Ellikom (Oudsbergen), Vlaanderen - Limburg
- Naam
- Slagmolen
- Ligging
- Reppelerweg
3670 Ellikom (Oudsbergen)
Vlaanderen - Limburg
- Geo positie
- 51.141640, 5.526148 (Google Streetview)
- Gebouwd
- voor 1700 / 1702
- Verdwenen
- 1701, brand / 1961, verplaatst naar Genk-Bokrijk
- Type
- Onderslag watermolen
- Functie
- Oliemolen, later ook korenmolen
- Bescherming
- ---,
- Database nummer
- 2568
- Ten Bruggencatenummer
- 52568
Karakteristiek
Beschrijving / geschiedenis
De Slagmolen was een wateroliemolen aan de noordwestzijde van de Reppelerweg, in het noorden van de Grote Baan (van Peer naar Bree), op de oostelijke oever van de Abeek, in het noorden van het dorpje Ellikom.
De benaming Slagmolen verwijst naar zijn functie als oliemolen waar het lijn-, raap- en dodder (vlas)zaad geplet of geslagen werd. Soms droeg de molen ook de benaming van de uitbaters, zoals Droogmansmolen en Joestenmolen.
Wilhelum Croymans was molenaar op de molen van Ellikom toen die in 1701 afbrandde. Tien jaar later werd er in Ellikom nog een kind van hem geboren. Hij werd een losse molenaar.
Op het kroonrad (steenwiel) staat de inscriptie: "ANNO 1702 DEN 15 MEI HEEFT MESTER P.I. DIT GEMACK". Dat jaar verwijst naar de heropbouw.
7 maart 1710: Jan Henckens, zijn vrouw Marie Op de Kamp en minderjarige zoon Hendrik, alsdan uitbaters van de molen genaamd Joesten slagmolen verkopen voorzeide oliemolen, genaamd Droogmansmolen, aan Peter zoon van Hendrik Kerkhofs, en dat volgens de voorwaarden, gepasseert voor het erflaathof van Ellikom. Volgt dan een blanco bladzijde waarop de condities, helaas, niet zijn genoteerd. Jan Henckens ontvangt ook nog 35 gulden voor vertimmeringen die hij aan de molen heeft gedaan, o.a. een afgang en zolder.
17 april 1711: Thijs Houben, weduwnaar van Trijn Kerkhofs gaat zijn tocht af van de Droogmans of Joestengoederen te Ellikom, ten voordele van Peter en Lenart en Korst Kerkhofs welke eigenaar worden van deze goederen. Daarentegen Peter Kerkhofs en consorten mangelen hun part in Droogmansgoederen en verkopen hun deel in Kerkhofsgoederen voor 100 gulden aan hun oom Jan Nouwen X Geertrui Kerkhofs.
12 januari 1714: Peter Kerkhofs verkoopt wederom zijn deel in Droogmansmolen die hij van Jan Camps (= Jan Henckens X Marie Op de Kamp).
14 november 1721: Testament van Anna Nouwen. Zij maakt tot haren universelen erfgenaam haar broer Jacob Nouwen "molder alhier". Er staat niet bij op welke molen.
20 november 1761: compareren Hendrik Cardinaels alias Theuwissen regerend burgemeester van Ellikom en Edmondus Croymans als gezworene, na klokkengelui en permissie van Prinsbisschop, verkopen aan Hendrik Henckens 6 bonders uit de gemeenteheide teghen de slagmolen aan 12 gulden per bonder te betalen op Stmartensdag, 5 stuiver cijns aan Prinsbisschop en 2 oort schatting jaarlijks (de twee eerste jaren niet). Aldus voor notaris Vrancken van Bree ten huize van Edmond Croymans te Ellikom. Getuigen Marten Ketelbuters en Hendrik van Craywinkel. (Dit alles uit de gichten van Meeuwen).
