en Joanna De Witte. Isidorius Hubertus werd geboren in Meldert op 26 decmeber 1817. Op 22-jarige leeftijd huwde hij te Essene op 6 mei 1840 met Joanna De Pauw. Uit dit huwelijk werden dertien kinderen geboren. In zijn erfdeel zat de houten windmolen en de hofstede gelegen op de hoek van de Kokerijstraat en de Hoogstraat (de huidige Faluintjesstraat) te Meldert. Het betrof een houten korenwindmolen die op vier teerlingen stond.
In een proces-verbaal van de gemente Meldert uit 1816 staat het volgende: (Nederlandse vertaling): "Er staat maar 1 houten windmoolen in de gemeente. Hij wordt uitgebaat door de eigenaar zelf en bevindt zich in de nabijheid van de watermolen (de Mooie Molen). Hij wordt vooral gebruikt om graan te malen waner de watermolen buiten gebruik is."
Deze molen werd door een expert in 1816 geschat op 234 frank.
Naast de windmolen met hofstede kreeg Isidorius ook nog land, weiden, bossen en geld. In de notariële akte van notaris Honoré De'Huygelaere wordt vermeld: "gevende alzo te samen de som van veertig duizend vierhonderd vier francs eenendertig centiemen gelijk aen zijne gerechtigheden."
Isidoor Hubertus De Vis overleed op 10 feburari 1898 te Meldert.
De verdere geschiedenis van deze molen verlopt als volgt: op 25 augustus 1883 komt de molen in handen van Louis De Vis, landbouwer en later brouwer te Hekelgem.
In 1916 werd deze houten windmolen gesloopt.
De boerderij naast de standaardmolen die Isidorius Hubertus De Vis eveneens erfde is gekend onder de benaming 's Moljers Hof, Meldersts dialect voor de hofstede van de molenaar. Tijdens de Franse revolutie zou er een preiester gewoond hebben die daar de kindjes doopte en huwelijken inzegende. De brave man werd echter verraden en toen hij op weg was om een stervende de laatste sacramenten toe te dienen werd hij vermoord.

Eén van de zonen van Isidoor Hubertus was Camillus Gustavus (Kamiel) De Vis, geboren te Meldert op 21 augustus 1845. Hij was gemeenteraadslid te Meldert en trouwde op 31 januari 1877 met Josephina Nuelant.
In 1885 werd Kamiel De Vis molenaar op de Montilmolen. Deze verdwenen houten korenmolen stond op een hoogvlakte op de grens tussen Asse en Essene. In de lijst met eigenaars vinden we de naam De Vis evenwel niet terug, wellicht huurde hij dus deze molen. Kamiel De Vis zou er 34 jaar blijven en overleed te Essene op 18 augustus 1922.
Martinus Van de Putte, die eigenaar was van de Montilmolen kwam via verkaveling ook in het bezit van de Overnellemolen. Deze watermolen, gelegen in Essene, werd zo genoemd omdat hij gebouwd werd aan de Overnellebeek. Omdat men geen twee heren tegelijk kan dienen ruilde hij de Overnellemoen voor vier dagwand land. In 1271 vermelden de kronieken van de Abdij van Affligem dat deze molen in hun bezit was.
Op 12 maart 1876 werd Essene getroffen door een storm en ook de windmolen dreigde te kapseizen. Met man en macht kon hij uiteindelijk toch gered worden.
Er volgden dan veschillende molenaars op vrij korte tijd elkaar op tot een zekere Guillaume Verbeiren, die vroeger nog molenaar was op de stilgelegde Morette, deze molen huurde.
De Montilmolen werd gebouwd in 1858 en was afkomstig van Schendelbeke waar hij plaats moest maken voor een stenen bergmolen. Bijzonder was dat de molen zelf in Asse stond maar dat het molenaarshuis zich bevond op grondgebied Essene.
Ook deze molen leed onder de opkomst van moderne maalderijen en het werk verminderde. Dringende herstellingen werden uitgesteld en steun van Monumentenzorg kwam er evenmin. Het resultaat was dat de molen in verval raakte en gesloopt werd in oktober 1937.

