De Hostartmolen was een korenwatermolen op de Stiemer, in het gedeelte dat vroeger Winterslagbeek werd genoemd. Hij werd voor 1600 opgericht als een onderslagmolen. In de 19de eeuw werd het een bovenslagmolen.

In 1848 werd de molen gedeeltelijk herbouwd. De Bestendige Deputatie van de provincie Limburg keurde op 5 mei 1848 de vastgestelde pegelhoogte van 0,600 meter goed. De toenmalige eigenaar was Augustin Geurts.

Eigenaars na 1840:
- voor 1844, eigenaar: Geurts Augustinus, molenaar te Genk
- 1859, erfenis: Geurts-Houben, de kinderen, molenaars te Genk
- 1887: en de kleinkinderen
- 1888, verkoop: Houben-Houben Jan, landbouwer, later molenaar, te Genk
- 1922, erfenis: de weduwe en de kinderen
- 1930, ruil: Naamloze Maatschappij Koolputten van Winterslag

Een grondverzakking door de steenkoolmijnexploitatie lag aan de basis van de sloop in 1930. De Naamloze Maatschappij Koolputten van Winterslag kon het verzakte gebouw verwerven en voor molenaar Jan Houben een lokatie zoeken waar hij een mechanische maalderij kon starten.

Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS

A. Remans, Molens van Genk, in: Heidebloemke, XXI, 1961, p. 62-63 en XXII, 1962, p. 62-63, 75-83, 102-112 en 153-158;
A. Remans, Loonse waterschepenen op visitatie te Genk in de 17de en 18de eeuw, in: Limburg, XLI, 1962, p. 23-40;
A. Remans, Molengeschiedenis, in: Heidebloemke, XXIV, 1964, p. 193-205;
Herman Holemans & Werner Smet, Limburgse watermolens. Kadastergegevens: 1844-1980, Kinrooi, Studiekring Ons Molenheem, 1985, p. 25-26;
Mathieu Meuwissen, Genker Watermolens in 1848, in: Heidebloemke, jg. 34, 1975, nr.1, p. 7-20;
Mathieu Meuwissen, De Steegering (Genker dialect voor steigering), in: Heidebloemke, jrg.58, 1999, nr.4, p.158-159
Lieven Denewet, Inventaris van de Limburgse watermolens met hun pegelhoogtes (1846-1849), Molenecho's, XXXIX, 2011, nr. 2