Voor notaris Brouwers te Peer wordt geacteerd een verhuringsakte van de Heynkensgoederen en slagmolen te Ellikom, door vader Hendrik Heynkens en zijn zonen Jan (woont te Meeuwen) en Hendrik junior. Op 18 oktober 1764 verpacht bovengenoemde aan zijn zoon Jan De Heynkensgoederen met de slagmolen gelegen te Ellikom aan 100 gulden per jaar (50 + 50). Vader Hendrik mag dit jaar nog inzaaien en behoudt de hof achter de paardenstal en de biehalle. Hij reserveert zich eveneens een beemd gelegen achter de Neermolen en een achter de Slagmolen, en in het "Henckenshuis": alle meubels, het schap in huis en de horlogiekast, een ledikant in de kamer en een op zolder. Levert over: "de Slaghmolen soo sij in ganck is met banckwerk en sal daerin laeten tob, ketel, emmer en een van de twee pannen". Hij behoudt zich echter de twee stenen die hij na zijn tweede huwelijk liet plaatsen. Voorts moet zijn zoon Jan zijn broer Hendrik onderhouden en alle lasten dragen o.a. 10 gulden voor het gebruiken van de waterstroom van de slagmolen. Jan krijgt eveneens een boom op de weg naar Betten, 2 takken van een boom achter de schutteboom te Boekhout (Bocholt) en een boomke en drie stukken bomen gelegen achter Damburgh en nog een. "block" (tronk?) te Grootroy zonder top, op Kaeberghs. Het schaarhout op de velden "den Camp" en het "Bergsken" zullen zij samen delen. Hendrik, de tweede zoon, gaat naar Peer om er het schoenmakersambacht te leren. Daar, te Peer, voor notaris Brouwers "In den Prince van Luyck, in mijn grote caemer" laat vader Hendrik Henckens van Ellikom registreren dat hij 300 gulden geleend heeft van zijn zoon Hendrik, verwekt in het eerste huwelijk met Elisabeth Grouwels. Daarvoor zet hij als onderpand "een bampt genaemd Gielenbampt onder Elecom gelegen, paelende de beek en straet, om dadelijk aen te slaen indien nodig.
Nog enkele gegevens uit het gichtenboek van het schepenambt Meeuwen. 8 januari 1774: Jan Henckens, zoon, releveert voor zich en zijn broeder Henricus (absent) het Henckensgoed met zijn renten en slagmolen te Ellikom gelegen, na de dood van Hendrik Henckens hun vader en een laatste tochtenaar.
31 april 1774: Hendrik. Henckens verkoopt aan zijn broeder Jan Henckens X Catharina Hauben zijn helft van het Henckensgoed onder Ellikom uitgenomen een beemd gelegen achter de Neermolen palende Kerkhofsbamd en Korst Joosten, de andere gelegen achter de Molenbeek "item de slachmolen is oock met verkocht". Dat alles voor 1.100 gulden, 1 pistool kermisgeld "en den vercooper een jaer lanck te alimenteeren en van wasschen wringen een jaer te onderhouden, alsoock 100 mutsaerden. Lycoop: 1 vaem bier. Godtsgelt: 5 sfuivers en de helft te betalen op de dag van de bejaring.
Op 5 augustus 1774 verkoopt Wendelina Gijbels, weduwe van Hendrik Henckens aan zoon Hendrik Henckens, de twee, molenstenen die vader Henckens zich had voorbehouden op de "olymolen te Elecom onder Oyvaertsnest gelegen". Op dezelfde dag voor schepenen Bosmans en De Vries, na aanplakking in de omliggende dorpen en met permissie van den Schout, houdt zoon Henricus Henckens de publieke verpachting van de "slagholymolen te Elecom onder den Oyvaertsnest gelegen". De verhuring geschiedt voor 12 achtereenvolgende jaren. Kan na 6 jaren onderbroken worden mits tijdige opzeg| en te aanvaarden op 15 augustus van dit jaar. De huurder moet de molen onderhouden zoals ze zich nu bevindt, alsook het gaande werk, de kamers, krammen en staven, schoffelen en starten op het waterrad, het bankwerk alsook de lemen wanden rondom. Ook moet hij de belasting op het waterverbruik betalen, een goede borg stellen en binnen de drie weken de schrijfrechten. Halve pacht wordt betaald op 15 februari 1775 en 15 augustus, en verder jaarlijks. De verpachter vraagt een half uur bedenktijd na de deliberatie. "... en dese condities "voorgelesen sijnde, is de olymolen ingeset en verbleven aen Jan Kerkhofs voor 12 pattacons en heeft in handen van de schepenen tot borg gestelt: Christiaen Driesen en de half ure geëxpireerd sijnde heeft Hendrik Henckens aen Jan Kerckhofs den palmslagh gegeven en beyde partijen de condities lauderende en accepterende in hoede der wet gekeert".