--------------------

R. Mertens, "Geschiedenis van Essene", s.d., p. 138-140.

Windmolens en watermolens behoorden vroeger aan graven of abdijen toe. De onderdanen van de graaf, heer of abdij mochten enkel hun graan laten malen op zijn molen.

De windmolen van Essene op de Montil is sinds 1938 verdwenen. De  oorsprong er van lag bij de familie Van de Putte, die eeuwenlang de Overnellemolen heeft uitgebaat.

Gerardus Van de Putte, geboren te Essene in 1758 en gehuwd met Th. Schoonjans had drie kinderen, twee zonen en een dochter. Martinus geboren in 1816 en Jozef geboren in 1822.

Bij de dood van hun vader op 8 oktober 1831 bleven de kinderen met  hun moeder op  de Overnellemolen. Martinus huwde in 1858 met Elisa Moyson geboren te Asse in 1817. Door dit huwelijk werd de·familiale toestand veranderd. Jozef zou op de Overnellemolen blijven.

Martinus, in samenwerking met zijn schoonvader, besloten een wind­molen te kopen om zo een oplossing te geven aan de bestaande vraagstukken.

Op 23 oogst 1858 vroegen ze aan het gemeentebestuur de toelating een windmolen te mogen plaatsen  op een perceel land, gelegen aan de Coensborrestraat. Ze verkregen de  toelating op 30/8/58 om 1200 hl per jaar te malen.

Ze kochten de windmolen van Schendelbeke en lieten hem naar Essene  overbrengen. De kunstmatige heuvel waarop de molen stond ligt op het grondgebied van Asse. Het molenaarshuis staat op het grond­gebied van Essene. Martinus Van de Putte was aldus de eigenaar alsook de eerste mul­der van de windmolen in onze gemeente. Bij de verkaveling te Overnellen bekwam hij ook de watermolen en was dus in 't bezit van twee molens. Hij liet de watermolen aan zijn broeder Jozef  in ruil van vier dagwand land. Martinus stierf in 1864. Zijn dochter werd opgevoed bij de familie Desmedt te Cautertaverent.

Een familielid J. B. De Backer, weduwnaar van E. Moyson en geboren op 21/10/1830 te Sint Katharina Lombeek, kwam als molenaar het werk voortzetten van de overleden Martinus.

Op 12 maart 1876 werd onze gemeente geteisterd door een gewel­dige stormwind. Vele huizen werden beschadigd en de gemeenteraad stemde zelfs een subside van 200 frank om de daklozen te helpen. Ook de windmolen had het erg te verduren en werd bijna omvergeworpen, doch met de hulp van geburen kon deze ramp vermeden worden.

De Backer verliet de molen op 19  januari 1877. De dochter van Martinus was ondertussen gehuwd met een zekere Brauwers uit Opwijk. Waarschijnlijk is de schoonvader enkele tijd op de molen geweest. Lang zal het niet geweest zijn want op 6 juni 1879 kwam Fr. Amandus Desmedt, geboren te Asse op 25 september 1841 als mulder op de molen, maar hij was verplicht hem het volgende jaar wegens ziekte te verlaten.

Al deze mensen stamden niet uit een muldersfamilie en konden het gewoonlijk niet lang uithouden op een molen.

Het was nu de beurt aan Verbeiren Guillaume, geboren te Asse op 28 juni 1837 om de molen te besturen. Deze was eertijds molenaar op de "Morette", maar deze molen werd stilgelegd en de man huurde de windmolen om zo zijn broodje te verdienen. Hij beeft het vijf jaar volgehouden. In 1885 kwam onze windmolen in handen van Camiel De Vis, geboren te Meldert op 22 april 1845, en gehuwd met Josephina Nuelant.

Deze man stamde uit een gekende molenaarsfamilie en kende zijn stiel. 34 jaren bleef hij op de molen. De bejaarde mensen zullen zich deze man wel herinneren. Hij had het vertrouwen van de boeren en deze bezorgden hem werk in overvloed. Kamiel overleed op 18 oogst 1922.

In 1919 werd de molen, molenhuis en land verkocht aan G. Desmedt.

