Jaarlijks aantal asomwentelingen:
1997: 0 1998: 0 1999: 0 2000: 0 2001: 0 2002: 0 2003: 0 2004: 34637 2005: 113778 2006: 105586 2007: 20007 2009: 23879 2010: 35588 2011:
Torie Mulders (pseudoniem van Hector Vindevogel), "De windmolens tussen Schelde en Leie", in: Handelingen van de Koninklijke Geschied- en Oudheidkundige Kring van Kortrijk, XXII, 1946-1948, p. 46-107 (78)(handschrift uit de jaren 1930). Wanneghem Heden prijkt toch nog op haren schoonen dam, de wel onderhouden houten staakmolen van de We Steyaert, zijnde de Groote Molen. Ze staat Noord-Noord Oostweerd van 't dorp op d'hoogte, en beheerscht de gansche streek.
Intekendatum: 20.12.2002 Molen: Wannegem-Lede (Kruishoutem, O.-Vl.), Houtavemolen, Schietsjampettermolen - staakmolen met bijzondere pestelroeden Bouwheer: Etienne Vanhoe, Wannegem-Lede Ontwerper: Architect Patrick Vanroy, Meerhout Opdracht: Aanvragen tot deelneming aan de beperkte aanbesteding voor de restauratie, fase 1: nieuwe pestelroeden in bilinga, met verlijmde einden in de pestel en met epoxyhars vastgemaakte roestvrije stalen staven in de pestel; o/cat. D23, kl. 2; 80 werkdagen Plaats aanbesteding: Patrick Vanroy, Oude Baan 65, Meerhout Toewijzing: Thomaes Molenbouw nv, Roeselare
Intekendatum: 14.10.2005 Molen: Wannegem-Lede (Kruishoutem, O.-Vl.), Houtavemolen, Schietsjampettermolen - staakmolen met pestelroeden Bouwheer: Etienne Vanhoe, Wannegem-Lede Ontwerper: Architect Patrick Vanroy, 2450 Meerhout Opdracht: Opstellen van een lijst van gegadigden voor de restauratie, fase II, maalvaardigheid; o/cat. D23, kl. 2 Plaats aanbesteding: Patrick Vanroy, Oude Baan 65, Meerhout Toewijzing: Thomaes Molenbouw nv, Roeselare
Lieven Denewet, "De experimentele bilingaroeden van de Houtavemolen". Op 17 december 2003 plaatste molenbouwer Peter Thomaes met zijn ploeg nieuwe roeden in de Houtavemolen van Wannegem-Lede, ook bekend onder zijn roepnaam Schietsjampettermolen. De plaatsing was uniek: de houten roeden werden op dezelfde manier als metalen roeden geplaatst, dus in één stuk! De ene wiekhelft had al zijn hekwerk, maar bij de andere helft kwamen eerst de windborden en pas dan het hekwerk! Verklaring? Het nieuw type houten roeden!
Toen de molen nog in Houtave stond, had hij steeds een eikenhouten gevlucht. Ook na zijn tumultueuze overbrenging naar Wannegem-Lede (in 1981) kreeg hij dat opnieuw (in 1987). Maar het brak tweemaal: de ene roede in 1994 (vervangen door een niet-streekeigen Kempense borstroede), de andere in de storm van kerstnacht 1999 (werd zelfs tientallen meter de kouter ingeslingerd). Het Vakgebied Industrieel Erfgoed van de Afdeling Monumenten en Landschappen richtte op 15.12.1999 een studievoorstel aan Studiebureau Meyns en Provoost bvba uit Ledeberg (Gent) over de opbouw van een homogeen houten gevlucht. Aanleiding voor deze studie was een andere pestelbreuk, nl. te Gistel.
De oplossing die het Studiebureau voorstelde was tropisch hardhout, bilinga, en sterke houtlijmen en epoxyharsen voor de bevestiging van de einden aan de pestels, aangezien gebleken was dat de gaten voor de pestelbouten de verwering sterk in de hand werken. De windplanken of het voorhek zouden met een pen en gat-constructie bevestigd worden op de roeden in plaats van met klampen op de doorgaande scheden. Een groot aantal inox staven, opgevuld met epoxyharsen, dienen de schedegaten op de gewenste helling te brengen.
In bouwhistorisch opzicht is de aanbreng van een houten gevlucht te Wannegem-Lede te verantwoorden, aangezien deze molen er steeds mee was uitgerust. Daarin verschilt het wezenlijk van de Oostmolen van Gistel, die al kort na 1900 zijn eerste ijzeren roede kreeg. Verder zou dit "houten wiekverbeteringssysteem" veiliger zijn dan de klassieke pestelroeden. Wel bestaat er, ook in vakmiddens, twijfel bij de duurzaamheid van epoxyharsen bij niet-statische onderdelen. Een wiekenkruis draait niet enkel, maar maakt tijdens zijn rotatie ook vele schuddende bewegingen. Is daarmee rekening gehouden in de tests? En het veel te zware gewicht van dat bilingakruis zorgt ervoor dat de molen heel traag aanloopt.
De werken voor de Houtavemolen gebeurden onder leiding van architect Patrick Vanroy uit Meerhout, op basis van een beperkte aanbesteding met 20 december 2002 als uiterste ontvangstdatum van de aanvragen tot deelneming. De uitvoeringstermijn was bepaald op 80 werkdagen. De inschrijvers moesten niet enkel de erkenning D23 - klasse 2 hebben, maar ook getuigschriften van goede uitvoering kunnen voorleggen van minstens 3 relevante restauraties van houten staakmolens tijdens de laatste drie jaar! (Bouwkroniek, 29.11.2002, p. 46, 110).