De moeln staat aangeduid op de Ferrariskaart (ca. 1775) als "Eelicum Slag Molen" en in de Atlas der Buurtwegen (ca. 1844) als "Slagmolen".
In 1829 werd de 3,6 ton zware "doodsbed" van de kollergang vernieuwd en met 16 paarden aangevoerd vanuit Bree.
De Bestendige Deputatie van de provincie Limburg keurde op 13 oktober 1848 de vastgestelde pegelhoogte van 0,650 meter goed. De toenmalige eigenaar was Leonard Cillen.
Eigenaars na 1840:
- voor 1844, eigenaar: Cillen Jan, landbouwer te Grote-Brogel
- 1848: de kinderen
- 1851, erfenis: Cillen Jan en Leonardus, olieslagers te Ellikom
- 1865, erfenis: Cillen Jan, olieslager te Ellikom
- 1882, deling: Cillen-Reumers Paulus, molenaar te Ellikom
- 1929, erfenis: de weduwe en kindern
- 1933, erfenis: a) Cillen Jan Nicolaas, molenaar te Ellikom, b) Kerkhofs-Cillen Jacob, moelnaar te Grote-Brogel
- 1941, afstand: a) Cillen Jan Theodoor, landbouwer te Ellikom (voor 1/2) b) Cillen-Vriens Jan, moelnaar te Ellikom (voor 1/2)
Er gebeurden vergrotingen in 1883, 1908 (met toevoeging van een korenmolen) en 1957.
Op de molen werd tijdens de tweede wereldoorlog nog olie geslagen. De laatste molenaar op de Slagmolen te Ellikom was Nicolaas Cillen (1881-1961), gehuwd met Maria Lucia Vriens (1884-1926). Hij heeft er hard en lang gewerkt, samen met zijn ongehuwde broer Jan Cillen.
In 1960 werd de molen aangekocht door Syndicale Kamer van de Bouwnijverheid en aan het provinciaal Openluchtmuseum Bokrijk geschonken. In april 1963 was de molen afgewerkt op zijn nieuwe locatie. In Bokrijk werd de molen dikwijls gebruikt als decor voor films, zoals de vroegere jeugdserie "Johan en de Alverman".
Waterrad, slagbank en heien (zeg maar het houtwerk) zijn vernieuwd. Ondertussen zijn de twee loopstenen van de kollergang aan vervanging toe. De molen kan los draaien, maar er is in de zomer weinig tot geen water en de spaarvijver is te klein. Om de molen weer "slagvaardig" te krijgen, is een grondige technische beschrijving opgemaakt door molenspecialist Nico Jurgens uit Hoorn (voorheen uit Valkenswaard). In 2006 werd een plan gemaakt om het water met pompen op de molen te kunnen houden. Deze pomp zou zelfs werken op zonne-energie zodat het door de watermolen verbruikte water deels teruggepompt kan worden. Zo zou de molen langer dan een kwartier kunnen draaien.
Er is ter plaatse totaal geen enkel spoor of restant meer van weer te vinden.
Zie ook: Genk-Bokrijk, Slagmolen van Ellikom
Lieven DENEWET, Herman HOLEMANS & Nico JURGENS
Aanvullende informatie
Getuigenis over de laatste slagmulder
Mijn grootvader Nicolaas Cillen heeft lang en hard op de Slagmolen gewerkt, samen met zijn ongehuwde broer Jan Cillen. Nicolaas werd geboren op 11 -7-1881 en overleed op 29-12-1961. Hij was gehuwd met Maria Lucia Vriens, geboren op 12-10-1884 en overleden op 10-01-1926 op 41-jarige leeftijd. Zij hadden samen 3 dochters en 2 zonen: Jef Cillen, die overleed onder de tweede wereldoorlog in Duisburg, en Peter Albert Michiel Cillen die mijn vader was.