Deze was de laatste mulder. Door de  grondige wijzigingen op landbouwgebied en oprichting van grote moderne maald erijen, werd het lot van zovele molens bezegeld. Het werk.verminderde. Dringende doch te kostelijke herstellingen zouden moeten uitgevoerd worden. Steunvan openbare besturen ontbrak en op 25 - 26 - 27 oktober 1937 werd de houten reus afgebroken door de molenmakers van Ruddervoorde. De molenstenen werden er uitgesmeten en daarna werd de molen omvergetrokken. De  dikste balken werden meegevoerd. Het kleinhout en ijzer werd ter plaatse verkocht.

 

 

Literatuur

Werken
R. Mertens, "Geschiedenis van Essene", s.d., p. 138-140.
Marc Gillisjans e.a., Het Hof van Pullewouwe in 1487, Ascania, 1993, p. 37-41.
Marc Gillisjans, Nogmaals Pullewouwe, Ascania, 1994, p. 68-71.
Asse in oude prentkaarten waarin tevens afbeeldingen uit Asbeek, Asse-Terheiden, Terlinden, Waarbeek en Walfergem, Zaltbommel, 1973;
Jaak Ockeley, Historiek der straten van Asse, Asse, 1967.
Jaak Ockeley, Leven aan de bron. Een inleiding tot de geschiedenis van Asse, Asse, 1965.
Jan Lindemans, Toponymie van Asse, Brussel, 1952.
Herman Holemans, De windmolens van Asse, in: Ons Molenheem, 1997, 3, p. 72.
Jaak Ockeley, Historiek der straten van Asse, Asse, 1967.
Jaak Ockeley, Leven aan de bron. Een inleiding tot de geschiedenis van Asse, Asse, 1965.
Herman Holemans, Kadastergegevens: 1835-1985. Brabantse wind- en watermolens. Deel 2: arrondissement Halle-Vilvoorde (A-L), Kinrooi, Studiekring Ons Molenheem", 1991;
M.A. Duwaerts e.a., De molens in Brabant, Brussel, Dienst voor Geschiedkundige en Folkloristische Opzoekingen van de Provincie Brabant, 1961;
F. Ringoot, Wind- en Watermolens te Asse (Brabant), in: Ons Molenheem, jg. 6 (1986), nr. 1 (maart), p. 17-18;
De windmolens van het Payottenland en de streek van Asse, in: Brabant, maandelijks informatiebulletin van de Toeristische Federatie van de Provincie Brabant, XII, 10, oktober 1960, p. 29-30, ill.;
[Jozef van Overstraeten], De molens uit onze streek; de molens van Assche [door] Jozef van der Meulen, in: De Galm, weekblad voor West-Brabant, Asse, II, 5, 1.2.1947; II, 6, 8.2.1947; II, 7, 15.2.1947 en II, 8, 22.2.1947. [Geschiedenis, beschrijving en iconografie van alle molens die in Asse staan of stonden]
Ockeley Jaak, "De windmolen van Asbeek", Ascania (Asse), LI, 2008, p. 93-97.
Van Nieuwenborgh Henri, "Familie De Vis. Notoire bloedverwanten en hun patrimonium doorheen Aalst en Affigem", Erembodegem, Uitgeverij Flying Pencil, 2016, 154 p. (p. 69-70).

Mailberichten
Jean-Pierre Coppieters, Asse, 09.10.2013, 07.06.2014.

Overige foto's

Hogewegmolen, Windmolen van Asbeek, Molen van Pullewouwe, Montilmolen, Asse, Prentkaart Nels. Verzameling Ons Molenheem | Database Belgische molens
© Prentkaart Nels. Verzameling Ons Molenheem
Hogewegmolen, Windmolen van Asbeek, Molen van Pullewouwe, Montilmolen, Asse, Verzameling Ons Molenheem | Database Belgische molens
© Verzameling Ons Molenheem
Hogewegmolen, Windmolen van Asbeek, Molen van Pullewouwe, Montilmolen, Asse, Verzameling Ons Molenheem | Database Belgische molens
© Verzameling Ons Molenheem