T. Van Kerschaver, "Ten dode opgeschreven", Ons Heem, XIX, 1965, nr. 5, p. 214. Ten dode opgeschreven? Of misschien reeds gesloopt? Aldus luidt de titel: "Deklassering als monument. Bij koninklijk besluit van 15 april 1965 worden gedeklasseerd, als monument overeenkomstig de bepalingen van artikel 14 der wet van 7 augustus 1931: 1° De houten windmolen te Wannegem-Lede, provincie Oost-Vlaanderen, eigendom van Ridder Jan Baptiste de Ghellinck d'Elseghem, 2) De houten windmolen genaamd Meuleke te Veel te Balegem, provincie Oost-Vlaanderen, eigendom van gravin Ghislaine Bousies, weduwe van graaf Alfred de Marchant et d'Alsembourg, 3) De houten windmolen te Melsen, provincie Oost-Vlaanderen, eigendom van weduwe Arthur Van Oostende.
Literatuur
Archieven en landkaarten
- Stadsarchief Gent, Penningkohieren Wannegem-Lede 1571, f° 10v°. - Kaart van de Kasselrij Oudenaarde (1669, in Stadsarchief Oudenaarde) - Fricxkaart (1712) - Villaretkaart (1745-1748) - Ferrariskaart (ca. 1775) - Atlas der Buurtwegen (1844) - Topografische kaart van Ph. Vandermaelen (ca. 1850) - Kadastrale kaart van P.C. Popp (ca. 1855)
Werken
Dhondt Oscar, De molens te Wannegem en omgeving, Jaarboek 2004. Heem- en Geschiedkundige Kring “Hultheim” - Kruishoutem, p. 187-199. Lieven Denewet, "Exotische houten roeden voor de Houtavemole van Wannegem-Lede", Molenecho's, XXXI, 2003, nr. 4, p. 276. E. Dotselaere, "Molens in de aktualiteit. Houtave. Westmolen", in: Molenecho's, IX, 1981, 3, p. 22 (Overdruk uit: Het Laatste Nieuws, 11 maart 1981); Paul Bauters, "Eeuwen onder wind en wolken. Windmolens in Oost-Vlaanderen", Gent, Provinciebestuur, 1985. Lieven Kinds e.a., "Acht eeuwen Nokere", s.l., 1996, p. 164. Torie Mulders (pseudoniem van Hector Vindevogel), "De windmolens tussen Schelde en Leie", in: Handelingen van de Koninklijke Geschied- en Oudheidkundige Kring van Kortrijk, XXII, 1946-1948, p. 46-107 (78). Paul Bauters, "Oostvlaams molenbestand 1986", Gent, 1986 (Kultureel Jaarboek voor de provincie Oost-Vlaanderen. Bijdragen, nieuwe reeks, 25); S. Bellens, "De molenoorlog in Zuienkerke", in: Panorama, 17 mei 1981; Da., "Westmolen van Houtave staat nu... op krukken", in: Het Nieuwsblad, 16 oktober 1973; E. D(e) K(inderen), "De molen van Houtave overgebracht naar Wannegem-Lede", in: De Belgische Molenaar, LXXVI, 1981, p. 205-206; "De molen van de schietsjampetter", in: De Belgische Molenaar, LXXVI, 1981, p. 95-96; Julien Vandeputte, "De molens van het arrondissement Oudenaarde uit hun geschiedenis", Oudenaarde, 1974, p. 202-204; Inventaris van de wind- en watermolens in de provincie Oost-Vlaanderen naar gegevens van het Archief van het Kadaster. Derde aflevering. De arrondissementen Oudenaarde en Sint-Niklaas", in: Kultureel Jaarboek voor de provincie Oost-Vlaanderen, XVI, 1962, 2 (Gent, 1963): Luc Devliegher, "De molens in West-Vlaanderen", Tielt/Weesp, 1984, p. 422-423 (Kunstpatrimonium van West-Vlaanderen, 9); Els De Kinderen, "Onze mening aangaande de omstreden molen van 'Houtave-Wannegem-Lede' ", in: Levende Molens, jg. 6 (1984) nr. 3, p. 1; H. De Vuyst, "Hout werkt", in: M&L, Monumenten, Landschappen & archeologie, tweemaandelijks tijdschrift van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Brussel jg. 24, nr. 4, p. 8-21, ill.; Oscar Dhondt, "De molens te Wannegem-Lede en omgeving", in: Jaarboek 2004, een uitgave van Heem- en Geschiedkundige Kring Hultheim, Kruishoutem, p. 187 e.v., ill.; "In memoriam Amand Fauconnier", in: Levende Molens, 28ste jg., 2006, nr. 6, p. 63. J. Boussemaere, "De Westmolen van Houtave", in Heemstede, jg. 6, nr. 3, 2001, p. 402-403. H. Holemans, "Oostvlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 8. Gemeenten U-Z", Opwijk, Studiekring "Ons Molenheem", Opwijk, 2008. Mola, "Aantal asomwentelingen van Oost-Vlaamse molens in 2010", in: /West-/Vlaams Molenblad, XXVII, 2011, 1, p. 51. T. Van Kerschaver, "Ten dode opgeschreven", Ons Heem, XIX, 1965, nr. 5, p. 214. Jacques Lorthiois, "Flandre Occidentale. Meuniers et moulins de West-Flandre", L'Intermédiaire des Généalogistes, n° 170, XXIX, 1974, 2, p. 116-126 (119).
Persberichten P. D(arragas), "Schietsjampettermolen", in: Het Nieuwsblad, 19.12.2007. Paul Darragas, "Schietsjampettermolen torent weer over Wannegem-Lede. Nieuwe wieken uit tropische houtsoort moeten breuken vermijden", in: Het Nieuwsblad, 18.12.2003.
|