Marie-Jeanne Cillen, kleindochter van de laatste molenaar Nicolaas Cillen, e-brief van 01.11.2011.
Tweede getuigenis over de laatste slagmulder
Ik ben de kleinzoon van de laatste molenaar Nicolaas Cillen. Ik ben vroeger regelmatig op de molen geweest toen deze nog werkte.
Mijn peter Nickel (roepnaam) en zijn broer Jan bewerkte de molen. Er was tevens een behoorlijke boerderij bij.
Ik herinner mij een grote sprink (bron) voor het huis - een grote plas water dat nooit bevroor. Hierop zaten ganzen waarvoor wij behoorlijk schrik hadden.
Mijn vader Michel (Juul) Cillen ging regelmatig met de fiets vanuit Bocholt boekweit (bogesmeil) halen op de molen.
Nicolas Cillen Neeroeteren, e-brief van 18.12.2011.
Mailbericht van Ann Croymans, 16.09.2002
Zelf ben ik met genealogie bezig, maar heb in m'n voorouders enkele molenaars zitten. Wilhelum Croymans was molenaar op de molen van Ellikom toen die in 1701/1702 afgebrand is. Tien jaar later wordt er in Ellikom nog een kind van hem geboren. Hij was een losse molenaar. Kunnen jullie mij tips geven om hem op te sporen ? In het molenjargon en wat daar allemaal bijhoorde (administratief en financieel) in die tijd.
Verder weet ik dat ongeveer 25 jaar later zijn zoon molenaar was op de molen van Peer.
Alle hints en tips zijn welkom.
Literatuur
Werken
L. Bussels, "De drie molens te Ellikom", in: Ellikommertjes, III, 1971-72, p. 143-149;
J. Bosmans, "De watermolens op de Abeek in Meeuwen en Ellikom", in: "De Reengenoten", Heemkring Meeuwen-Gruitrode, jg. 2, 2011, nr. 39, p. 51-55.
J. W(eyns), "Slagmolen van Ellikom", in: Ons Heem, XV, 1960-61, p. 91;
J. Weyns, "Bokrijk, openluchtmuseum. Olieslagmolen uit Ellikom, Grote Brogel", in: Bulletin van de musea van België, III, 1960, p. 155-156;
J. Weyns, "Omstandige gids van het openluchtmuseum te Bokrijk", Beringen, 1967;
"Ellikom: nog een wateroliemolen", in: Ons Heem, XII, 1957-58, p. 153;
"Ellikom, nog wateroliemolens", in: Ons Heem, XIII, 1958-59, p. 57;
Lieven Denewet, "Inventaris van de Limburgse watermolens met hun pegelhoogtes (1846-1849)", Molenecho's, 39, 2011, nr. 2
Herman Holemans & Werner Smet, "Limburgse watermolens. Kadastergegevens: 1844-1980", Kinrooi, Studiekring Ons Molenheem, 1985;
Bert Van Doorslaer, "Met de stroom mee of tegen de wind in? Molens in Limburg", Borgloon/Rijkel, Provinciaal Centrum voor Cultureel Erfgoed, 1996;
Els De Kinderen, "Een gesprek met conservator Laenen van Bokrijk - Naar een heropleving van ambachtelijk werk?", in: De Belgische Molenaar en Levende Molens, jg. 77 (1982), nr. 5 (mei), p. 98-100, ill.;
J. Weyns, "Slagmolen van Ellikom aan Openluchtmuseum geschonken", in: Mededelingen van de Limburgse Syndikale Kamer van het Bouwbedrijf, 15 november 1960, blz. 2, geïll.
Persberichten
R(oger) Dr(eesen), "Watermolens bezoeken via plankenpad", Het Belang van Limburg, 16.02.2016.
Mailbericht
Marie-Jeanne Cillen, kleindochter van de laatste molenaar Nicolaas Cillen, 01.11.2011.